Wollenstoffenfabrikant
Wilhelmus Petrus Adrianus Mutsaers (Tilburg 1833 – Tilburg 1907) werd in 1868 lid van Provinciale Staten, als afgevaardigde voor Tilburg. Hij was van 1874 tot 1901 lid van Gedeputeerde Staten en sinds 1889 lid van de Tweede Kamer, achtereenvolgens voor de districten Eindhoven en Waalwijk. Hij stond onder andere bij Schaepman bekend onder de bijnaam ‘de paus van Tilburg’, vanwege zijn conservatieve katholieke opvattingen. In 1901 werd hij burgemeester van Tilburg. In zijn eerste toespraak tot de gemeenteraad zei hij dat alleen zijn liefde voor Tilburg hem ertoe had gebracht op zo’n hoge leeftijd dit burgemeesterschap te ambiëren en hier zijn laatste levensjaren te slijten. Om zijn krachten geheel aan de gemeente te kunnen wijden, stelde hij zich in 1905 niet meer herkiesbaar voor de Tweede Kamer. Mutsaers was ook voorzitter van de Bijzondere Raad van de
Sint Vincentiusvereniging en lid van het kerkbestuur van de parochie ‘t Heike.
