Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Watersnoodramp - Gilze en Rijen 1

'Het water kwam steeds hoger'

Lau Lavooij, afkomstig uit het Zeeuwse Kruiningen, was bijna vijf jaar toen hij de watersnoodramp in 1953 meemaakte. ‘De Ramp’ zoals ze nu, zeventig jaar later in Zeeland nog zeggen. Het gebeuren maakte grote indruk op hem en ondanks zijn jonge leeftijd heeft hij er nog scherpe herinneringen aan. In Kruiningen, toen een dorp van zo’n 3000 inwoners, zijn 62 inwoners verdronken. Als voorbereiding voor een themapagina van Heemkring Molenheide in het weekblad, heeft Walter de Vet met Lau gesproken. Maar zijn persoonlijke verhaal is een artikel op zich geworden.

In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 werd Nederland getroffen door de grootste natuurramp van de twintigste eeuw. Door een zeer diepe depressie met orkaankracht en springvloed werd het water in de Noordzee opgestuwd. Tegen dit natuurgeweld waren de dijken niet bestand met desastreuze gevolgen. Op negentig plaatsen braken dijken door en inwoners van Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en delen van West-Brabant werden verrast door een grote overstroming. Er verdronken ruim 1.800 mensen en tienduizenden dieren en zo’n 100.000 inwoners werden geëvacueerd.

Nog drie, nog twee

“Om half drie ‘s-nachts begonnen de klokken in Kruiningen te luiden. Het gezin werd wakker. Het was niet meteen duidelijk wat er aan de hand was. Er waren na middernacht geen radio-uitzendingen meer. Mijn vader pakte de fiets om bij opoe en opa te gaan kijken die aan de andere kant van het dorp woonden. Maar hij moest halverwege omdraaien en kwam terug. Er stond al water in de straten,” weet Lau te vertellen. Bij Kruiningen waren er bij de Veerhaven en aansluitende dijken drie gaten geslagen, één van de eerste dijkdoorbraken van De Ramp. Het water stroomde de polders van Kruiningen in. Het arbeidersgezin Lavooij met ouders en vier kinderen woonde in een rijtjeswoning in een lager gedeelte van het dorp. “Het water stroomde langzaam ons huis in. Wij bleven met moeder op de eerste verdieping. Vader en mijn oudste zus brachten wat spullen omhoog. De gordijnen werden omhooggehouden op de rails. Achteraf gezien compleet zinloos. Het was heel spannend toen de kelderdeur dichtsloeg op het moment dat mijn zus nog iets uit de kelder ging halen. Tegen de druk van het water in kon ze samen met vader de deur nog net openkrijgen. Het water in het huis bleef stijgen. Vanaf de bovenverdieping zagen we het waterpeil langs de trap gestaag omhoog komen. Nog drie treden! Nog twee treden!, riepen we.”

Angstig en onzeker

“Het was een bulderend lawaai met een orkaanwind en het water dat tegen het huis klotste. De hele straat was klaarwakker en mensen schreeuwden vanuit de slaapkamerramen naar elkaar. Een overbuurman sloeg een gat in het dak. Wij zaten inmiddels op de slaapkamer op bed. Vader opende het luik naar het zachtboard plafond zodat we op de vliering konden. De gedroogde appeltjes op een paar planken op de houten balken was het enige eten die dag. “ Angstig en onzeker wachtten de mensen op de dingen die gingen komen. De zondag zakte het water niet. Integendeel, de tweede vloed op zondagmiddag kwam nog hoger en kostte veel slachtoffers. Vrijstaande huizen in de polder stortten in door de waterdruk en brokstukken en dieren die tegen de huizen aanbotsten. De veerboot werd door de sterke stroming de polder ingesleurd. En hulp bleef vooralsnog uit. “Toen het ’s-morgens licht werd zagen we van alles door de straat drijven. Ons konijnenhok kwam voorbij drijven, het konijn in paniek maar nog levend. Op zondag voeren er platbodemschuiten door de straten om de eerste mensen te evacueren. Ook wij konden instappen vanuit het slaapkamerraam. Het water stond tot op dat moment zo’n 20 cm op de verdiepingsvloer en bleek later tot aan de raamhengsels te hebben gestaan. Behalve onze kleren, een extra trui en jas konden we niks meenemen.”


