Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

57 De hoeve van Reinier Palaert: verschil tussen versies

Regel 1: Regel 1:
+
{{Infobox Odenhout
====Vroegste vermelding====
+
| naam                    = De hoeve van Reinier Palaert
1340  
+
| afbeelding              = [[Bestand:VlagSchoor.JPG|270px]]
+
| Vroegste vermelding     = 1340
====Vroegst bekende eigenaar====
+
| Vroegst bekende eigenaar = Reinier Palaert
Reinier Palaert  
+
| Vroegst bekende pachter = Dirck Hetekreijs
+
}}
====Vroegst bekende pachter====
 
Dirck Hetekreijs (1385)
 
 
 
====Beschrijving van de hoeve====
 
====Beschrijving van de hoeve====
Naar alle waarschijnlijkheid ligt deze hoeve tussen de Perweijshoeve Te Berschot op het Winkel en de Kreitenmolenstraat.  
+
----
 +
Naar alle waarschijnlijkheid ligt deze hoeve tussen de [[29 Te Berschot|Perweijshoeve Te Berschot]] op het Winkel en de [[Kreitenmolenstraat]].  
 
   
 
   
In het hertogelijk cijnsregister van 1340 betaalt Reinieri Palaert junioris een cijns van 13 nieuwe schellingen uit een goed dat eerder eigendom was iemand die Bruisten heette. Waarschijnlijk was dat zijn schoonvader Bruijsten van Oesterwijck. De aantekeningen in het cijnsregister van 1340 en 1380 laten ons zien dat daarna de weduwe van Reinier de cijns betaalt en in 1380 komt de kleinste helft (5 nieuwe schellingen) in handen van hun zoon Bruisten Palaert. De akte van erfdeling uit 1381 is daarvoor het aanvullend schriftelijk bewijs. In die akte staat dat Bruisten de helft van een hoeve bij de Kreitenmolen in bezit kreeg en dat hij daar 13 oude(!) groten hertogcijns voor moest betalen. Daarmee weten we ook waar deze hoeve ligt. Niet exact, want bij de kreitenmolen kan betekenen aan de kant van de hoeve van Perwijs (hoofdstuk 29) of in de Zeshoeven. De andere helft van deze hoeve is eigendom van Gerit Wanghe.  
+
In het hertogelijk cijnsregister van 1340 betaalt Reinieri Palaert junioris een cijns van 13 nieuwe schellingen uit een goed dat eerder eigendom was iemand die Bruisten heette. Waarschijnlijk was dat zijn schoonvader Bruijsten van Oesterwijck. De aantekeningen in het cijnsregister van 1340 en 1380 laten ons zien dat daarna de weduwe van Reinier de cijns betaalt en in 1380 komt de kleinste helft (5 nieuwe schellingen) in handen van hun zoon Bruisten Palaert. De akte van erfdeling uit 1381 is daarvoor het aanvullend schriftelijk bewijs. In die akte staat dat Bruisten de helft van een hoeve bij de Kreitenmolen in bezit kreeg en dat hij daar 13 oude(!) groten hertogcijns voor moest betalen. Daarmee weten we ook waar deze hoeve ligt. Niet exact, want bij de kreitenmolen kan betekenen aan de kant van de hoeve van Perwijs of in de Zeshoeven. De andere helft van deze hoeve is eigendom van Gerit Wanghe.  
  
 
In 1385 doet Bruisten Palaert afstand van zijn helft van de hoeve en geeft die in erfpacht aan Wouter Aert Brekelmans. Die draagt de hoeve op zijn beurt in 1389 over aan Jacob Wouter Vriese vanden Leempoel. Drie jaar later doet Jacob de halve hoeve weer van de hand aan Wouter Henrick Toijt. In het cijnsregister zijn daar geen sporen van terug te vinden.  
 
In 1385 doet Bruisten Palaert afstand van zijn helft van de hoeve en geeft die in erfpacht aan Wouter Aert Brekelmans. Die draagt de hoeve op zijn beurt in 1389 over aan Jacob Wouter Vriese vanden Leempoel. Drie jaar later doet Jacob de halve hoeve weer van de hand aan Wouter Henrick Toijt. In het cijnsregister zijn daar geen sporen van terug te vinden.  
 +
 
In 1448 betaalt Margaretha de Lairscot de cijns van vijf nieuwe schellingen en in 1522 is dat meester Hendrick Pelgrom. Het is vreemd dat de eigenaren die in de akten genoemd worden niet in dit register terug komen. Mogelijk is de halve hoeve weer teruggekomen in het bezit van de familie Palaert en hun aanverwanten. Wat er hierna met dit deel gebeurt en wanneer het in Udenhoutse handen komt is niet duidelijk.  
 
