Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Landschapspark D’n Steenakker - al wandelend wegdromen

Met Hollandse prinsen en Spaanse manschappen in processie

Wandelend of fietsend langs Ridderstraat en Water aan de Warande zag je het de laatste maanden langzaam gebeuren. Met de aanleg van D’n Steenakker – 2,5 hectare groot – zijn we net buiten Gilze een mooi wijds landschapspark rijker. Niet alleen de naam van het park verwijst naar de historie, drie (nog kleine) zomerlindes op een heuvel brengen de heilige Pieterboom in herinnering die daar in vroeger tijden stond. En er valt nog veel meer te vertellen over wat er in deze omgeving allemaal voorbijtrok. Van Prinsen van Oranje tot Spinola en zijn Spaanse manschappen en van een neergestorte Engelse Hudson tot Merovingische kralen en paalsporen uit de IJzertijd. Lees hoe historisch de grond hier is en weet waar je loopt.

Maar eerst de recente voorgeschiedenis, ook niet onbelangrijk. Het waren Natuur- en Landschapsvereniging Gilze en Rijen (NLGR) en Kern’75 die het initiatief namen voor de aanleg van het park. Als onderdeel van het grotere Groenkwaliteitsplan dat zij voor de hele gemeente hebben uitgedacht. Uitgangspunt was om gekapte bomen met kwaliteitsgroen te compenseren. Zij vroegen de Gilse landschapsarchitect Barbara Roozen om een ontwerp te maken. En behalve dat die een prachtige groene buffer tussen het dorp heeft ontworpen met glooiende heuvels, zorgvuldig gekozen beplanting en aandacht voor biodiversiteit, blijkt zijzélf meteen al een bruggetje naar de geschiedenis te maken. Haar meisjesnaam Barbara Hoevenaars kom je – geloof het of niet – al in 1832 bij een van de percelen op de kadasterkaart van D’n Steenakker tegen.

Akkers met keien

Waar komt trouwens die naam vandaan, D’n Steenakker? Tussen Ridderstraat, Nieuwstraat en de Warande had je vroeger akkers, die samen de Gilzesche Steenakkers heetten. Al in het cijnsboek van 1456 (cijns = belasting) vind je de benaming ‘Steenacker’. Het woord staat voor slechte en moeilijk te bewerken grond met veel keien en keitjes. Dat is vast zwoegen geweest voor de landbewerkers van toen. Leg je twee plattegrondjes - van 1762 en 1996 - naast elkaar, dan zie je dat het nieuwe park de laatste punt van die Gilzesche Steenakker beslaat. Het andere overgrote deel is in de loop van de jaren al met woningen bebouwd: de wijk de Steenakkers.

Van Pieterboom naar ‘selfie-boom’

Situatie Steenakkers in 1762

Een fysieke link met de historie is dus de driedelige Pieter- of Petrusboom middenin het nieuwe park. Welk verhaal daar achter zit? Op datzelfde plattegrondje van 1762 zie je dat die heilige boom eeuwen geleden net naast het huidige parkgebied, in het ‘Kraayenbosch’ stond. Volgens een akte was er in Gilze in 1416 al sprake van een ‘Sente Petersboem’. In 1851 schreef Meester Schrauwen (hoofd van de school in Gilze), dat er in vroeger tijden processies gehouden werden, van de kerk naar de boom en weer terug. Dit gebruik stamde al uit de tijd van de Germanen en werd aangepast aan de christelijke traditie. Tegen het einde van de 18e eeuw moet de boom verdwenen zijn. Ontwerper van het park, Barbara Roozen, schrijft op haar website: ‘Het is nu tijd om een oude traditie om te vormen naar een nieuwe, zodat de bomen vereerd blijven. Door een fijne plek onder de boom te creëren kan de mens in contact komen met de natuur. Maar het zou ook een 'selfie-boom' kunnen worden, waar mensen zichzelf vereren met een mooie instagramfoto, met de boom als mooie groene achtergrond’.

