Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

21 Runsvoort

Runsvoort
Odenhout kaart 21 Runsvoort.jpg
Vroegste vermelding 1405
Vroegst bekende eigenaar Joannes en Willem, zonen van wijlen Jan vander Ziderwinden
Vroegst bekende pachter Heijlwich, weduwe van Wouter Wieric



21 Runsvoort
19.1 foto 28 oude bosschebaan 25.jpg
Oude Bosschebaan 25 in de jaren zestig. Het pand draagt de naam de Vriesdonk. Die oorspronkelijke hoeve lag in de directe omgeving, maar de exacte locatie is niet bekend.


21 Runsvoort
19.2 oude bosschebaan 25 (2).jpg
Oude Bosschebaan 25 in 2016.


21 Runsvoort
19.3 familie Melis Zandkant.jpg
Piet Melis en zijn vrouw Bertha van de Ven met hun vijf kinderen.

Beschrijving van de hoeve


De hoeve lag aan de Zandkant, waarschijnlijk ten zuiden van de Oude Bossche Baan, tussen Roelkensdijk en de Gijzelsestraat, ten noorden van de Zandleij. Er zijn niet veel bronnen te vinden over deze hoeve. Daarom is het moeilijk een exacte locatie te bepalen.

De beschrijving van de hoeve van de Tafel van de Heilige Geest in Biezenmortel (zie hoofdstuk 51) uit 1446 beschrijft onder meer 4 bunder heiveld ter stede geheiten runsvoert. Dat perceel ligt op de hoek van de huidige straat Runsvoort en de Biezenmortelsestraat. De Zandleij kronkelt daar nog door het landschap. Een voor de hand liggende verklaring voor het toponiem Runsvoort is: een doorwaadbare plaats (voort) door een water genaamd de Run. Dat water was misschien de voorloper van de Zandleij. Het woorddeel “run” betekende in de middeleeuwen ook: boomschors, de grondstof voor het looien van leer.

In 1405 geeft Jan Willem van Haren in erfpacht aan Claes vander Schueren de hoeve Runsvoert in Udenhout, deels in Helvoirt. De pacht bedraagt 10,5 mud rogge. Jan van Haren had deze hoeve verkregen van Willem en Jan, zonen van wijlen Jan vander Ziderwinden. Op 12 december 1422 verdelen de kinderen van Nicolaes vander Schueren en Agnes Roelof van den Venne de nalatenschap van hun ouders. Dan blijkt dat de hoeve Runsvoirt deels in Helvoirt ligt. Zoon Roelof van der Schueren krijgt bij de erfdeling een stuk rogland en beemd, eenvijfde deel van een bunder hei en een dagmaat in die Langdonc beemd. De andere vier erfgenamen krijgen ook ieder eenvijfde deel in bedoelde bunder en een dagmaat in genoemde beemd. Broer Jan krijgt een heiveld bij die Vrijesdonc, schoonzoon Aart vanden Brekelen, man van Margriet, krijgt een huis, erf, schaapskooi, mestplaats, akker en beemd. Schoonzoon Claes Wouter Toijt, getrouwd met Geertruijd, krijgt bouwland met hei en beemd en schoonzoon Thomas Marten vanden Brekelen krijgt bouwland in Helvoirt, bouwland en broekland in Udenhout. De hiervoor genoemde beschrijving van het perceel heiveld van de hoeve van de Tafel van de Heilige Geest van 's-Hertogenbosch uit 1446 geeft als grenzen van het perceel Art Boest ab uno ende die Haerensche gemeijnt (nu Gijzelsestraat) ab alio streckende van Jan Rolof Claes erfenisse totter gemeijnre strate (nu Biezenmortelsestraat). Jan Rolof Claes is een kleinzoon van de hiervoor genoemde Nicolaes vander Schueren en Agnes Roelof vanden Venne. Die aanduiding geeft wat meer houvast ten aanzien van de ligging van de hoeve Runsvoirt.

Er is een aantekening bewaard gebleven in het schepenprotocol van Oisterwijk uit juli 1493 waarin de inwoners van Helvoirt en Udenhout bij elkaar zijn geroepen omdat er onenigheid was ontstaan over het maken van een brug op ruijtwoert. Die naam moeten we waarschijnlijk als synoniem beschouwen van Runsvoort. De akte is niet afgemaakt en daarom weten we niet hoe die kwestie is afgelopen.

De cijnsregisters van de hertog bieden geen verder aanknopingspunt. Dat komt waarschijnlijk omdat er zowel in Helvoirt als in Udenhout percelen lagen van deze hoeve. Mogelijk biedt het cijnsregister van Helvoirt nog meer informatie. In 1706 was de pacht van 10,5 mud rogge die Nicolaas van der Schueren in 1405 had beloofd te betalen aan Johannes Willemszoon van Haeren in bezit gekomen van jonker Lambert Becx en zijn vrouw Catharina de Cock. De kinderen en erfgenamen van dit echtpaar verkopen die pacht op 9 september 1706 aan Peter van Endepoel, koopman in Den Bosch. Als Peter Jan Thomas Maes in 1713 een huis, hof, akkerland en weiland, alles bij elkaar 25 lopense groot, verkoopt aan Gijsbert van Engelen, rust op die landerijen een pacht van 10,5 vaten en acht kannen rogge aan Peter vanden Endenpoel. De overeenkomst tussen beide pachtsommen wijst er op dat die landerijen deel uitmaakten van de hoeve Runsvoirt uit het begin van de 15de eeuw. De hoeve was toen al in handen van Udenhouters.

Op 7 november 1714 worden de onroerende goederen, die Peter Maes verkocht aan Gijsbert van Engelen, vernaderd. Het recht van vernadering of van naasting kon worden ingeroepen door iemand die kon bewijzen nader verwant te zijn aan de verkoper dan de koper. Hij had dan van bloedswege het recht om het onroerend goed over te kopen. Dit recht gold tot in de vierde graad van bloedverwantschap. Het was Peter Peter Priems die van dat recht gebruik maakte als man van Adriana Joost van de Pas, dochter van Maria Antonis Roosen. Het huis aan de Zandkant was dus afkomstig van Antonis Roosen. Deze familie had verschillende huizen op de Zandkant, deels onder Udenhout en deels onder Helvoirt want de gemeentegrens liep over de Oude Bosschebaan, de noordkant was gemeente Helvoirt, de zuidkant gemeente Udenhout. De leden van de familie Roosen gaan zich later (ook) van Ros of van Rosch noemen.

Peter Peter Priems verkoopt in 1745 de helft van het huis en schop en 5 lopense land aan Antonij en zijn zuster Adriaantie van Rosch voor de som van 300 gulden. De andere helft wordt door hen in 1750 geërfd als ze mee mogen delen in de nalatenschap van Peter Priems en Adriaentie Joost van de Pas.

In 1772 is het huis eigendom van Michiel Arnout van de Ven, getrouwd met Petronella van Gorp, de dochter van Adriaantje van Rosch. Michiel van de Ven verkoopt dan een huis, schuur, schop en klein huisje met 5 lopense land en nog verschillend ander onroerend goed uit de nalatenschap van zijn schoonmoeder en haar broer. De gebouwen worden verkocht aan de Bossche timmerman Gerardus van der Vaart. Die verkoopt het een jaar later al door aan Peter Laurens Daniels die ook de naastgelegen boerderij in eigendom heeft. Ze bezitten dan een huijs, schuur, schop met nog een klein huijsken en 5 lopense land en daarnaast nog een ander huis en schuur op een perceel van 20 lopense. De huizen liggen aan een steeg die vanaf de Oude Bosschebaan richting de Biezenmortelsestraat loopt.


Huidige bewoning


Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woning Oude Bosschebaan 25.


Bronvermeldingen


Brabants Historisch Informatie Centrum, Schepenbank Helvoirt, 1422-1810, inv.nr. 43 f. 21 (1706).
Regionaal Archief Tilburg, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 198 f. 16 (1493); 409 f. 173-173v (1713 en 1714); inv.nr. 429 f. 2 (1773); inv.nr. 419 f. 87v (1745); inv.nr. 489 f. 250 (1750), inv.nr. 472 f. 176v (1772).
Regionaal Archief Tilburg, Notariële archieven van Oisterwijk, 1594-1935, inv.nr. 98 (8-3-1883).
Regionaal Archief Tilburg, archiefnummer 864, Dorpsbestuur Udenhout, 1597-1813, inv.nr. 106 f. 110 (1704); inv.nr. 109 f. 266 (1753); inv.nr. 112 f. 268 (1761); inv.nr. 114 f. 226 (1769) en f. 239 (1769); inv.nr. 116 (1777).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Tafel van de Heilige Geest, inv.nr. 710 (1446); inv.nr. 711 (1466?).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Archief van de schepenbank van 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1184 f. 212 (1405); inv.nr. 1193 f. 162 (1422).
Historische woordenboeken op internet, http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=MNW&id=47568 (Geraadpleegd op 26-12-2016).
- Toelichting cijnsregister.