Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

1940-1945; Dwangarbeid: Fam. Broeders - Rijpert: verschil tussen versies

(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Herinneringen van Sjana Broeders-Rijpert, verteld door mevr. Joke Roelands, dochter van Jos en Sjana Broeders. Bij het uitbreken van de oorlog op 13 mei, tweede Pi...')
(geen verschil)

Versie van 8 okt 2019 om 22:08

Herinneringen van Sjana Broeders-Rijpert, verteld door mevr. Joke Roelands, dochter van Jos en Sjana Broeders.

Bij het uitbreken van de oorlog op 13 mei, tweede Pinksterdag 1940, kwam een man, kloppend op ramen en zachtjes roepend, de mensen die in de Koningstraat woonden waarschuwen dat de Duitsers eraan kwamen en dat er volop geschoten werd. Toen de Duitsers dat merkten werd de man, zonder pardon, tegen een muur gezet en doodgeschoten.

Tewerkstelling

Om aan de dwangarbeid te ontkomen, heeft Jos zich verbrand, door zijn voeten met kokend water te overgieten. Dat mocht niet baten, hij moest toch naar Duitsland als dwangarbeider. Mijn vader werd tewerkgesteld in een Duitse dakpannenfabriek. Daar heeft hij nog twee mini-dakpannetjes gemaakt. Op het ene dakpannetje staat geschreven: ”Eigen haard, is goud waard”. Op het andere dakpannetje staat: “Oost West, Thuis Best” en bij beide de datum op de achterkant, Juni 1940.

Vluchten

Nadat mijn vader opgepakt was voor de dwangarbeid, wist hij te ontsnappen en vluchtte terug naar huis. Hij begreep dat de Duitsers hem zouden komen zoeken en verstopte zich in de kruipruimte van de kamer van ons huis, zeil en vloerkleed erover en hopen op de goede afloop. Toen de Duitsers kwamen om hem op te halen, troffen ze een huilende vrouw. De Duitse soldaten dachten dat ma huilde omdat haar man weg was en bliezen ze de aftocht. In werkelijkheid huilde ma omdat ze blij was dat pa, weliswaar verstopt, terug thuis was.

En toen….naar huis

Na de bevrijding konden de dwangarbeiders weer terug naar huis. Bijna iedereen die voor de dwangarbeid weg was geweest, was al thuisgekomen. Maar van mijn vader was nog geen spoor te bekennen. Dat was voor ons ma een hele moeilijke tijd. Waar is mijn man? Leeft hij nog? Omdat Jos zich, om te ontluizen, niet kaal liet scheren en ook geen andere kleren aantrok, was hij veel langer en vaak lopend onderweg. Alleen het laatste stuk van Oosterhout naar ‘t Veer heeft hij bij een vrouw achterop de fiets gezeten.

Ondanks dat Jos meerdere keren gevlucht is en terug naar huis kwam, heeft hij de meeste tijd van de vijf oorlogsjaren in Duitsland onder erbarmelijke omstandigheden dwangarbeid verricht. Hij was al in juni 1940 in de dakpannenfabriek en kwam pas na de bevrijding in 1945 weer thuis.

Ma vertelde ook altijd, dat ze balen stro tegen de muren zette om het huis en ons te beschermen tegen het oorlogsgeweld. Daarna kon ze weer aan de schoonmaak, want dan zat het huis vol met luizen en vlooien.

Heeft u aanvullingen of wijzigingen bij dit artikel? opdekaart@veerserfgoed.nl