Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

51 De hoeve van Godschalck Roesmont

De hoeve van Godschalck Roesmont
Odenhout kaart 51 Roesmont.jpg
Vroegste vermelding 1315
Vroegst bekende eigenaar Rodolfus Roesmont


51 De hoeve van Godschalck Roesmont
49.7 biezenmortelsestraat 24 in 1945 rijksdienst.jpg
De oude hoeve van de Tafel van de Heilige Geest in den Biezenmortel.


51 De hoeve van Godschalck Roesmont
49.9 biezenmortelsestraat 26 van den bijgaart.jpg
Biezenmortelsestraat 26 van de familie Van den Bijgaart is afgesplitst van de oude boerderij Biezenmortelsestraat 24. De foto toont de boerderij voor de ingrijpende verbouwing.

Beschrijving van de hoeve


Op 15 maart 1315 verkoopt Marcelis zoon van wijlen Arnoldus genaamd Van Keulen, wonende in 's-Hertogenbosch, twee hoeven aan Godescalcus Roesmont. Deze twee hoeven had Marcelis opgewonnen van de broer van Godescalcus, genaamd Rodolfus. Marcelis trad op als procurator (vertegenwoordiger) van de Tafel van de Heilige Geest van 's-Hertogenbosch.

Godschalck Roesmont koopt de twee hoeven in dit opwinningsproces. Hij besluit vervolgens om één van deze hoeven te schenken aan de Tafel van de Heilige Geest in 's-Hertogenbosch. Een loting, die op 10 september volgt, bepaalt wie welke hoeve krijgt. Godschalck Roesmont houdt de hoeve waar Ghenekinus de pachter is. Het huis van die hoeve ligt in een broek dat liep tot aan een waterloop. Deze hoeve ligt ten noorden van de Biezenmortelsestraat, naast Roelkensdijk. Daarbij hoort nog twee bunder moer uit een perceel van vier bunder moer aan de kant van Runsvoirt. Dit moer lag ook ten noorden van de Biezenmortelsestraat, meer in de richting van Helvoirt, tegen de Gijzelsestraat aan. De Tafel van de Heilige Geest krijgt de hoeve waar Johannes van Winterven pachter is. Daarbij nog het deel van het broek tussen de waterloop (de Zandleij) in de richting van Giersbergen en de andere twee bunder moer bij het goed van Wouter van Haren. Het broek kan de hoevenaar bereiken via Roelkensdijk. Er worden afspraken gemaakt om de brug over de waterloop gezamenlijk te onderhouden. Over die brug moet de pachter van de hoeve van de Bossche Tafel van de Heilige Geest zijn broekland bereiken. De hoeve ten zuiden van de Biezenmortelsestraat was gesplitst. Hoewel zijn boerderij aan de andere kant van de straat stond had Godschalck Roesmont de helft van de landerijen ten zuiden van de straat bij de loting verkregen. Daar lagen de betere landbouwgronden. Voor een levensvatbare hoeve waren die noodzakelijk. Het cijnsregister van de hertog uit 1340 laat zien dat de Bossche Tafel van de Heilige Geest voor deze hoeve drie cijnzen betaalt: 17,5 oude schellingen, drie nieuwe penningen en zes schellingen voor heide. In de volgende cijnsregisters uit 1380, 1448 en 1522 blijven deze drie cijnsposten ten laste van de Bossche Armentafel staan.


De hoeve van de Bossche Tafel van de Heilige Geest


Er zijn diverse pachters bekend van deze hoeve aan de Biezenmortelsestraat. In 1448 is het Henrick Goijaerts die Wise die de hoeve pacht en 20 jaar later zijn het zijn weduwe Kathelijn en hun zoon Henrick. Na Kathelijn en Henrick die Wise kennen we nog Jan Verhoeffven, Peter Henricx en Jenneken, weduwe van Thomas Janssen, die als pachter in de bronnen voorkomen. Van omstreeks 1466 is er een beschrijving bewaard gebleven van de percelen die bij deze hoeve hoorden. De percelen achter de boerderij zuidelijk van de Biezenmortelsestraat waren vooral de akkerlanden. Daarnaast was er die coijen weije, vier bunder, gelegen aan de noordzijde van de straat. Dan was er nog de helft van vier bunder beemd in den Eijnscher, een bunder beemd in Helvoirt en vier bunder hei bij Giersbergen. Aan de Biezenmortelsestraat tegen de grens met Helvoirt lag nog de helft van vier bunder heide, bij Runsvoort.

