Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Vliegtuigcrash Drunen, Fellenoord.


14 juli 1943, 02.36 uur. De Tilburgse Luchtbeschermingsdienst (LBD) meldt "luchtgevaar": meerdere groepen vijandelijke vliegtuigen van west naar oost en van oost naar west. Er wordt zwaar luchtafweer geconstateerd. Twee vliegtuigen vallen brandend neer in noordelijke positie, richting Waalwijk-Drunen, vermoedelijk tengevolge van een luchtgevecht. Zware vuurgloed oost, ver weg. Uit telefonische informatie van de LBD in Waalwijk bleek dat er twee vliegtuigen waren neergestort, het ene ten noorden van Waalwijk(1), het andere tussen Waalwijk en Drunen. Dit laatste toestel behoorde tot 408. Royal Canadian Air Force en was ingedeeld bij No.6 Group Bomber Command. Beide vliegtuigen waren samen met 373 andere bommenwerpers opgestegen van de Engelse basis Leeming in het graafschap Yorkshire. Hun doel was dit keer Aachen. De Duitse nachtjager van Leutnant Brussmann had het tweede toestel neergehaald; het kwam neer in Fellenoord, gemeente Drunen. Om 02.45 uur was het hoofd van de LBD te Drunen aanwezig op de plek des onheils. De machine brandde nog, zodat de functionaris geen nationaliteit kon vaststellen. Er restte hem niets anders te doen dan de Rijksinspectie voor de Bescherming van de Bevolking in Den Haag op te hoogte te stellen alsook de Ortskommandantur te Tilburg en de Polizei-Offizier in Vught. In de vroege ochtend werd - nu in gezelschap van een marechaussee - wederom een bezoek gebracht aan de plaats waar de crash had plaats gevonden. Het toestel bleek geheel versplinterd en in de nabijheid lagen enkele zwaar verminkte lijken en overblijfselen van menselijke lichaamsdelen. Het was niet meer mogelijk om de lijken te identificeren. Op 15 juli vond men niettemin op één der lijken het registratieplaatje van Georg Brown. Diens lijk werd werd afzonderlijk gekist, terwijl de overblijfselen van de niet-geindentificeerde bemanningsleden in één kist werden geborgen. Op last van de Ortskommandant werden de lijken overgebracht naar Tilburg. Later bleek, dat twee van de zeven bemanningsleden van het neergehaalde toestel de crash hadden overleefd. Het ging om de militairen Domigon en Kelly. Hun gesneuvelde collega's werden begraven op "Vredehof", van A, rij 1, collectief graf 29/30. D.L.G Brown werd overigens later herbegraven op de Canadese begraafplaats in Bergen op Zoom.

(1) Informatie over dit vliegtuig valt buiten bestek van dit overzicht..

(Artikel is ontleend aan een publicatie van G.Kobes in de Tilburgse Koerier, 12.10.1989)