Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Berg, Anna Maria van den

Anna Maria van den Berg
Berg am vd.jpg
Anna Maria van den Berg. Bron: Nederlands Bidprentjes Archief.
Volledige namen Anna Maria van den Berg
Geboortedatum 26-01-1900
Geboorteplaats Deurne
Adres Bredaseweg 291
Woonplaats Tilburg
Beroep Missiezuster; Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart
Overlijdensdatum 15-02-1943
Plaats van overlijden Ambon (ID)

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Berg, Anna Maria van den (Deurne 26-01-1900, Ambon (ID) 15-02-1943), missiezuster (zuster Maria Josepha). Dochter van Peter van den Berg (1858–1935), landbouwer en Wilhelmina van Dinter (1861–1914) Anna Maria van den Berg kwam om het leven bij een geallieerd bombardement op Ambon (ID).

Achtergrond

Anna Maria van den Berg werd op 26 januari 1900 in Deurne geboren als dochter van Peter van den Berg (Boekel 20-05-1858, Bakel en Milheeze 30-03-1935), landbouwer en Wilhelmina van Dinter (Bakel en Milheeze 17-03-1861, Vlierden 28-11-1914). Kort na haar geboorte verhuisde het gezin van de buurtschap Haageind in Deurne naar Vlierden.
Anna Maria was het vijfde kind uit een gezin van zeven. Ze had drie zussen, Theodora (1889), Francina (1892) en Wilhelmina (1894) en drie broers, Theodorus (1896), Gerardus (1902) en Johan (1906).
In navolging van haar oudere zus Francina[1] trad Anna Maria op 15 december 1924 in bij de Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart aan de Bredaseweg 291 in Tilburg. Op 2 juli 1926 legde zij als zuster Maria Josepha de eerste heilige geloften af en op 25 augustus 1929 de eeuwige geloften. De dag daarop vertrok zij naar het klooster in Waalwijk, op 3 januari 1930 keerde zij terug naar het moederhuis in Tilburg.[2]
Op 22 januari scheepte zij in Rotterdam in op het stoomschip ‘Patria’ van de Rotterdamsche Lloyd[3] dat haar naar Batavia bracht. Vandaar voer zij verder naar haar eindbestemming, de Kei eilanden.[4]


s.s. Patria
Patria.jpg
stoomschip Patria. Bron: Stichting Koninklijke Rotterdamsche Lloyd Heritage

De Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart

De congregatie[5] Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart (FDSNC)[6] is in 1874 in Issoudun (Frankrijk) door pater Jules Chevalier (1824–1907) en Marie Louise Hartzer (1837-1908) gesticht als vrouwelijke tak van de missiecongregatie Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus (MSC) die twintig jaar eerder door Chevalier in Issoudun opgericht was. Als missiecongregatie hielden de Dochters van het H. Hart zich vooral bezig met onderwijs, de zorg voor zieken en bejaarden, maatschappelijk werk en parochiewerk. In 1902 wees Rome de Molukken en Nederlands Nieuw-Guinea aan als missiegebied van de MSC. De missionarissen wilden daarbij graag ondersteuning van Nederlandse zusters. Dat betekende evenwel dat er in Nederland een noviciaat[7] moest komen. In 1911 kwamen de eerste drie Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart vanuit België[8] naar Nederland waar zij in Waalwijk begonnen met het geven van kleuteronderwijs. Aanvankelijk waren de zusters gehuisvest in een provisorisch tot klooster verbouwd woonhuis aan de Antoniusstraat, in 1922 werd aan de Eerste Zeine een nieuw klooster in gebruik genomen.

Klooster aan de Eerste Zeine in Waalwijk. Bron: BHIC

Inmiddels was in 1915 in Tilburg het noviciaat van de congregatie gevestigd. Het klooster naar ontwerp van F.C. de Beer werd gebouwd aan de Bredaseweg 291, niet ver van het klooster waar in 1890 de Missionarissen van het Heilig Hart,[9] sinds 1880 in Tilburg gevestigd, hun intrek genomen hadden.

Ontwerp van het noviciaatshuis. Tekening van de architect. Het klooster werd ingezegend op 21 juli 1915. Collectie Regionaal Archief Tilburg.

De zusters werden in Tilburg ‘gutjesnonnen’ genoemd, naar de gootvormige inkeping in hun kap, die daardoor een hartvorm kreeg. In 1925 werd de congregatie een zelfstandige provincie in Nederland. Al in 1920 waren de eerste Nederlandse zusters naar de Molukken vertrokken. Later gingen ze ook naar Java, Nederlands Nieuw-Guinea en Suriname. In Nederland werkten de zusters in het onderwijs, de bejaardenzorg, de ziekenzorg en het maatschappelijk werk. Al tijdens de Eerste Wereldoorlog hielpen zij bij de opvang van uit België gevluchte meisjes. Vanaf de opening in 1935 werkten de zusters ook in het nabijgelegen pension Mariëngaarde aan de Burgemeester Damsstraat.[10]