De hoeve blijft eeuwenlang in het bezit van de Tafel van de Heilige Geest van ‘s-Hertogenbosch tot aan de verkoop in 1763 aan de Bossche notaris en procureur Cornelis Weijgaers. De hoeve staat dan als volgt omschreven: een hoeve en landerijen met sijn potingen houtwassen en gereghtigheden in den Biesenmortel bestaande in een woonhuijs, schuur, schop, varkenskooij, bakhuijs, leedig huijs, hof, boomgaart en aangelegen erfenissen en teulland alle aan elkandere. De koopsom is 5.410 gulden.

Jan Herme, de zoon van Cornelis Weijgaers, verkoopt de hoeve in 1795 aan Jan Peter Willems. Zijn moeder was Anna Maria van Son, dochter van Jan Daniel van Son en Eijke Arnold Cornelis Franse. De weduwe van Jan Daniel van Son werd in 1763 genoemd als pachter toen de rentmeester van het godshuis de hoeve aan Cornelis Weijgaers verkocht. De familie Van Son pachtte de hoeve verschillende generaties en wist deze uiteindelijk in eigendom te verkrijgen. Later is de boerderij eigendom van zoon Cornelis Willems en Willemijn Brekelmans. Hun twee ongehuwde dochters Johanna en Adriana zijn later eigenaar en na hen Cornelis Smolders en zijn vrouw Maria Cornelia van Zon. Ze komen in 1887 vanuit Helvoirt naar Biezenmortel. Zoon Willem en zijn vrouw Johanna Maria Denissen volgen hen op.

De oorspronkelijke hoeve is een boerderij van het type hallehuis, een langgestrekt, driebeukig gebouw met de deel in het midden en de stallen aan weerszijden. De voordeur zit dan in de korte gevel. Typisch voor het hallehuis is het ankerbalkgebint. De boerderijen waren ooit allemaal met stro of riet gedekt en hadden lemen vakwerkwanden. Verstening van de muren en opkomst van de dakpan is een ontwikkeling van de laatste paar eeuwen, toen de welvaart op het platteland steeg. In het voorste gedeelte bevond zich het woongedeelte, daarachter is dan de deel met de stallen, dat van het voorhuis wordt afgescheiden door een brandmuur. In 1912, het jaar dat Willem trouwt, wordt een kleine aanbouw gerealiseerd, bedoeld als woonruimte voor de weduwe Smolders – van Zon. Na de oorlog is het stalgedeelte aan vervanging toe. Het oude woongedeelte blijft behouden totdat dit in de jaren veertig/vijftig ook vervangen wordt waardoor de nu bestaande boerderij ontstond. Sjef, de zoon van Willem, en zijn vrouw Henrica Vermelis komen later op de boerderij te wonen. Tegenwoordig wordt de boerderij bewoond door de familie Van de Plas – Smolders die er een boomkwekerij exploiteert.

Op een afsplitsing van de landerijen van de oude hoeve is in 1925 door Willem Smolders een nieuwe boerderij gebouwd, Biezenmortelsestraat 26. De boerderij komt later in bezit van dochter Anneke Smolders, die trouwt met Jan van den Bijgaart.

