Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Annemarie Vossen-Vennix

Annemarie Vossen-Vennix 15942.jpeg

Anna Maria ‘Annemarie’ Josephina Vennix (geb. Tilburg 2-3-1899 – gest. Tilburg 11-9-1986), actief in het verzet gedurende de Tweede Wereldoorlog. Dochter van Johanna van Dongen (1876-1951) en Hendrik Vennix (1873-1958). Op 24-7-1928 trouwt zij te Tilburg met Johannes ‘Jan’ Henricus Bonaventura Cornelius Vossen (1892-1959). Ze krijgt een kind.

Annemarie wordt op 2 maart 1899 geboren als tweede kind van het echtpaar Hendrik Vennix, smid, en Johanna van Dongen. Het hele gezin Vennix bestaat uit elf kinderen, geboren tussen 1897 en 1917. Drie sterven er voordat ze een maand oud zijn, waaronder een tweeling. Vanaf 1915 werkt Annemarie als dienstbode in Udenhout, Waalwijk en op meerdere adressen in Tilburg (Spoorlaan, Willem II-straat, Bredaseweg, Willemsplein en de Goirkestraat). Op 26 april 1920 bevalt zij van een zoon, Jan. Het kind wordt opgevangen bij haar ouders in de Buurtstraat.

Op 24 juli 1928 trouwt Annemarie, negenentwintig jaar oud, met de zes jaar oudere Jan Vossen, rijksambtenaar. Annemarie en Jan wonen aan de Bosscheweg 378 in Tilburg (tegenwoordig Spoorlaan 20). In 1943 treedt Jan in dienst als administratief ambtenaar 1e klasse bij de rijksnijverheidsdienst. Deze dienst verricht onder meer werkzaamheden ten behoeve van voedselvoorzieningsbedrijven en is in oorlogstijd het rijksbureau voor de voedselvoorziening.


Sociale hulp en onderduikhulp

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Annemarie actief in het bieden van onderduikplekken aan joden, piloten, krijgsgevangenen, verzetsstrijders en studenten. Sommigen blijven slechts een paar dagen, anderen langer. In totaal heeft zij aan ongeveer honderd mensen onderduik geboden in haar huis aan de Bosscheweg. Ook haar zoon Jan is hierbij betrokken: hij verzamelt burgerkleding voor de piloten en brengt die dan naar het huis van zijn ouders. Vennix en haar echtgenoot hebben veel geluk gehad: het huis wordt ‘s nachts in totaal zeven keer doorzocht maar dit levert nooit onderduikers op. Om de warmte van de matrassen van de onderduikers te verbergen, laten zij hun honden er vaak op liggen. Daarnaast zorgt de buurman Cor Mens, adjudant bij de gemeentepolitie Tilburg, ervoor dat hij Annemarie tijdig waarschuwt als er een huiszoeking op komst is. Vennix werkt onder de naam ‘Jansen’. Het echtpaar Vossen-Vennix werkt geregeld samen met de gezusters Pirottin, Louise en Blanche, met name als het gaat om pilotenhulp. Annemarie zelf zegt dat het pure sociale bewogenheid was die haar en haar man deden besluiten al vanaf het begin van de oorlog vluchtelingen onderdak te verschaffen. “Het elkaar helpen is de basis van ons aller bestaan. Als je anderen behulpzaam bent, ben je nuttig als mens” (Stadsnieuws, 4 mei 1983).


