Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

35 De hoeve van Jan van Oeckel

De hoeve van Jan van Oeckel
Odenhout kaart 35 vanOeckel.jpg
Vroegste vermelding 1340
Vroegst bekende eigenaar Nycholaus van Berkel


35 De hoeve van Jan van Oeckel
34.8 winkelsestraat.jpg
Zicht op de Winkelsehoek met de boerderijen van Bertens, Van de Pas en Heijmans, inmiddels alle drie vervangen door nieuwbouw.


35 De hoeve van Jan van Oeckel
32.8 witlox-van de wouw.jpg
Janus Heijmans en Adriana Heijmans-Bertus met hun zoon Tinus en dochter Anna te midden van ingekwartierde militairen en een onbekende man en vrouw.


35 De hoeve van Jan van Oeckel
34.3 winkelsestraat 29 (3).jpg
Pentekening van de achterzijde van de oude boerderij Winkelsestraat 29 (getekend door Adri van de Pas).

Beschrijving van de hoeve


Jan, zoon van Wouter van Oeckel, staat in het cijnsregister van 1380 genoemd voor een post van 15,5 oude schelling. Daarnaast betaalt hij ook nog negentien nieuwe schellingen voor heide bij Giersbergen. Hij is een zoon van Wouter van Oeckel en Margriet Godschalck Roesmont. De vader van Margriet verdeelde in 1315 twee hoeven, waarvan er één in bezit kwam van de Tafel van de Heilige Geest in 's-Hertogenbosch. De hoeve van Jan van Oeckel grensde aan deze twee hoeven van Godschalck Roesmont.

In 1422 of 1423 draagt Aert Willem vander Staeck een stuk land over aan Peter Collaert, zijn schoonzoon. Hij verklaart daarbij dat dit stuk land afkomstig is uit een goed dat eerder van Aert Jan van Oekel was en dat hij gekocht had van de diens erfgenamen.

Jan Jan van Oeckel verkoopt in 1422 de helft van een erfpacht van vijf lopense rogge aan Jan Michiel Leeuwen uit een hoeve die deels van hem was. Die hoeve was afkomstig van zijn vader Jan Wouter van Oeckel die hem op zijn beurt in erfpacht had verkregen van Gherijt van Berkel. De andere helft van deze erfpacht was in bezit van Jacop Hessel Jacops zoen. In 1433 draagt Aert zoon van Aert Jan van Oeckel zijn deel in een goed met timmeringen, gelegen in Udenhout, over aan Aert Willem vanden Stake. Daarmee is de hoeve aan het Winkel helemaal uit handen van de familie Van Oeckel geraakt.

De vermelding van Gherijt van Berkel in 1422 legt een relatie met de waarschijnlijk oudste vermelding van deze hoeve in het cijnsregister van 1340. In dat register betaalt Nycholaus de Berkel dezelfde 15,5 oude schellingen die Jan Wouters van Oeckel in 1380 voor zijn rekening neemt. In beide registers van 1340 en 1380 komt dit bedrag maar één keer voor. Verder pleit nog voor deze gang van zaken dat bij de vermelding in het cijnsregister van 1340 staat dat Nycholaus de Berkel de cijns betaalde voor de hereditate Mette Petri. Bovendien betaalt hij ook de 19 nieuwe schellingen voor heide bij Ghiersberge. De inschrijving van Jan van Oeckel in 1380 heeft eveneens de toevoeging de hereditate Mette Petri. Hoewel er (nog) geen bronnen zijn die aantonen dat deze hoeve van Nicolaes van Berkel in bezit is gekomen van Jan Wouter van Oeckel zijn de bewijzen wel heel sterk.

In 1381 verkoopt Gerit van Berkel een pacht van 5 mud rogge aan Jacob vanden Hoevel. Die pacht moet betaald worden uit een hoeve van Jan Wouters van Oeckel. Dat is de tweede verwijzing naar de verkoop van de hoeve aan het Winkel door Gerit, zoon van Nicolaas van Berkel, aan Jan Wouters van Oeckel. De vijf mud rogge moest Jan zeer waarschijnlijk betalen als erfpacht aan Gerit van Berkel. Gerit verkoopt deze erfpacht nu door aan Jacob vanden Hoevel.

Het feit dat de erfpacht van vijf mud (of lopense) rogge in 1422 al in tweeën was gedeeld wijst er op dat de oorspronkelijke hoeve op dat moment al gesplitst is. Het cijnsregister van 1448 laat dan ook een verdeling zien van de post van 15,5 oude schelling in drie posten. Een daarvan betaalt Bartholomeus de zoon van Peter Metten die Wagenmaker, namelijk vier oude schellingen en 3,5 penning. Zijn deel kwam uit het bezit van Elisabeth, de weduwe, en de kinderen van Peter Henrick Collaert, en daarvoor van de eerdergenoemde Jan Michiel Leeuwen.

De andere twee posten betaalt Katharina de weduwe van Aert Willem vander Staeck, namelijk acht oude schellingen en drie penningen en drie oude schellingen. Zij betaalt het deel van haar man en het deel dat eerder betaald werd door Jacob Hessels. Samen bedragen deze drie posten vijftien schellingen en 6,5 penning. Dat is bijna exact de cijnspost van 1380.

In 1505 is er sprake van wanbetaling van 1,5 mud rogge uit de vijf mud rogge van 1381. De helft van de hoeve, die nu als één hoeve wordt beschouwd, is dan in handen van Willem Appels. Hij is getrouwd met Elisabeth vanden Loe, kleindochter van Aert Willem vanden Staeck. Willem is zijn verplichtingen niet nagekomen en zijn hoeve wordt nu verkocht. In eerste instantie aan Luijtgart, de natuurlijke dochter van Willem Scilder. Zij verkoopt deze hoeve later dat jaar door aan Jan Gijsbrecht Lambrechts van Gorcum die daarmee de nieuwe eigenaar wordt. Hij komt dan in bezit van het zuidelijk deel van de oude hoeve aan het Winkel.

Uiteindelijk leidt het er toe dat de hoeve van Jan Wouter van Oeckel in tweeën is gesplitst. Het noordelijk deel van deze hoeve komt in het midden van 16de eeuw in bezit van de erfgenamen van Embrecht Goessen Emberts vanden Borch.

Het cijnsregister van 1522 geeft een genuanceerder beeld van de bezitsverhoudingen. Er zijn meer cijnsbetalers dan in 1448 door verdere verdeling van de landerijen tussen erfgenamen. De scheiding zien we tot op heden terug in het landschap. De steeg die onder Winkelsestraat 27 naar het oosten loopt, is de scheiding tussen de noordelijke helft en de zuidelijke helft van de oude hoeve van Nycholaus van Berkel uit 1340.


Huidige bewoning


Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woningen Winkelsestraat 27 en Winkelsestraat 29.


Bronvermeldingen


Regionaal Archief Tilburg, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 144 f. 24 (1422) en f. 55 (1423); inv.nr. 148 f. 11v (1433); inv.nr. 497 f. 72-76v (1790); inv.nr. 500 (f. 1-8v (1800).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Archief van de schepenbank van 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1176 f. 171v (1381); inv.nr. 1803 f. 73 (1505).
- Toelichting cijnsregister.