Op het perceel heide aan de Biezenmortelsestraat tegen de grens met Helvoirt bij Runsvoert dat vanouds bij deze hoeve hoorde staat tegenwoordig het pand Biezenmortelsestraat 65, bewoond door de familie Oerlemans. Het staat ook bekend als het voormalige molenhuis. Het is in 1885 gebouwd door molenaar Christ Hendriks en Johanna van Iersel toen zij hun standaardmolen lieten verplaatsen van de Oude Bosschebaan (Zandkant) naar de hoek Biezenmortelsestraat en de Runsvoort. Ook de door het echtpaar Van Iersel – Brekelmans gebouwde boerderij, Biezenmortelsestraat 61/63, is op dit perceel gebouwd.


De hoeve van Godschalck Roesmont


Het cijnsregister van de hertog uit 1340 laat zien dat Godschalck Roesmont meerdere cijnzen betaalt waaronder 17,5 oude schellingen, zes nieuwe schellingen voor een heide en drie nieuwe schellingen voor grond bij Helvoert. Dezelfde bedragen betaalt de Bossche armentafel ook. Het lijkt er sterk op dat dit de cijnzen zijn die beiden betalen voor de twee hoeven die in 1315 zijn verdeeld. In het volgende cijnsregister van 1380 is Godschalck Roesmont overleden en de cijnzen die hij betaalde zijn verdeeld. De cijns van 17,5 oude schelling is niet meer te vinden. In het cijnsregister staat wel dat de weduwe van Roelof Roesmont een cijns betaalt van twaalf nieuwe schellingen en een penning die Goetscalci Roesmont eerder betaalde. Ludolfus Ludolf van Boemel betaalt hetzelfde bedrag ook namens Godschalck. Mogelijk is de hertogcijns omgezet naar nieuwe munten. Op 14 januari 1388 krijgt Ludeken van Boemel de helft van een hoeve in bezit bij een erfdeling. De andere helft is van Mechteld, de weduwe van Roelof Roesmont. Dat ondersteunt de vermelding van de cijnsposten in het register van 1380. In 1403 verkrijgt Ludolf Ludolf van Boemel de andere helft van de erfgenamen van Roelof Roesmont. Daarmee is de hele hoeve weer in één hand gekomen. In het cijnsregister van 1448 betaalt Arnold Boest, echtgenoot van Agnes, de dochter van Ludolph Buck alias van Boemel, een cijns van 13,5 nieuwe schelling en nog een cijns van twaalf nieuwe schellingen en een penning.


Boerderijen aan de Biezenmortelsestraat


Het huis van de hoeve van Godschalck Roesmont stond aan de noordzijde van de Biezenmortelsestraat, ten westen van de Roeltjesdijk. Daar staan momenteel drie woningen, Biezenmortelsestraat 45, 47 en 49. Nummer 47 en 49 zijn oude boerderijen waarvan de historie ver teruggaat. Die op nummer 47 is generaties lang in bezit geweest van de familie Van Iersel. In 1732 komt de boerderij voor in een akte van erfdeling tussen de kinderen van Willem van Iersel en Adriaantje Peter Coolen. Het gaat dan om een huis, schuur, schop, varkenskooi, bakhuis en aangelegen hof en weiland, 7 lopense, te Udenhout in den Biesmortel. De nazaten van dit echtpaar wonen nog steeds in de directe omgeving van deze boerderij. In 1810 komt die via het huwelijk van Adriaantje van Iersel met Johannes van Laarhoven in bezit van de familie Van Laarhoven. Omstreeks 1920 kon Cornelis Brekelmans de boerderij kopen van zijn ongehuwde oom en tante janus en Johanna Maria Vugts, kinderen van Gerardus Vugts en Maria van Laarhoven.

