Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Zoeaven

Zoeaven waren vrijwillige soldaten die in Italië streden voor het behoud van de kerkelijke staat, die toen nog een aanzienlijk deel van Midden-Italië besloeg.

Tussen 1861 en 1870 trokken ruim elfduizend vrijwilligers naar Rome. Officieel maakten destijds 3181 Nederlanders die verre reis, waaronder 65 voornamelijk jonge Tilburgers. De eerste Tilburgse zoeaven vertrokken in februari 1866, de laatste keerden in oktober 1870 terug in Nederland, nadat met de val van Rome (20 september 1870) de strijd was beëindigd.

Ze gingen uit overtuiging en verwierven veel respect binnen de Tilburgse gemeenschap, alleen al omdat ze meer van de wereld gezien hadden dan hun meeste plaatsgenoten. Voor vele zoeaven was die periode bepalend voor hun verdere leven. Ze verenigden zich in de broederschap Fidei et Virtuti (Latijn: Geloof en Deugd), die aanvankelijk thuis was in een café op de hoek van de Spoorlaan en de Heuvel. Nadien kreeg de broederschap een eigen onderkomen in de Koestraat. Een apart verschijnsel was het Liefdewerk Oud Papier, een vereniging die in 1876 door Fidei et Virtuti werd opgericht met het doel geld in te zamelen voor de paus.

De bekendste Tilburgse zoeaaf was Antoine Arts, de laatste was Adriaan Lemmers. Hij overleed op 96-jarige leeftijd, toen een motor hem had aangereden voor zijn huis in de Lange Schijfstraat (Noordhoekring). Met gevoel voor dramatiek schreef de krant in 1938 ‘dat hij, die in het warme Italië had gevochten voor de paus en het geweervuur had getrotseerd, nu omkwam in het moderne verkeer’.

Zie ook

Zoeaaf (Udenhout Wiki)

Het Geheugen van Tilburg