Vrouwelijke religieuzen in de missie

Dat vrouwelijke religieuzen slechts een ondersteunende rol vervulden in de missiegebieden berust op een misvatting. Deze gedachte kwam voort uit de traditionele opvatting dat de positie van mannen en vrouwen in de maatschappij bepaald werd door (vermeende) van nature aanwezige verschillen tussen mannen en vrouwen. Missiezusters speelden een verre van ondergeschikte rol; dat blijkt alleen al uit het feit dat zij de priester-missionarissen in aantal ver overtroffen. “Veel, zeer veel van wat er in missiegebieden tot stand werd gebracht, was zonder de inzet van zusters volstrekt ónmogelijk geweest. In veel missiegebieden waren het zusters die door hun caritatieve en sociale werkzaamheden de eerste betekenisvolle contacten met de bevolking legden. In gebieden waar priester-missionarissen als mannen geen toegang kregen tot de vrouwelijke bevolking waren zij nog sterker op zusters aangewezen. Bovendien waren zij voor hun lichamelijk welzijn en hun geestelijk welbevinden afhankelijk van zusters die hen verzorgden en voor hen een thuis-ver-van-huis schiepen. Priesters deden zelf niet de was, kookten geen eten en boenden geen vloeren, maar zij hadden wél behoefte aan schone kleren, aan gezond eten en aan een schone behuizing.”[11]

December 1941. Japan bezet Nederlands-Indië

Op 7 december 1941 bombardeerde Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbour op het Hawaiaanse eiland Oahu. Ook Singapore, waar de Britten hun marinehaven hadden, werd gebombardeerd. Door Amerikaanse en Britse bases uit te schakelen kreeg Japan vrij spel om Nederlands-Indië aan te vallen. Daardoor kon Japan, dat voor zijn economie geheel afhankelijk was van geïmporteerde olie, de beschikking krijgen over de grote olievoorraden in de Nederlandse kolonie. De Japanse invasie in Nederlands-Indië begon op 17 december 1941 met de Slag om Borneo en op 19 januari 1942 bombardeerden de Japanners Ambon dat vanwege de ligging ten opzichte van Australië een strategische positie innam. De verdediging van Ambon door het KNIL,[12] ondersteund door Australische troepen, hield geen stand. Op 1 februari gaf het KNIL zich over. Een van de laatste gebieden die onder Japans bewind kwamen waren de Kei-eilanden in de Molukken. De eerste Japanse troepen arriveerden in de nacht van 29 op 30 juli 1942 op het eiland Kei Doelah. In Langgoer op het eiland Klei-Kei executeerden ze dertien missionarissen die verdacht werden van sabotage: monseigneur Joannes Aerts, de paters Akkermans, Berns, Cornelissen en Ligtvoet en de broeders Beijer, Folker, Houdijk, Joosten, Peeters, Raaymakers, De Rooij en Van Schaik. Twee dagen later wordt in Toeal bij Langgoer een veertiende missionaris doodgeschoten: pater De Grijs.[13] De missiezusters onder wie Anna Maria van den Berg werden gespaard.[14]

Fragment zendingskaart van A.M. Brouwer uit 1930. A: Ambon, K: Kei-eilanden.
Bron: Collectie Vrije Universiteit Amsterdam.

15 Februari 1943, de geallieerden bombarderen Ambon

De geïnterneerde burgers en geallieerde krijgsgevangenen uit de Molukken werden door de Japanners ondergebracht in het kamp Tantoei op Ambon. Het was aangelegd op een voormalig fabrieksterrein, iets ten noorden van Ambon-stad, dicht bij de zee. Het burgerkamp bestond uit een door prikkeldraad van elkaar gescheiden mannen– en vrouwenkamp. Aan de overzijde van de weg lag het krijgsgevangenkamp waar veel Australiërs gevangenen gehouden werden. Het vrouwenkamp van Tantoei bestond uit één grote en één kleine barak, waarin zich ook het kamphospitaal bevond waar Anna Maria van den Berg werkte. Vanaf eind 1942 wordt Ambon verschillende keren gebombardeerd door geallieerde vliegtuigen. Doelen waren (veronderstelde) militaire verdedigingswerken in en in de omgeving van Ambon-Stad én twee militaire vliegvelden. Op 13 januari en 15 februari 1943 vonden grote geallieerde aanvallen plaats. Bij de laatste aanval werden het kamp en een Japanse munitieopslagplaats getroffen. De vrouwenloods (12x60 m) kreeg een voltreffer waarbij 27 vrouwen om het leven kwamen. Anna Maria van den Berg was een van hen. Zij werd 43 jaar. Onder de slachtoffers bevonden zich nog zes andere uit Tilburg afkomstige geïnterneerde religieuzen: twee missionarissen van de congregatie missionarissen van het H. Hart van Jezus (MSC), Josephus Klerks en Bernardus Thien en vier missiezusters van de dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart van Jezus (FDNSC), Adriana Bertens (zuster Maria Felicitas), Hendrika Helmer (zuster Maria Norberta) en Elisabeth Timmerman (zuster Maria Prisca). Zuster Hendrica Moorman (zuster Maria Xaveria) raakte zwaar gewond bij het bombardement van 15 februari en overleed een maand later aan haar verwondingen op 15 maart 1943.

