Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Ven - Oprins, Antonia Maria in 't

Tonia in 't Ven - Oprins
Familie In t Ven foto.jpg
Volledige namen Antonia Maria in 't Ven - Oprins
Geboortedatum 24-10-1909
Geboorteplaats Gilze
Adres Raadhuisstraat
Woonplaats Gilze
Burgerlijke staat gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Antonius Wilhelmus Johannes in 't Ven
Overlijdensdatum 05-07-1944
Bijzonderheden omgekomen bij bombardement

Kun je het levensverhaal van dit oorlogsslachtoffer aanvullen? Of heb je een foto gevonden die we kunnen digitaliseren? Op de hoofdpagina van portaal Gilze en Rijen zie je hoe te reageren. Wij nemen graag contact met je op!


Antonia, Tonia, Maria in 't Ven – Oprins (geboren in Gilze 24-10-1909 – gestorven in Gilze 05-07-1944). Dochter van Antonius Oprins (1875-1965) en Anna Maria Laurijssen (1878-1965). Op 19 mei 1933 getrouwd met Antonius Wilhelmus Joannes in ’t Ven (1906–1975). Zij kregen vijf kinderen: Wim (1934-1944), Antoon (1936-1944), Kees (1941-1944), Maria (1942-1944) en Jan (1943-1944).

Achtergrond

Tonia Oprins werd in 1909 in Gilze geboren als derde kind van Antonius Oprins en Anna Maria Laurijssen. Vader was, zoals zoveel Gilse mannen, schoenmaker. Het gezin woonde in de Biestraat (A77). Tonia had een oudere broer en zus, na haar kwamen er nog drie broers en twee zussen. Op 19 mei 1933 trouwde de 23-jarige met de 26-jarige schoenmaker Toon In ’t Ven. Zij gingen wonen in de Raadhuisstraat (A494), een historische pand, het voormalige raadhuis, midden in het dorp. Sinds 1921 was het pand eigendom van de kerk en tot het begin van de oorlog in gebruik als jeugdhuis voor meisjes (de Eucharistische Kruistocht: in het dorp bekend als het E.K.huis). Het pand was groot genoeg om er ook nog dit jonge gezin in te huisvesten. Na 1941 huurde bovendien de alleenstaande Naan Brouwers er woonruimte.

De zonen Wim en Antoon werden in de jaren '30 geboren in Ginneken, tijdens de oorlog kregen Tonia en Toon nog twee jongetjes, Kees en Jantje, en een meisje dat zij Maria noemden. Kort na de geboorte van Jantje in maart werd een gezinsfoto gemaakt: een trotse moeder met haar vijf kinderen.

bidprentje

De fatale dag

Toon was als schoenmaker werkzaam bij de gebroeders Van Riel, zo ook die woensdag in juli 1944. De oudste jongens zaten al op school, maar die dag waren zij nog thuis. De verwarring was groot die ochtend: het luchtalarm had al vroeg geklonken, er was weer een sein veilig gegeven. Snel daarna klonk alweer het luchtalarm en moeder en kinderen vluchtten de kelder in. In die kelder probeerden ook huisgenote Naan Brouwers, haar zus Mina Hendrickx-Brouwers en buurjongen Gerrit Kuijpers een veilig heenkomen te vinden. Een voltreffer verwoestte de kelder. Iedereen die daar schuilde, kwam om het leven: drie volwassen vrouwen en zes kinderen. Tonia's man, de vader van haar kinderen bleef alleen achter.

Herinnering van Gerrit (Geret) Jacobs

Ineens was het muisstil en na een paar minuten werd het sein veilig gegeven. De jongens kropen uit de schuilplaats en wilden regelrecht naar huis toe gaan. Maar het leek wel of de zon verduisterd was. Een grijze stofwolk hing over de straten. Geret kon geen hand voor ogen zien en een verstikkende kruitdamp benam hem bijna de adem.

Toen hij de kom van het dorp genaderd was, moest hij kruipend over het puin van pannen en gebroken glas zijn weg vervolgen. Hij kwam aan bij de oude school en keek in een enorme krater waar eerst het jeugdhuis, dat uit 1652 stamde, had gestaan. Het hele gebouw was weggevaagd en ook een gedeelte van zijn school lag in puin. Hij zag mensen in een diepe krater, driftig zoeken naar overlevenden. Zij stonden tot hun middel in het water en zij zochten naar de familie In `t Ven, die dat huis bewoonde. De hele familie lag onder het puin bedolven, behalve de vader, Toon, die op een schoenfabriek werkte. De bom had precies de kelder getroffen waarin zij schuilen. Ook moest daar onder in de krater zijn vriendje Gerrit Kuypers nog liggen: die was hier tijdens het alarm naar binnen gevlucht.

In de Oranjestraat aangekomen, zag hij in de verte een vrouw midden op straat staan. Het was zijn moeder die stond te kijken waar haar kinderen bleven. Thuis aangekomen, viel hij ontredderd in haar veilige armen. Even later kwamen zijn zusjes en zijn broer naar huis en ook zijn vader die zich tijdens het zware bombardement had schuilgehouden in de betonnen schuilkelder bij de fabriek.

Maar wie kwam daar in de verte aangelopen? Het was Toontje in `t Ven wiens vrouw en [negen] kinderen waren omgekomen tijdens het afschuwelijke bombardement van zojuist. Hij kwam daar aangelopen, wezenloos, alleen, midden over de weg. Over zijn schouder droeg hij een kleerhanger. Dit is alles wat er van over is, zei hij huilend. Zijn verdriet was diep en hartverscheurend. De ogen van Toontje waren rood van het huilen en de oogranden waren door het zout van zijn tranen ontstoken.


Verwoesting Raadhuisstraat
inslagen bombardement 5 juli 1944

Gebeurtenis

Bombardement centrum Gilze

Bronnen en literatuur

  • Regionaal Archief Tilburg, Archief NL-TbRAT-2838 Burgerlijke Stand van de gemeente Gilze en Rijen, 1811-1960
  • Regionaal Archief Tilburg, Archief NL-TbRAT-2860 Bevolkingsregisters van de gemeente Gilze en Rijen, 1825-1939
  • Vijf jaar luchtfront. Het vliegveld Gilze-Rijen als oorlogsveld, Gilze en Rijen, Luchtvaartclub Illustrious, maart 1947
  • J.P.van den Hout e.a.Vijf jaar luchtfront. Het vliegveld Gilze-Rijen in de Tweede Wereldoorlog, Gilze en Rijen, Heemkring Molenheide, oktober 1988. deel 5, p75-94.
  • A. Verster e.a. In de Greep van het meedogenloze. Gilze en Rijen in oorlogsdagboeken, Gilze en Rijen, Heemkring Molenheide, 2011. p. 46-48, p.238-239
  • Gerrit C.Ch. Jacobs, De geur van tannine. De jeugd van Geret. Een dorpskroniek, Gilze en Rijen, Heemkring Molenheide, 2005. p.66