Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Versjes van school: Den Gods verzakenden boer

  • Komt hier gij schenders van ‘t gebod
  • Die niet vreest voor straf van God
  • Het zal voor groot en klein
  • Aan die goed christen zijn
  • Steeds een exempel blijft


  • Het door courant en briefen wordt verklaart
  • Op den dag van Maria Hemelvaart
  • Hoe Gods lankmoedigheid
  • Soms wonderstraf bereid
  • Aan die zijn wet bestrijdt


  • Een boer zeer goed in het gespan
  • Was een woest en hovaardig man
  • Kwam s morgens zo hij plecht
  • Zijn slapende dienstknecht
  • Hem aan diens bed ontwaken


  • Hij riep sta op en laat het slapen staan
  • Gij moet terstond met mij aan werken gaan
  • De knecht zij meester wis
  • Hebt gij vandaag het mis
  • Daar het heden feestdag is


  • Den dag van Maria Hemelvaart
  • Te vieren door de roomschen der aard
  • Op voorschrift des gebods
  • Tot lof der Moeder Gods
  • Wil die niet overtreden


  • Het is den dag toch dat de Maagd rein
  • Door rustig bidden geëerd gediend moet zijn
  • Denk dat God hoort en ziet
  • ‘k sta onder U gebied
  • Maar werken doe ik niet


  • Waarop den boer boosaardig zei
  • God is een slaper zo als gij
  • Want dat dan op zijn bevel
  • Zorgde dat er water viel
  • Opdat de vruchten groeide


  • Maar hij slaapt zeker en denkt op ons niet
  • Zo lach ik ook met hem en zijn gebied
  • De knecht is opgestaan
  • En smartelijk aangedaan
  • Recht naar de kerk gegaan


  • Den boer door gramschap overmant
  • Nam zelve toen het werk ter hand
  • Rijd ploegend heen en weer
  • Doch viel der aarde neer
  • In diepen slaap verzonken


  • De lieden kwamen uit de kerk gegaan
  • Zagen op het veld alleen de ossen staan
  • Werden den meester daar
  • Neerliggend gewaar
  • In een slaap zeer zwaar


  • Men trok den boer ras uit de sloot
  • Zijn bestaan was zo zwaar als lood
  • Den slaap bleef hem ook bij
  • Waarna een ieder zei
  • Dat men een priester moest gaan halen


  • Opdat hij eens die wonderen slaap beschouw
  • En men kon weten wat men er mee moest doen
  • En als de priester kwam
  • En het geval vernam
  • Riep hij het is God in Gram


  • Wel drie en twintig dagenlang
  • Sliep hij in wonderbare gang
  • En volk van wederzij
  • Bleef er gestadig bij
  • Als ook veel geestelijken


  • Pas in september op den achtsten dag
  • Ontwaakte hij en riep met droef geklach
  • U God gebenedijd
  • Mijn zonden doen mij spijt
  • Ik ga naar de eeuwigheid


  • Nadat hij ieder zeer bevreesd
  • Aanschouwde gaf hij zijnen geest
  • En volk met droef geluid
  • Barstte in gebeden uit
  • O God wil hem ontfermen


  • Zo is zijn lichaam hier gestraft op aard
  • En is misschien zijn arme ziel gespaard
  • Dat waar of hij beland
  • Die kerkgeboden schend
  • Is God alleen bekend