In 1448 betaalt Margaretha de Lairscot de cijns van vijf nieuwe schellingen en in 1522 is dat meester Hendrick Pelgrom. Het is vreemd dat de eigenaren die in de akten genoemd worden niet in dit register terug komen. Mogelijk is de halve hoeve weer teruggekomen in het bezit van de familie Palaert en hun aanverwanten. Wat er hierna met dit deel gebeurt en wanneer het in Udenhoutse handen komt is niet duidelijk.  
 +
 
Wouter zoon van Henrick Toeijt betaalt in 1380 de grotere helft van de cijns, namelijk acht nieuwe schellingen. De familie Toijt Vannis is een oude familie die al vroeg in Udenhout actief is en onder verschillende namen voorkomt. Het is daarom aan te nemen dat deze Wouter Henrick Toeijt in Udenhout of Berkel woonachtig was. Daarmee kwam dit deel van de hoeve al voor 1380 in handen van een Udenhoutse familie. Daarna raakt deze cijnspost deels versnipperd. In 1448 betaalt Jan Wouter Jan vanden Loe in twee cijnsposten samen 24 nieuwe penningen (= twee nieuwe schellingen). Verder betaalt Steven Bartel Stevens (van den Amersvoert) de resterende zes nieuwe schellingen.  
 
Wouter zoon van Henrick Toeijt betaalt in 1380 de grotere helft van de cijns, namelijk acht nieuwe schellingen. De familie Toijt Vannis is een oude familie die al vroeg in Udenhout actief is en onder verschillende namen voorkomt. Het is daarom aan te nemen dat deze Wouter Henrick Toeijt in Udenhout of Berkel woonachtig was. Daarmee kwam dit deel van de hoeve al voor 1380 in handen van een Udenhoutse familie. Daarna raakt deze cijnspost deels versnipperd. In 1448 betaalt Jan Wouter Jan vanden Loe in twee cijnsposten samen 24 nieuwe penningen (= twee nieuwe schellingen). Verder betaalt Steven Bartel Stevens (van den Amersvoert) de resterende zes nieuwe schellingen.  
 +
 
In 1516 verkoopt Margriet dochter van Jan Witlocks en haar drie kinderen, verwekt door Wouter Toeijt Vannijs, diverse landerijen bij de Kreitenmolen aan Willem Jan Witlocx. Dat moet een andere Wouter Toeijt zijn dan de persoon die in 1380 in het cijnsregister optreedt.  
 
In 1516 verkoopt Margriet dochter van Jan Witlocks en haar drie kinderen, verwekt door Wouter Toeijt Vannijs, diverse landerijen bij de Kreitenmolen aan Willem Jan Witlocx. Dat moet een andere Wouter Toeijt zijn dan de persoon die in 1380 in het cijnsregister optreedt.  
 +
 
Het cijnsregister van 1522 noemt de vier kinderen van Willem Witlocx genaamd Johannes, Henricus, Engela en Elisabeth als cijnsbetalers. Zij betalen dan de 18 nieuwe penningen verdeeld in 2 cijnsposten van negen penningen en de zes nieuwe schellingen. De resterende zes nieuwe penningen worden betaald door de kinderen van Margriet dochter van Peter Metten.  
 
Het cijnsregister van 1522 noemt de vier kinderen van Willem Witlocx genaamd Johannes, Henricus, Engela en Elisabeth als cijnsbetalers. Zij betalen dan de 18 nieuwe penningen verdeeld in 2 cijnsposten van negen penningen en de zes nieuwe schellingen. De resterende zes nieuwe penningen worden betaald door de kinderen van Margriet dochter van Peter Metten.  
  
  
 +
===Huidige bewoning===
 +
----
 
Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woningen [[Haarensebaan 1]] en [[Haarensebaan 3]].
 
Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woningen [[Haarensebaan 1]] en [[Haarensebaan 3]].
 +
 +
 +
===Bronvermeldingen===
 +
----
 +
''Regionaal Archief Tilburg'', Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 220 f.38 (1516).<br>
 +
''Stadsarchief 's-Hertogenbosch'', Archief van de schepenbank van 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1176 f. 202
 +
(1381); inv.nr. 1177 f. 206 (1385); inv.nr. 1178 f. 238 (1389); inv.nr. 1178 f.211 (1392).<br>
 +
''Verhoeven, J.'', (1992). Familiegeschiedenis Verhoeven. Rosmalen.<br>
 +
- [[Odenhout - toelichting cijnsregister|Toelichting cijnsregister]].<br>
  
  
 
[[categorie: Het Odenhout|57-000 De hoeve van Reinier Palaert]]
 
[[categorie: Het Odenhout|57-000 De hoeve van Reinier Palaert]]

Versie van 22 jan 2018 om 23:08

De hoeve van Reinier Palaert
VlagSchoor.JPG
Vroegste vermelding 1340
Vroegst bekende eigenaar Reinier Palaert
Vroegst bekende pachter Dirck Hetekreijs

Beschrijving van de hoeve


Naar alle waarschijnlijkheid ligt deze hoeve tussen de Perweijshoeve Te Berschot op het Winkel en de Kreitenmolenstraat.