Evacuatie per boot op de ondergelopen Markt in Kruiningen © Beeldbank Zeeland

In het postkantoor

”We werden met de boot naar de Markt in Kruiningen gebracht die wat hoger lag. Daar stond het water ‘maar’ één meter hoog. We hebben de nacht van zondag op maandag doorgebracht op de bovenverdieping van het postkantoor bij Ome Kees. Een tweede evacuatie vond op maandagmorgen plaats. Bij eb werden we met paard en wagen over de oude rijksweg naar de Zanddijk gebracht. De weg stond nog ongeveer een meter onder water en tegen de dijken lagen dode dieren. Op de Zanddijk stonden bussen klaar om ons naar Goes te brengen. Daar werd schone kleding uitgereikt.” “Er was inmiddels een hele noodorganisatie op gang gebracht. Wij werden in Wemeldinge ondergebracht op twee adressen, bij de bakker en bij de smid in de Dorpstraat. De kinderen werden over vader en moeder verdeeld. Opoe en Opa zaten ook in Wemeldinge bij een zus. We zouden uiteindelijk negen maanden in Wemeldinge blijven. Ik heb daar goede herinneringen aan en ben daar naar school gegaan. Kan me de hond van de bakker nog herinneren. Hij heette Polly zoals onze hond nu ook heet. Maar voor moeder was het niet gemakkelijk in een vreemd gezin. We hebben nog jaarlijks een bezoek gebracht aan het bakkersgezin in Wemeldinge.”

Gat gedicht

“Als eerste gezin in onze straat gingen we in november 1953 terug naar ons huis in Kruiningen. Het gat in de dijk was gedicht met caissons. De fiets die vader ‘s-nachts tegen de achtergevel had gezet stond daar nog. Een Keulse pot met bonen met een grote kei erop stond nog in de kelder. Maar verder was alles in huis weg of kapot. Er lag in en buiten het huis een laag modder. Alle bomen en struiken waren dood of weggespoeld. De kersenboom van Opoe en Opa heeft nog 1 zomer gebloeid maar was daarna ook dood.” “Voor mijn ouders was het schoonmaken en met niks opnieuw beginnen een zware opgave. Onder het motto ‘beurzen open en dijken dicht’ was er steun vanuit het rampenfonds. Zo kregen alle gezinnen (dezelfde) nieuwe bedden. Eén zo’n bed heeft nog jarenlang dienst gedaan als logeerbed toen we in Gilze woonden. Maar in het huis dat maanden in zout water had gestaan liet het behang elk jaar los als de kachel in de winter weer aan moest. Pas vele jaren later werden de huurwoningen gerenoveerd en de stuclaag vervangen.”

Vrouwen onderweg om huizen in Kruiningen schoon te maken na de Watersnoodramp. © Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Pim Stuifbergen

Mijn opoe

“Voor mij als kind waren de eerste jaren na de Ramp een waar eldorado. Er was volop speelgelegenheid op straat waar sommige huizen of schuren nog lang ruïnes waren. We vonden van alles op straat. Ik herinner me nog een slee waar ik zelf nog jarenlang mee gespeeld heb. Het beeld wat ik heb van de wederopbouw is die van de draglines die in de polders de sloten opnieuw moesten uitgraven. Bij de caissons waarmee de dijken gedicht werden heb ik nog jarenlang gezwommen.” Een blijvende herinnering aan De Ramp is het Watersnoodmonument in Kruiningen. Het beeld van een jonge vrouw die een verdronken kindje tegen zich aandrukt. Het beeld dat door Jan Wolkers is ontworpen werd in brons gegoten. In 1957 werd het beeld naast de kerk in Kruiningen onthuld. “Mijn Opoe staat op één van de foto’s bij de onthulling in traditionele Zeeuwse klederdracht. In Kruiningen worden de slachtoffers van de Ramp nog elk jaar herdacht. Bij de herdenking bij het Watersnoodmonument lezen schoolkinderen de namen en leeftijden op van de slachtoffers. Zoals in Gilze bij de dodenherdenking de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog genoemd worden.”

“Mijn Opoe” van Lavooij met Zeeuwse muts staat tweede van links bij de onthulling van het Watersnoodmonument” © Herbert Behrens / Anefo, Nationaal Archief. © Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Pim Stuifbergen

Het gezin Lavooij verloor alle persoonlijke bezittingen maar gelukkig vielen er geen slachtoffers in zijn familie. Mede daardoor kan Lau er zonder trauma over vertellen. Evengoed een indrukwekkend verhaal wat hiermee voor het nageslacht bewaard is gebleven. Zeeuwse historie die in Gilze aangespoeld is.






Tekst: Walter de Vet; Fotoredactie: Piet Weterings

Dit artikel is in februari 2023 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide.