Waterstaatskerk Udenhout
Nadat aanvankelijk pastoor Reijs eerste initiatieven had genomen, was het pastoor Verschuure die de bouw van een nieuwe kerk ter hand nam ter vervanging van de oude schuurkerk. Hij zocht contact met architect Lafertée uit Den Bosch. Zij kwamen tot een nieuw ontwerp dat op onderdelen afweek van het ontwerp van pastoor Reijs. Er ging een nieuwe subsidie-aanvraag naar Den Haag. Op 4 maart 1839 kwam er een positief bericht: het Rijk verleende een subsidie van 12.000 gulden, uit te keren in drie jaarlijkse termijnen. Er was wel een voorwaarde aan de toekenning verbonden: er moest overleg plaatsvinden met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Waterstaat over het doorvoeren van bezuinigingen om de geraamde kosten van 58.000 gulden niet te overschrijden. Op 23 mei 1839 kocht het kerkbestuur de benodigde grond van Robben, gelegen naast de oude schuurkerk aan de Slimstraat. Notaris Van den Bosch schonk de koopsom van de grond. Nog geen maand later, op 17 juni 1839, vond de aanbesteding plaats. In eerste instantie ging de opdracht naar de laagste inschrijver, Jacobus van Calker uit Engelen. Later kwam er een aannemer bij, de een na laagste inschrijver, Reinier van Driel uit Stratum. De aannemers moesten de kerk en de toren met plafond bouwen voor 53.374 gulden. Voor de rest zou men zelf zorgen. De financiën bleven de grote zorg van pastoor Verschuure. Hij liet dan ook geen middel ongebruikt om aan de benodigde gelden te komen. De parochie sloot vanaf 1840 veel leningen af met parochianen en anderen. Daarnaast kwamen er ook heel veel schenkingen binnen voor het nieuwe interieur van de kerk. Een vrijwillige intekening leverde 13.910 gulden op. Voor een preekstoel en twee beelden op de kleine altaren, twee kleine klokken in de toren en een nieuwe communiebank gaven de Udenhouters gul. De onderwijzer Christiaan Kuypers kwam met een aanbieding voor een orgel. Op 4 mei 1840 legde pastoor Verschuure de eerste steen van de nieuwe kerk. Voor de levering van materiaal of het ophalen van bouwmaterialen uit andere plaatsen boden vele Udenhouters gratis hun paarden en karren aan. De bouw verliep voorspoedig en op 7 oktober 1841 wijdde Cornelius Ludovicus baron van Wijkerslooth, bisschop van Curium i.p.i. (= in partibus infidelium = in de gebieden der ongelovigen = titel voor een bisschop zonder eigen bisdom), de nieuwe kerk in, toegewijd aan de Heilige Lambertus. Een prachtig nieuwe kerk met een fiere toren en een ingang aan de straatkant. Hiermee sloot katholiek Udenhout een periode van geloofsonderdrukking definitief af. Tijdens de bouw van de kerk, toen de muur hoog genoeg was, hing er een spandoek aan de straatkant: In achttien veertig verkoos de Hemelkoning in plaats van eene schuur deez' kerk zich tot een woning.