Plattegrond van kamp Tantoei. Vanaf boven met de klok mee: Nederlandse krijgsgevangenen (A2), Australische krijgsgevagenen (A1), vrouwen en kinderen (C) en mannen (B).
Bron: https://www.japansekrijgsgevangenkampen.nl/Plattegrond%20Tantoei.htm

Gebeurtenis

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Literatuur

  • Eijt, José en Suzanne Hautvast, Een missie in de marge. Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart in Nederland en Indonesië 1911-2000, Hilversum 2002.[15]
  • Heijst, Annelies van, Marjet Derks en Marit Monteiro, Ex caritate. Kloosterleven, apostolaat en nieuwe spirit van actieve vrouwelijke religieuzen in Nederland in de 19e en 20e eeuw, Hilversum 2010.
  • Klerk, zuster Maria Alacoque de, Herinneringen aan Ambon, in het bijzonder aan de internering 1941-1945, Tilburg 2007.[16]
  • Kobes, Gerrit en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg, Tilburgse Historische Reeks, Tilburg 2003.
  • Smits, Jan, Vademecum van religieuzen en kloosters in Noord-Brabant, Alphen a/d/ Maas 2010.
  • Willemsen, Jan, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, delen 1 en 2, Nijmegen 2006[17]

Externe links

Noten

  1. Francina van den Berg (Deurne 1892, Tilburg 1974) trad in 1918 als zuster Juliana toe tot de Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart. Zie verder https://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php/Francina_van_den_Berg
  2. Archief 918, Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939, invnr. G071 Kloosters, gestichten en kazernes, deel 71, kaarten 1-134, kaarten 5 en 13.
  3. Passagierslijst Patria, Algemeen Handelsblad 24 januari 1930.
  4. De Kei-eilanden maken deel uit van de Molukken, een omvangrijke groep eilanden in het meest oostelijk deel van het voormalige Nederlands-Indië, gelegen ten noorden van Timor en Australië, ten oosten van Celebes (Sulawesi), ten zuiden van de Filipijnen en ten westen van Nieuw-Guinea. Het noordelijk deel van de Molukken heeft een overwegend islamitische bevolking, in het midden en zuiden hebben vanaf het eind van de negentiende eeuw zendelingen en missionarissen veel mensen bekeerd tot het christendom. Op Ambon wonen zowel moslims als christenen, op de Kei-eilanden zijn de katholieken in de meerderheid.
  5. Evenals een (klooster)orde een gemeenschap van geestelijken die volgens bepaalde regels in een klooster leven en de geloften van kuisheid, gehoorzaamheid en armoede afgelegd hebben. De leefregels binnen een congregatie zijn minder streng dan bij een kloosterorde.
  6. Filia Dominae Nostrae a Sacro Corde
  7. Het gebouw waar kandidaat-kloosterlingen (novicen) een door het kerkelijk wetboek voorgeschreven proeftijd doorbrengen.
  8. Vanwege vervolgingen in Frankrijk werd het moederhuis met bestuur en noviciaat in 1906 verplaatst naar Thuin in Henegouwen.
  9. In de volksmond ‘Rooi Harten’ genoemd, naar het rode hart op hun habijt.
  10. Op 2 februari 1945 kwam er een V-1 terecht nabij de keuken en kapel van Mariëngaarde. Daarbij waren 22 doden te betreuren. Onder hen twee zusters van het H. Hart, Anna Maria Theresia Smeets (zuster Maria Trecita) en Gerarda Aleida Droste (zuster Philippa).
  11. Eijt en Hautvast, Een missie in de marge, 14.
  12. Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger
  13. https://brabantsegesneuvelden.nl/verhalen/verzet-nederlands-indie
  14. De Japanners wilden de westerse invloeden in Azië zo veel mogelijk de kop indrukken. Ze waren in het bijzonder gekant tegen zendelingen en missionarissen die de moslims wilden bekeren. Op de Kei-eilanden waren de moslims in de minderheid, zij voelden zich achtergesteld en hielpen de Japanners bij het opsporen van christenen.
  15. Downloadlink: https://fdnsc.org/wp-content/uploads/2021/07/Een-missie-in-de-marge-gecomprimeerd.pdf
  16. Downloadlink:https://fdnsc.org/wp-content/uploads/2021/07/Boek-Herinneringen-aan-Ambon-in-het-bijzonder-aan-de-internering-1941-1945-gecomprimeerd.pdf
  17. Downloadlink: https://www.ru.nl/kdc/weten/project-kommissiememoires.