Materiële hulp en psychische steun aan krijgsgevangenen

Annemarie en Jan beginnen op eigen initiatief en op eigen kosten met het opzetten van een netwerk rond het verzenden van levensmiddelenpakketten naar krijgsgevangenen in Duitse kampen. Hierin is zij zeer actief: zij creëert een netwerk in het verzenden van deze levensmiddelenpakketten en brieven naar krijgsgevangenen in Duitsland, maar ook naar soldaten die op eenzame posten of afgelegen forten verbleven. Zij stuurt o.a. washandjes, scheergerei, handdoeken, speelkaarten, gezelschapsspellen, couranten, tijdschriften, muziek, boeken, pakketjes, versnaperingen en rookartikelen. Naast deze materiële hulp blijkt uit de vele brieven naar krijgsgevangenen, waarvan enkelen bewaard zijn gebleven in haar persoonlijke archief, dat zij op deze manier ook psychische steun biedt aan de gevangenen. Het sturen van levensmiddelenpakketten kan mensen uiteraard op materiële en fysieke wijze helpen, maar de gedachte dat er mensen in Nederland waren die aan hen denken, moet kracht, moed en psychische ondersteuning hebben gebracht. Haar man, die hier in 1939 en 1940 reeds zeer actief in is, schrijft bijvoorbeeld een prijsvraag uit voor gevangenen waarin hij hen vraagt wie er volgens hen voor vrede kan zorgen in de Europese crisis. Annemarie maakt geen onderscheid in de afkomst van de gevangenen: zij stuurt pakketten naar Duitse, Franse, Belgische en Poolse gevangenen. Uit haar persoonlijke archief blijkt dat zij een proactieve rol aannam: zij schrijft geregeld aan het Rode Kruis voor nieuwe namen en adressen in krijgsgevangenkampen. Met één krijgsgevangene onderhoudt zij wel een heel bijzonder contact: Annemarie heeft zichzelf braille aangeleerd om met een blind geworden Engelse soldaat te kunnen corresponderen.

Na de oorlog blijft Vennix contact houden met familieleden en nabestaanden van (geallieerde) piloten die bij haar in huis ondergedoken hebben gezeten. Zij schrijft brieven aan nabestaanden in o.a. Australië en Nieuw-Zeeland. Daarnaast verzorgt zij tot kort voor haar dood de graven van 77 geallieerden op het kerkhof aan de Gilzerbaan te Tilburg. Hiervoor krijgt zij, naast haar verzetsactiviteiten, een zilveren legpenning van de stad Tilburg.


Onderscheidingen

Vennix wordt omschreven als ‘een van de meest verdienstelijke verzetsvrouwen’. Zij is daar ook voor onderscheiden. In totaal krijgen Vennix en Vossen tien onderscheidingen, waaronder het verzetsherdenkingskruis, die van de generaals de Gaulle Frankrijk, Eisenhower en luchtmaarschalk Tedder. Ook wordt Annemarie Honorary Member of the Society of Royal Air Forces Escaping Society voor haar inzet voor piloten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 26 oktober 1984 krijgt zij op de begraafplaats Vredehof aan de Gilzerbaan van burgemeester Letschert de zilveren legpenning als ereburgeres van de stad omdat ze al 44 jaren de eregraven van 77 gesneuvelde militairen verzorgt. Historicus Gerrit Kobes heeft daarnaast een aanvraag gedaan voor een -koninklijke -onderscheiding. Het is jammer dat iemand als Annemarie Vossen, die zo veel onderscheidingen heeft gekregen en zo veel heeft betekend voor het verzet in Tilburg, zo onbekend is gebleven in de geschiedschrijving rond het Tilburgs (vrouwen)verzet.

In 1959 sterft Jan Vossen. Op 11 september 1986 overlijdt Annemarie Vennix. Samen met haar man ligt zij begraven op begraafplaats Vredehof, Gilzerbaan.


Auteur: Sanne Schraa


Bronnen

Regionaal Archief Tilburg:

Stadsnieuws, 4 mei 1983, “Gastvrijheid voor honderd onderduikers. Annemarie Vossen herdenkt de doden én de levenden”, p. 11-12


Literatuur

Frans P.M. Janse, “Tante Coba, een eenvoudige vrouw. Coba Pulskens (1884-1945, Tilburgse pilotenhelpster in de Tweede Wereldoorlog”, Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 22, nr. 2, oktober 2004, 43 – 68.