Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Bebber, Joseph Andreas Johannes Maria van

Jef van Bebber
Volledige namen Joseph Andreas Johannes Maria van Bebber
Geboortedatum 19-03-1908
Geboorteplaats Tilburg
Adres Korenbloemstraat 137
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Ongehuwd
Overlijdensdatum 11-08-1944
Plaats van overlijden Vught

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Bebber, Josephus ‘Jef’ Andreas Johannes Maria van (geb. 19-03-1908 te Tilburg, gest. Vught 11-08-1944), werkzaam in het verzet gedurende de tweede Wereldoorlog. Zoon van Anna Maria Luescher (1877-1957) en Wilhelmus Theodorus van Bebber (1876-1953). Jef werd op 11-08-1944 in Vught gefusilleerd.

Jeugd

Jef van Bebber is geboren op 19 maart 1908 te Tilburg als zoon van Wilhelmus Theodorus Bebber, eerst bakker en later handelsagent, en Anna Maria Luescher. Het gezin bestond uit twaalf kinderen, geboren tussen 1903 en 1917. Jef was het vijfde kind. Drie kinderen stierven voor hun eerste jaar. Het gezin woonde eerst in de Stedekestraat. Toen de bakkerij van de hand werd gedaan, verhuisde de familie Van Bebber eind jaren dertig naar de Korenbloemstraat 137 in Tilburg. Gedurende de Tweede Wereldoorlog woonde Jef op dit adres, samen met zijn ouders en zijn jongere zus Agnes. Jef was handelsagent, tijdens de oorlog was hij werkzaam als kantoorbediende bij de Voedselvoorziening in oorlogstijd.

Verzetsactiviteiten

Jef zat sinds november 1942 in het verzet; Joden die onderdak nodig hebben, neemt hij mee naar zijn ouderlijk huis aan de Korenbloemstraat, waar zij kunnen onderduiken. Daarnaast geeft hij hulp bij het zoeken naar onderduikadressen en werkt hij voor illegale kranten. Zijn ouders en zus Agnes zorgen voor de onderduikers. Jef zorgt voor de voedselbonnen en onderhoudt contacten met andere mensen die de vluchtelingen hielpen of die in de illegaliteit zaten. Jef heeft o.a. contacten met Joost van de Mortel, Wim Berkelmans, Rob van Spaendonck, Harry Verbunt, Jan Poort en Huub Simons. Van Bebber kwam per ongeluk in het verzet. Vanaf augustus 1942 kregen de Tilburgse Joden opdracht zich te melden vanwege ‘tewerkstelling’ in Duitsland. In november dat jaar vraagt zijn vader aan Jef of hij niet iets kan doen voor de joodse weduwe Elzas en haar zoon Ernst; “De man van mevrouw Elzas heeft nog bij mij in de klas gezeten”, zegt hij.[1] Moeder en zoon Elzas verblijven een paar weken bij de familie Van Bebber, daarna worden ze ondergebracht bij voormalig politieman Frans van Bilsen, vervolgens zorgt Jef voor een veilig onderkomen bij kruidenier Noot en zijn vrouw. Na verloop van tijd werd Van Bebber steeds actiever in het verzet.

De onderduikers

Het huis van de Van Bebbers was niet erg groot: twee kamers en een keuken op de begane grond, op de eerste verdieping waren vier slaapkamers. Er was ook een zolder, die vol stond met veldbedden voor de onderduikers. Het was krap in huis, soms verbleven er wel vijftien onderduikers tegelijk in de Korenbloemstraat 137. Zoveel mensen dicht op elkaar leidde onherroepelijk tot spanningen. Er verbleef ook een Joodse weduwe bij de Van Bebbers. Zij kampte met psychische problemen. Soms opende zij midden in de nacht een luikje en begon op straat te roepen: “hier zijn Joden in huis”. Dit werd een onhoudbare situatie, zozeer dat Van Bebber het idee opvatte om de vrouw om te brengen. Maar hij kon het niet, hoewel zelfs zijn biechtvader hem adviseerde de vrouw te doden. Uiteindelijk werd er een oplossing bedacht: er werden slaapmiddelen door het eten van de vrouw gedaan. Vervolgens sliep ze twee dagen. Zo is het twee maanden gegaan, tot 2 augustus 1944, de dag van de arrestatie.[2] Van Bebber zou zo’n 160 mensen aan een onderduikadres hebben geholpen. Dit getal duikt in bijna elke publicatie op, hoewel het aantal van 160 niet verifieerbaar is. [3]

Arrestatie en executie

Jef werd op 2 augustus 1944 omstreeks 22.00 uur gearresteerd in zijn ouderlijk huis aan de korenbloemstraat 137. Het verhaal gaat dat een mede-verzetsstrijder, die met drie onderduikers (Engelse piloten) was gaan biljarten in een café en gearresteerd werd, na hardhandige ondervragingen namen en adressen had prijsgegeven, waaronder dat van Van Bebber. De Duitsers arresteerden de niets vermoedende Van Bebber en namen hem en de onderduikers, de familie Van Leeuwen, de familie Roos en Kaatje Hartog mee. De onderduikers waren ‘een extraatje’ voor de Duitsers, want ze kwamen specifiek voor Van Bebber. Anita Roos, een van de onderduikers, weet later te vertellen dat het bestelbusje niet groot genoeg was voor iedereen en daarom twee keer moest rijden. Vier achterblijvers werden opgesloten in de provisiekast met een Duitser voor de deur totdat de bus weer terug was. In de tussentijd aten ze alles wat ze op konden, niet wetend wanneer ze weer te eten zouden krijgen.[4] Jefs ouders waren die avond niet thuis. Agnes, die op voedseltocht naar Leiden was, werd op het station van Tilburg gewaarschuwd en wist tijdig onder te duiken. Van Bebber werd overgebracht naar de Sicherheitsdienst (SD) in Den Bosch. Op 9 augustus schrijft hij vanuit de gevangenis een brief aan zijn ouders: “Maandag j.l. ben ik in verhoor geweest, ’t was geen onverdeeld genoegen hoor. Hij vertelde mij dat ik naar Vucht, ’t kamp, gestuurt zou worden. Maar tot nog toe zit ik hier. Als ’t verandert hoor je ’t wel”.[5] Dit was het laatste levensteken dat zijn ouders en zus van Van Bebber kregen. Op 11 augustus 1944, om 21.00 uur, werd Van Bebber gefusilleerd in concentratiekamp Vught. In november 1945 kregen zijn ouders bericht van het afwikkelingsbureau concentratiekampen Vught, dat hun zoon was overleden. Pas in 1948 kreeg de familie het officiële overlijdensbericht van Jef. Sinds 2004 heeft Tilburg een Jef van Bebberhof. Initiatiefnemer hiervoor was Ernst Elzas, die de oorlog wist te overleven. Anita Roos, een van de onderduikers die de oorlog overleefde, heeft er voor gezorgd dat aan Jef van Bebber postuum de Yad Vashem-onderscheiding voor hulp aan Joden werd toegekend

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg


  • Brabants Dagblad 20-02-2004
  • Brabants Dagblad 22-10-1994
  • Brabants Dagblad 26-02-2000


  • Kobes, Gerrit, Ad de Beer, Het leven gebroken. De geschiedenis van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen (Tilburg 2002) p. 98
  • Kobes, Gerrit, Jacques Penders, Opdat wij niet vergeten… Fusillades in Midden-Brabant 1942-1944 (1992)
  • Mayer, Anita, Als ik Hitler maar kan overleven (Nieuwkoop 1981) NB; Anita Mayer is Anita Roos, een van de onderduikers bij Van Bebber.
  • Mooren, Piet, Monique van Dooremalen, Oorlog Onderweg: Tilburg in de Tweede Wereldoorlog (Tilburg 1994)

Websites

Noten

  1. Brabants Dagblad 22-10-1994
  2. Brabants Dagblad 26-2-2000
  3. Archief 565, Collectie documentatie Tilburg 1940-1945, invnr. 168, Familienamen Map letter Be - Ber
  4. Mayer, Anita, Als ik Hitler maar kan overleven (Nieuwkoop 1981)
  5. Archief 565, Collectie documentatie Tilburg 1940-1945, invnr. 168, Familienamen Map letter Be - Ber