Versjes van de kasteelheer
Kasteelheer Burgemeester Jean van Franckenberg en Proschlitz vond een hobby in het verzamelen van kleine versjes. Hier volgt een kleine selectie uit een omvangrijke verzameling.
| Versjes van de kasteelheer | ||
|
Grafschriften
- Hier legt Jan Dromedaris,
- in zijn leven Publicq Notaris,
- en zijn wijf legt er bij,
- die was nog publiker als hij.
- Hier is in t graf gelegd, Matthias van den Tepel,
- Hij leefde van de klok, dog stierf van de klepel.
- (Matthias was een koster die was overleden
- nadat de klepel op zijn hoofd was gevallen)
- Hier legt in ’t graf Jan van der Staal
- koopman in paling en aal.
- Cornelis, die hier leijd, zeer jammerlijk verstikte
- een haring was zijn dood, die hij bijna inslikte
- ’t was beter voor dien man geweest na alle reden,
- dat hij den haring eerst aan stukken had gesneden,
- een wedspel, zo men zegt, was oorzaak dat hij ’t dede
- maar hij verloor ’t spel en ook ’t leven mede
- De molenaar, die hier legt, die heeft zo lang gemaalen,
- tot eijndelijk hem de dood kwam van de moolen haalen
- Hier ligt de roem der Esculapen,
- treed, wandlaar! Zacht en laat hem slapen:
- de man verdient de rust in ’t graf
- die hij zoo velen gaf.
- Hier ligt Hans Sinal
- En dat is al.
Uithangborden
- Herbergier
- Daar is in de wereld geen groter fenijn,
- Als vriendschap te toonen en vijand te zijn
- Bakker
- Die ’t nu niet met de Prins wil houwen,
- zal ik in den oven douwen.
- Kaarsenmaker
- Dit huijs is gestigt,
- Door een valsche schaal en te ligt gewigt.
Wijsheden
- Gelukkig is de man, die zonder schulden leeft,
- En buijten dien geen wijf, nog kind, nog kraaijen heeft.
- Aan oude huijzen en jonge vrouwen,
- valt veel te onderhouwen.
- Geld, geweld en gunst,
- Breekt regt, regel en kunst