In het hertogelijk cijnsregister van 1340 betaalt Reinieri Palaert junioris een cijns van 13 nieuwe schellingen uit een goed dat eerder eigendom was iemand die Bruisten heette. Waarschijnlijk was dat zijn schoonvader Bruijsten van Oesterwijck. De aantekeningen in het cijnsregister van 1340 en 1380 laten ons zien dat daarna de weduwe van Reinier de cijns betaalt en in 1380 komt de kleinste helft (5 nieuwe schellingen) in handen van hun zoon Bruisten Palaert. De akte van erfdeling uit 1381 is daarvoor het aanvullend schriftelijk bewijs. In die akte staat dat Bruisten de helft van een hoeve bij de Kreitenmolen in bezit kreeg en dat hij daar 13 oude(!) groten hertogcijns voor moest betalen. Daarmee weten we ook waar deze hoeve ligt. Niet exact, want bij de kreitenmolen kan betekenen aan de kant van de hoeve van Perwijs of in de Zeshoeven. De andere helft van deze hoeve is eigendom van Gerit Wanghe.

In 1385 doet Bruisten Palaert afstand van zijn helft van de hoeve en geeft die in erfpacht aan Wouter Aert Brekelmans. Die draagt de hoeve op zijn beurt in 1389 over aan Jacob Wouter Vriese vanden Leempoel. Drie jaar later doet Jacob de halve hoeve weer van de hand aan Wouter Henrick Toijt. In het cijnsregister zijn daar geen sporen van terug te vinden.

In 1448 betaalt Margaretha de Lairscot de cijns van vijf nieuwe schellingen en in 1522 is dat meester Hendrick Pelgrom. Het is vreemd dat de eigenaren die in de akten genoemd worden niet in dit register terug komen. Mogelijk is de halve hoeve weer teruggekomen in het bezit van de familie Palaert en hun aanverwanten. Wat er hierna met dit deel gebeurt en wanneer het in Udenhoutse handen komt is niet duidelijk.

Wouter zoon van Henrick Toeijt betaalt in 1380 de grotere helft van de cijns, namelijk acht nieuwe schellingen. De familie Toijt Vannis is een oude familie die al vroeg in Udenhout actief is en onder verschillende namen voorkomt. Het is daarom aan te nemen dat deze Wouter Henrick Toeijt in Udenhout of Berkel woonachtig was. Daarmee kwam dit deel van de hoeve al voor 1380 in handen van een Udenhoutse familie. Daarna raakt deze cijnspost deels versnipperd. In 1448 betaalt Jan Wouter Jan vanden Loe in twee cijnsposten samen 24 nieuwe penningen (= twee nieuwe schellingen). Verder betaalt Steven Bartel Stevens (van den Amersvoert) de resterende zes nieuwe schellingen.

In 1516 verkoopt Margriet dochter van Jan Witlocks en haar drie kinderen, verwekt door Wouter Toeijt Vannijs, diverse landerijen bij de Kreitenmolen aan Willem Jan Witlocx. Dat moet een andere Wouter Toeijt zijn dan de persoon die in 1380 in het cijnsregister optreedt.

Het cijnsregister van 1522 noemt de vier kinderen van Willem Witlocx genaamd Johannes, Henricus, Engela en Elisabeth als cijnsbetalers. Zij betalen dan de 18 nieuwe penningen verdeeld in 2 cijnsposten van negen penningen en de zes nieuwe schellingen. De resterende zes nieuwe penningen worden betaald door de kinderen van Margriet dochter van Peter Metten.


Huidige bewoning


Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woningen Haarensebaan 1 en Haarensebaan 3.


Bronvermeldingen


Regionaal Archief Tilburg, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 220 f.38 (1516).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Archief van de schepenbank van 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1176 f. 202 (1381); inv.nr. 1177 f. 206 (1385); inv.nr. 1178 f. 238 (1389); inv.nr. 1178 f.211 (1392).
Verhoeven, J., (1992). Familiegeschiedenis Verhoeven. Rosmalen.
- Toelichting cijnsregister.