Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Z-opleiding

Assisië
Zopleiding.jpg
Studieboeken Z-opleiding


Interne opleiding

In 1970 werd voor het eerst gesproken over de Z-opleiding. Deze werd overigens pas in 1978 officieel erkend. In 1970 werd Wim van de Sande hoofd Opleidingen. De docenten in die tijd waren voornamelijk stafmedewerkers. Zo gaf dokter Huismans anatomie, fysiologie en ziekteleer, dokter Van Dongen psychopathologie en zijn zoon Frank pedagogiek. Laborante Ria Vugts verzorgde de natuurkundelessen en Wim van de Sande gaf verpleegkunde. Men kon naast de kennisvakken ook kiezen voor sport en spel of handenarbeid. Sport en spel werd in die tijd gegeven door Jan Staps. Ook kwamen fysiotherapie en logopedie aan de orde. Dokter Van Dongen stopte met lesgeven toen hij geneesheer-directeur werd. Wim Rovers werd docent natuurkunde. Alle medewerkers hadden in die tijd heel veel waardering voor dokter Huismans. Hij was een hele goede docent bij de opleiding Z-verpleegkundige. Als hij lichaamskenmerken van bepaalde ziektebeelden wilde uitleggen, haalde hij op een vriendelijke laagdrempelige manier een bewoner erbij om die kenmerken aan te wijzen. “Dat waren lessen die je de rest van je leven niet meer vergeet!”.

Leerling-verpleegkundigen

De leerling-verpleegkundigen liepen vanaf de eerste dag al op de afdelingen. In eerste instantie was men werknemer, pas in tweede instantie leerling. Dat veranderde in 1975, toen de eerstejaars-leerlingen de theoretische lessen gingen volken op de Cosa in Tilburg (Grenslandcollege). Deze opleiding werd niet alleen gevolgd door leerlingen van Assisië, maar door leerlingen van alle instellingen uit de regio zoals Vincentius en Piusoord. De sfeer veranderde daardoor wel een heel stuk. Daarvoor was de onderlinge band veel groter. Op Assisië was er een grote betrokkenheid als complete groep. In Tilburg werden de leerlingen verdeeld over de diverse groepen. Bovendien was ook de diploma-uitreiking in Tilburg.

Voorbereidende periode

In 1986 werd de voorbereidende periode uitgebreid naar zeven maanden. In die periode krijgen leerlingen basistheorie en loopt men twintig dagen stage. Als leerlingen die periode met goed gevolg hebben afgelegd wordt een geschiktheidsverklaring afgegeven. Daarna sluit men een leerarbeidsovereenkomst af en hebben leerlingen in feite een dubbele pet. Ze zijn dan zowel leerling als werknemer. Vervolgens zijn er drie leerperioden, Tijdens de eerste leerperiode van een jaar gaat men acht weken naar school. Ook in de tweede leerperiode van een jaar. In het derde jaar hebben leerlingen nog vijf schoolweken en is men negen maanden op een afdeling. In 1973 waren er 120 leerlingen, in 1994 57. Oudere verplegers volgden vanaf 1989 met bij- en nascholingsprogramma’s.

Eerste weken flink wennen

Voor nieuwe medewerkers was het de eerste weken flink wennen. Het leek wel of zij bewust op een bedzaal werden ingezet. De eerste dagen ziek thuiskomen van de poeplucht. Mensen uit bed tillen, in- en uit bad, afdrogen en weer terug bed. Er waren enkel grote katoenen luiers. “Waar ben ik aan begonnen?”, heeft menigeen toen gedacht. Als men die afdeling had gehad, waar een indringende lucht hing, had men het gevoel, alle overige werk aan te kunnen. Daarbij opgeteld een ervaring zoals Piet Wilborts had op de afdeling Maria 2, eind jaren ‘60 (52 bewoners) bij broeder Matthias (van Diessen). Als alle jongens in bad waren geweest dan werd er voor het ontbijt gezamenlijk gebeden. Iedereen op de knieën, ook alle aanwezige verplegend personeel. Een wereld die leek te hebben stilgestaan. Maar de zorg voor de gehandicapte medemensen wist medewerkers te inspireren en te motiveren.