Jachtslot Prinsen van Oranje

Wat in 1456 ook al in het cijnsboek stond, was de aanduiding ‘aen de Warande’. Nóg een vingerwijzing naar de geschiedenis die je terugvindt in het huidige stratenplan. Een heel bijzondere geschiedenis, want hiermee kom je bij de Prinsen van Oranje uit. Warande staat voor ‘beschermd jachtgebied’ en vóór 1795 had de Prins van Oranje hier in dit bosgebied als Heer van Breda het jachtrecht. Alleen de heer of zijn gemachtigde mochten er op grofwild zoals edelherten, wilde zwijnen en reeën jagen. Waar honden nu dagelijks bij Water aan de Warande weliswaar aangelijnd maar tevreden hun rondjes dribbelen, was het jachtreglement van 1751 van de Prins heel wat hardvochtiger voor hen. Het bepaalde dat iedereen in de jachttijd verplicht was ‘sijne honden aan te hangen houte kluppelen langh ten minste twee voeten (60 cm)’. Want zie met een houten kluppel om de nek maar eens wild te achtervolgen. Bij hun jachtgebied hadden de Prinsen van Oranje in die tijd een jachthuis staan, dat het Hooghuis werd genoemd. In het Middelnederlands betekent Hoochhuus, ‘slot of kasteel’. Waarschijnlijk was het hier een stenen jachtslot met verdieping, dat uitzicht gaf op het jachtterrein. In 1758 stond het slot er volgens bepaalde geschriften nog, in 1802, bij het indelen van de jachtklampen (het gebied waar iemand tegen betaling mocht jagen) was het verdwenen. Lang bestond het vermoeden dat het in de nabijheid van Verhoven heeft gestaan. Meester Schrauwen schreef in 1854 zelfs specifiek ‘waar Ridderstraat en Biestraat bij elkaar komen’. Recenter onderzoek wijst meer in de richting van Klein Zwitserland, wat overigens hemelsbreed ook niet zo ver van het park verwijderd is; de A58 bij wijze van spreken schuin oversteken en je bent er. Tot 1940 bleef het Warandegebied voornamelijk uit dennenbos bestaan. De Duitsers rooiden de bomen in het eerste jaar van hun bezetting voor de aanleg van het militaire vliegveld (toen de Fliegerhorst).

Hudson neergestort

Situatie Steenakkers in 1996

En dat militaire vliegveld brengt ons bij de Hudson bommenwerper, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het huidige wandelgebied brandend neerstortte. In de nacht van 1 juni 1944 om 01.30 uur haalde het afweergeschut van het vliegveld het laagvliegende Engelse toestel neer. Het was een spionnenvliegtuig met geheime bestemming en had ook twee Nederlanders aan boord. Het was de bedoeling dat zij met hun parachutes zouden landen om vervolgens contact te ma¬ken met het Nederlands verzet. De Engelse piloot en zijn navigator stuurden de Hudson – waarschijnlijk door een navigatiefout – dwars over vliegveld Gilze-Rijen. Het toestel sloeg te pletter in de korenvelden. Alle zes inzittenden kwamen om het leven. Vijf van hen waren op slag dood, één overleed in het ziekenhuis. De lichamen van de bemanningsleden wer¬den voor identificatie met paard en wagen naar het distributiekantoor in de Nieuwstraat (huidige heemgebouw) gebracht. Op vrijdagmorgen werden ze, na een sobere kerkdienst, in stilte op het kerkhof in Gilze begraven. De stoffelijke overschotten van de twee Nederlanders werden na de oorlog naar hun vroegere woonplaatsen (Roosendaal en Beverwijk) overgebracht.

Spaanse Spinola en de Tachtigjarige oorlog

Opgravingen in Verhoven in 2000

Onbezwaard – het leven gaat door – lieten Gilse kinderen in de jaren ’50 op diezelfde akker langs de Ridderstraat hun zelfgemaakte vliegers weer op. Dat was dolle pret, totdat de ‘witpetten’ (de militaire politie) kwamen om hen weg te sturen. Het speelgoed vormde een gevaar voor de gele Harvards die er in die tijd af en aan vlogen.

