Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Zigeuners in Gilze en Rijen

In 1979 kwam een groep Roma (zigeuners) in Gilze en Rijen wonen, allen behorend tot de familie Hopic. Ze kwamen oorspronkelijk uit Joegoslavië, maar waren al vanaf 1970 in Nederland. Het initiatief om naar Nederland te gaan was genomen door Hajrija Hopic-Salkanovic. Ze was in 1932 in Joegoslavië geboren. Veel familieleden waren in de Tweede Wereldoorlog omgebracht. Ze wilde voor haar kinderen en kleinkinderen de beste mogelijkheden voor opleiding en werk. Bovendien voelde zij zich in Joegoslavië niet echt welkom.

Burgemeester Ballings verwelkomt de familie Hopic

Voordat ze in 1979 onder andere in Gilze en Rijen hun eerste woonruimte kregen, hadden ze tien jaar lang door Nederland gezworven. Ze kregen een plek toegewezen in Assen, in Amsterdam, in Rotterdam, in Tiel, Lekkerkerk, Ede, Veendam en Nieuwegein. Ze zijn zelfs tussendoor een keer teruggestuurd naar Joegoslavië. Het toenmalige ministerie van CRM (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) en Stichting Release (een organisatie voor maatschappelijk werk) hadden de verantwoordelijkheid voor de familie op zich genomen. Veel zigeuners waren stateloos, pas vanaf 1977 werden ze geregistreerd, waarna ze een verblijfsvergunning konden aanvragen. Tot die tijd was de Regeling Hopic van kracht, een experimentele regeling rondom verblijfsvergunningen. In 1977 werd door de regering Den Uyl van deze regeling een definitieve verblijfsregeling gemaakt.

Vanaf de zeventiger jaren was er een Europese afspraak: ieder land zou een aantal zigeunergezinnen opnemen. De gemeentes zouden geld van het Rijk krijgen voor opvang en integratiemaatregelen gedurende 5 jaar. Daarna zou de integratie voltooid moeten zijn. In 1978 deed de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) daarom een oproep aan de gemeentes om huisvesting beschikbaar te stellen. Gilze en Rijen verleende medewerking aan het verzoek, maar wilde vooraf weten of de zigeuners bereid waren om te integreren en of het Rijk inderdaad alle kosten integraal vergoedde. In de gemeente was er vanaf 1978 een ‘Werkgroep zigeuners’ actief die via informatie de acceptatie en integratie op gang wilde brengen. In deze werkgroep zaten: Ad Mol, Corina van Steenhoven, Bede Dunn en Elly Brouwer, vertegenwoordigers van de kerk, het maatschappelijk werk en Amnesty International. Belangrijk voor de werkgroep was, dat de zigeuners menswaardig werden opgevangen. Al voor de komst van de familie Hopic naar de gemeente organiseerde deze werkgroep informatiebijeenkomsten, ontwierp een folder en regelde daarna ontmoetingsbijeenkomsten tussen de familie Hopic en de buurtbewoners. Er was overleg met andere gemeentes en met de Stuurgroep van de gemeente Gilze en Rijen die een locatie aan moest wijzen en ambtelijke regels vaststellen. Gilze en Rijen bood de VNG een plek aan voor acht of negen gezinnen; in totaal kwamen er in december 1979 ongeveer veertig zigeuners naar Gilze en Rijen. Ze werden eerst gehuisvest in de voormalige Landbouwschool in Hulten. Daarna in wisselwoningen in de Mosstraat en aan de Zwarte Dijk in Rijen. Vervolgens kwamen ze in woningen in Gilze en in Rijen. De komst naar de gemeente hier ging niet zonder slag of stoot. In december 1979 werd een drukbezochte informatiebijeenkomst gehouden in Hulten. Er kwamen felle bezwaren vanuit de wijk Wolfsweide en er heersten veel vooroordelen. Dat voorkwam niet dat de zigeuners in december 1979 naar Hulten kwamen en een halfjaar later naar Rijen.

Onderwijs

De leerplichtige kinderen, bij aankomst in 1979 waren dat er negen, kregen onderwijs op kleuterschool De Brakken en basisschool Pius X. De groepen werden klein gehouden; het onderwijs was namelijk erg arbeidsintensief. Er kwam een apart, eigen lokaal. Het onderwijs startte pas in 1980 na aankomst in Rijen in de wisselwoningen. In Hulten kregen de kinderen nog geen onderwijs. De kinderen van zeven tot dertien jaar zaten bij elkaar in een klas en begonnen allemaal met de leerstof van groep drie. Maar elke dag waren ze een uur in een ‘gewone’ klas om te tekenen, voor handenarbeid, muziek of gym. Dat was vooral

Integratie

Hoe is het daarna verlopen? Moeizaam. Een half jaar na de komst van de zigeuners verklaarde de gemeentelijke projectleider in de krant: ‘Ach, er zijn natuurlijk wel eens kleine probleempjes. Maar echte moeilijkheden hebben we niet’. Dat was tè rooskleurig voorgesteld, na vijf jaar was de integratie niet voltooid. Wethouder Joosen meldde in 1984 dat de zigeuners volledig gedesintegreerd en buiten de samenleving leefden. Leden van de Tweede Kamer die op bezoek waren geweest in de gemeente, waren nogal geschrokken. Er kwam daarom verlenging van subsidie van het Rijk. Het wreekte zich dat de zigeuners een heel andere cultuur hadden. De Nederlandse maatschappij was niet ingericht op opvang van deze mensen. Er is door gemeente en bijvoorbeeld het onderwijs heel veel geïnvesteerd in de integratie. Leerkrachten van de Pius X-school gingen wekelijks bij de gezinnen op bezoek, bleven over met de kinderen en deden ook buiten schooltijd allerlei dingen met hen. Ook de familie Hopic was ontevreden over hun integratie. In 1994 zei Sefko Hopic in de krant: Ik denk dat de gemeente een fout heeft gemaakt; ze stuurde ons, volwassen mannen, naar school. Ik moest me inschrijven bij het arbeidsbureau, maar er was voor mij geen werk, zeiden ze. Nu ben ik 47 en krijg ik te horen dat ik te oud ben. De bazen willen ons gewoon niet, omdat ze zigeuners niet vertrouwen. De gemeente stopte eind 1995 met het reserveren van extra geld voor de begeleiding van de zigeuners.

In 2022 wonen er bijna geen zigeuners meer in Gilze en Rijen; vanaf het moment dat er geen speciale regelingen meer golden voor deze groep, waren ze “vrij” om elders werk en woonruimte te zoeken.

Overigens wordt de benaming zigeuners nu niet meer gebruikt. De gangbare aanduiding is tegenwoordig Roma.

Mustafa Hopic en Hajrija Salkanovic.Foto Klaas Burger

In 2021 is er door Klaas Burger en Michel Hopic een documentaire gemaakt, (R)oma, een (familie)geschiedenis. Het vertelt vooral het verhaal van Hajrija Hopic (1932 – 2020).