De boerderij op de hoek van de Biezenmortelsestraat en de Roeltjesdijk was ook lang in bezit van een (andere) familie Van Iersel. De boerderij maakt deel uit van de nalatenschap van Cornelis van Iersel en zijn vrouw Maria van Broekhoven die in 1775 gedeeld wordt. De erfgenamen van zoon Geert verkopen de boerderij in 1817 op een publieke verkoop. Er is dan sprake van een bouwmanshuis met een stal, schuur en schop en nog een afzonderlijk burgerhuisje met aangelegen hof. Het schop stond bij het burgerhuis maar dat mocht door de koper van het bouwmanshuis verplaatst worden naar zijn eigen erf. Het bouwmanshuis stond aan de straat en daarachter stond de burgerwoning, die waarschijnlijk een uitrit had op de Roeltjesdijk. De burgerwoning blijft bij de verkoop in de familie, zoon Adriaan koopt die voor 410 gulden. Op een kadastrale kaart uit 1872 is te zien dat het burgerhuis later verplaatst is naar wat verderop aan de Roeltjesdijk. Het bouwmanshuis werd voor 500 gulden gekocht door de broers Joost en Adriaan van Iersel, van de andere familie Van Iersel die eeuwenlang de boerderij op nummer 47 in bezit had. Later woonden er de gebroeders Bertens, zonen van Hendrik Bertens en Petronella van Iersel. Eén van de drie broers, Joost, alias Joost van Heine, was medeoprichter van de Rabobank. Zij verkochten de boerderij in 1928 aan de familie Brekelmans – Mutsaards uit Berkel toen ze op latere leeftijd naar het dorp verhuisden.

De drie woningen aan de Biezenmortelsestraat, waar oorspronkelijk de oude huisplaats van de hoeve van Godschalck Roesmont was gelegen, worden tegenwoordig alle drie bewoond door een familie Brekelmans: Op nummer 45 de weduwe Toos Brekelmans – van de Sande, op nummer 47 haar zoon Kees. Op nummer 49 woont Peter Brekelmans.


De woning aan Roeltjesdijk


De woning aan Roeltjesdijk, ter plaatse van het huidige adres Biezenmortelsestraat 51, is gebouwd in 1848. Eigenaar is dan Jacobus Peters. In 1884 verkopen Anna Maria van Laarhoven, de weduwe van Jacobus Peters, en haar dochter Catharina de woning. Koper is Adriaan Witlox, waarna in 1896 zijn zoon Martinus Witlox eigenaar wordt. In 1920 volgt de verkoop van de woning aan Engelbertus (Bart) van Leijden. Zijn weduwe verkoopt de woning in 1955 aan Johannes (Jo) Nicolaas Maas. Tegenwoordig woont in het ene gedeelte zijn weduwe Cor Maas – Schellen en in het andere gedeelte zijn zoon Wim. Hoewel de woning is gelegen aan Roeltjesdijk, ligt deze niet op de grond van de oude hoeve Roeltjesdijk, maar op de grond van de oude hoeve van Godschalck Roesmont.


Huidige bewoning


Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woningen Biezenmortelsestraat 24, Biezenmortelsestraat 26, Biezenmortelsestraat 45, Biezenmortelsestraat 47, Biezenmortelsestraat 49, Biezenmortelsestraat 51, Biezenmortelsestraat 61/63 en Biezenmortelsestraat 65.


Bronvermeldingen


Brabants Historisch Informatiecentrum, RANBR index 135, Collectie Sandvoort, inv.3, fol. 567, 569, 570 brief dd. 20 augustus 1715.
Notarieel Archief Den Bosch N 3091 f 410 1749, N 3708 1823.
Regionaal Archief Tilburg, archiefnummer 847, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 472 f. 58v-61 (1763); inv.nr. 435 f. 122-123 (1795); inv.nr. 847 f. 55-61v (1732); inv.nr. 496 f. 158v-165v (1788); inv.nr. 493 f. 217-222v (1775); inv.nr. 432 f. 29v-30 (1784).
Regionaal Archief Tilburg, Notariële archieven van Udenhout, 1803-1935, inv.nr. 1 (1810); inv.nr. 9 f. 635 (1817).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Tafel van de Heilige Geest, inv.nr. 85 en 90 (1315); inv.nr. 1710 (1446) en 711 (1466).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Archief van de schepenbank van 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1179 f. 12 (1388); 1183 f. 172 (1403); 1237 f. 57 (1468).
- Toelichting cijnsregister.