Die kinderen zullen zich ook niet bewust geweest zijn van de mooie archeologische vondsten die onder de grond op ontdekking lagen te wachten. In 2000 was Thom Smekens daar tijdens grondwerkzaamheden op zijn land net naast D’n Steenakker, gelukkig wel alert op. Zeven werkdagen bogen archeologen zich vervolgens over de grond van het vroegere Kraayenbosch, schraapten laagje voor laagje af en legden negen skeletten, zes knopen, stofresten en spijkers (van de houten kisten) bloot. Het waren resten uit de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Om precies te zijn uit 1624/1625 van het leger van Spinola. Deze Spaanse generaal belegerde lange tijd de stad Breda en had (ook) in Gilze zijn kampement opgeslagen. De militairen gingen dood aan ziekte of schotwonden.

Vierhonderd jaar vóór Christus

Kralenketting uit de Merovingische tijd

Aangemoedigd door deze bodemvondsten, volgde Thom Smekens ook in 2001 de graafwerkzaamheden op zijn land op de voet. De 45 kleurige kralen die hij vond, zetten weer opgravingen in gang, waarmee de geschiedenis van Gilze er honderden jaren bijkreeg. Want archeologen ontdekten een grafveld uit de Merovingische tijd, dat ze op ongeveer vierhonderd jaar na Christus dateerden. Zestien graven legden ze bloot. Behalve de kralen vonden ze een zwaard, een glazen beker, mantelspelden, maalstenen en delen van een gesp.

Maar wat Gilze echt een stuk eerder in de tijd zette, waren honderd meter verderop de sporen in de grond van twee boerderijen uit de ijzertijd. Want dan praat je over de periode 800 tot 250 vóór Christus. De archeologen ontdekten er ook sporen van ‘spiekers’, gebouwtjes met een verhoogde vloer, die als opslagschuur voor akkerproducten dienst deden. De paalsporen en enkele ingegraven voorraadpotten wezen op langere bewoning. De oudheidkundigen troffen ook nog zaden, maalstenen, spinklosjes, botten en stukken aardewerk aan. Het aardewerk maakte een vrij goede datering mogelijk en leverde het bewijs dat er ter hoogte van Gilze sinds vierhonderd jaar vóór Christus bewoning is geweest.

Tussen de bloemenweides

Er is in de loop van de eeuwen al heel wat voorbijgekomen in en rond D’n Steenakker. En dan nu heeft het, samen met Water aan de Warande, de mooie meerwaarde als landschapspark en recreatief uitloopgebied voor wandelaars. Enkele weken geleden vroeg een verslaggever op Radio 1 aan Bredaas burgemeester Paul Depla, wat hij geleerd had van deze coronacrisis. Hij antwoordde te beseffen hoe belangrijk het is dat we naar buiten kunnen, kunnen recreëren. In onze gemeente zijn we met een groot buitengebied natuurlijk toch al niet slecht bedeeld, maar met D’n Steenakker worden we nog eens extra op onze wenken bediend. Want hoe relaxed wil je het hebben, wandelen in een glooiend landschap, tussen de bloemenweides en wegdromen naar het verleden.


Tekst: Mariëlle van Hezewijk; Fotoredactie: Piet Weterings Bronnen: ‘Veldnamen in de gemeente Gilze en Rijen deel I’; ‘Gilze van Vossenberg tot Valkenberg’; De historische canon van Gilze en Rijen; Kwartaalblad De Mulder nr 42; https://barbararoozen.nl; www.natuurlijkgilzerijen.nl; www.heemkringmolenheide.nl/tweedewereldoorlog-gilze-rijen; www.tijdmachinegilzerijen.nl. Met dank aan Corné Machielsen en Walter de Vet.

Dit artikel is in juni 2021 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide.