Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Zuinigheid

Na school gingen Tiest Elands en zijn vriendje graag naar opa Adriaan Swaans, schoenmaker in een huisje op het adres Kreitenmolenstraat 9. Van oma kreeg je een appel of een pepermuntje. Bij opa mocht je kijken als hij bezig was met een schoen te maken. Opa vond het nog net goed als Tiest een hamer en een spijkertje pakte en het spijkertje in een houtblok timmerde. Maar als Tiest een tweede spijkertje wilde pakken, zei opa niks, maar zijn ogen keken je aan dat je geen spijkertje meer durfde te nemen. Mensen waren te arm om zomaar onverdoens spijkertjes te gebruiken.