Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Vakantie zoals vroeger deze zomer?

Hoe ziet onze vakantie er in coronatijd uit? Voor velen anders dan normaal. De meesten van ons gaan de grens niet over en laten het vliegtuig staan. Lekker weg dan maar in eigen land; luieren op het Zeeuwse strand, zeilen op de Friese meren of fietsen in de Achterhoek. Sommigen nemen geen enkel risico en boeken een enkeltje “Bad Hintergarten”. Het lijkt wel een beetje op het midden van de vorige eeuw toen we voorzichtig onze eerste stappen zetten in vakantieland. Wat weten we daar in Gilze en Rijen nog van?

Vakantie was voor rijke lui

Vakantie was lang een elitaire aangelegenheid. Aan het einde van de negentiende eeuw maakte de adellijke jeugd hun luxe “grand tour” door Europa. Maar ook de eerste kampeerders in de eeuw die volgde waren vooral rijke jonge heren. Wat de zomerse volkssport nummer één zou worden, was voor de gewone burger toen nog niet weggelegd. De kampeeruitrusting was te duur en hij had nauwelijks vrije dagen. Bovendien werd kamperen in het katholieke zuiden als te losbandig gezien, zeker als er vrouwen bij waren. Vakantie bleef beperkt tot op de fiets of met de trein naar zee of de Limburgse heuvels en dan een paar dagen logeren bij een oom of tante.

De eerste vakantiegangers in Gilze en Rijen

Kinderkamp 1925 (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

De eerste vakantiegangers kwamen hier in 1925 en het waren kinderen uit Rotterdam. “Groadje” Gillis, die café De Herberg had in Rijen op de hoek van de Bredase- en Oosterhoutse-weg, verhuurde daar een perceel grond aan de Rotterdamsche Bond voor Lichamelijke Opvoeding (RBvLO). Op dit terrein kwamen “bleekneusjes” uit de stad om frisse lucht in te ademen. Er verscheen een tentenkamp met 15 helderwitte tenten voor de begeleiders en 73 linnen onderkomens voor de jongeren. De eerste week 500 jongens en de tweede week 500 meisjes. Deze jeugdkampen kwamen jaarlijks terug met steeds grotere aantallen jongeren. Tot in de jaren vijftig werden ze georganiseerd. Toen er vanuit Rotterdam geen kampen meer werden opgezet, richtten de gebroeders Gillis het terrein als camping in met de naam “Kampzicht”.

De Herberg ca 1950 (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

De ingang van het kampeerterrein lag pal tegenover het oude legerkamp bij Rijen uit 1831. In 1965 ging de camping over in handen van de familie van der Sande en kreeg het de naam “D’n Mastedol”. Nog steeds weten Rotterdammers de weg naar deze plek in de gemeente te vinden. De familie Van Dongen uit Molenschot was er in 1957 al vroeg bij toen zij besloten om hun kippenfarm aan de Heideweg in Molenschot op te geven en er camping “Heidelust” in te richten. Vijftien jaar later verrees er aan de andere kant van de weg camping Linberg. Inmiddels is deze camping uitgegroeid tot een groot recreatiecentrum met zwembad en een indoor- en outdoorspeeltuin (Kids Wonderland).

Vrije dagen en vakantiegeld

Met de auto naar Frankrijk. Fotocollectie Algemeen Nederlandsch Fotobureau (Anefo)

Aan het einde van de jaren vijftig werden in de CAO’s de vakantieregelingen voor werknemers verruimd. Het voornaamste argument van de werkgever daarbij was: een uitgeruste werknemer kan harder werken. In de schoen- en leerindustrie van Gilze en Rijen kwam er op 1 november 1961 een nieuwe CAO tot stand. Hierin werd een vijfdaagse werkweek afgesproken en een arbeidstijd van 45 uur. Daarnaast werd de vakantieregeling aangepast, wat resulteerde in 13 vrije dagen en vakantiegeld. In de loop van de jaren zestig volgden er nog enkele loongolven en nam de welvaart toe. Er was nu genoeg geld voor een tweedehandsje en zo kwam voor de gewone werkman op vakantie met de auto in zicht. Eerst een weekje in eigen land, want we waren nog bang voor vies eten, voor pech langs de weg en voor die vreemde taal. Maar langzaam trokken we de stoute schoenen aan. In 1969 ondernamen er 207 duizend Nederlanders de lange rit naar Frankrijk en tien jaar later waren dat er al 1,1 miljoen. In de jaren zeventig kwamen ook de Spaanse costa’s in beeld en enkele avontuurlijke ouderen gingen er zelfs overwinteren.

Kindervakantiewerk

In het begin van de jaren zestig ontstonden er vanuit het onderwijs en de kerk in de gemeente initiatieven om de lange schoolvakantie van de kinderen te doorbreken met ontspanning. In 1962 werd Jeugd Ontspanning Rijen (JOR) opgericht. Vanaf 1964 organiseerde JOR een vakantievierdaagse onder de naam Jeugd op Vakantie (JOV). Deze vierdaagses werden tot 1970 gehouden en daarna opgevolgd door het succesvolle “Roulette”, een spelinstuif in het gebouw van het voormalige klooster in de Tuinstraat. Kinderen uit Molenschot en Hulten werden ’s morgens met de bus opgehaald en ’s avonds weer thuisgebracht. In Gilze was in deze tijd het Cultureel Centrum voor de jeugd actief vanuit het gebouw van de Katholieke Kring in de Kerkstraat. In Molenschot werden er al vanaf 1965 zomerkampen naar Nieuwvliet in Zeeuws-Vlaanderen georganiseerd voor onder andere kinderen uit agrarische gezinnen die aan vakantie nooit toekwamen. Vanuit Rijen en Gilze gingen ze naar Lierop en Liempde en in de jaren zeventig naar Stevensbeek, Leusden en de Wouwse Plantage. In 1969 werd JOR in Rijen omgevormd naar Sociaal Kultureel Werk (SKW) en in 1972 sloot ook Gilze zich hier bij aan met een eigen bestuur. In Gilze werd het kindervakantiewerk voortaan gehouden vanuit het gerenoveerde gebouw in de Kerkstraat dat de naam “De Schakel” kreeg. In Rijen opende in 1973 het nieuwe SKW-gebouw “De Boemerang” haar deuren en in Molenschot vond in 1974 het SKW-werk in het opgeknapte “De Rietakker” een onderkomen. Het kindervakantiewerk bleef aan het einde van de schoolvakantie, onder diverse namen en in verschillende vormen, een terugkerend feest voor de jeugd in onze gemeente. En is dat nog steeds.

Terugdenken aan vroeger

Wellicht doet vakantie anno 2020 door de omstandigheden waarin we nu zitten een beetje aan vroeger denken. Zo slecht was het toen niet…, toch? Maar wie “Bad Hintergarten” al snel beu is, geen paniek. We wonen in een “dynamische gemeente in het groen” met toeristische ambities; er valt hier nog veel te ontdekken.



Tekst: Kees van der Heijden; Fotoredactie: Piet Weterings; Bronnen: www.heemkringmolenheide.nl; tijdmachinegilzerijen.nl; Kwartaalblad De Mulder; Archief Heemkring Molenheide; Rijen – Ontstaan, Groei, Ontwikkeling, 2004; Krantencollectie Koninklijke Bibliotheek via www.delpher.nl; www.anderetijden.nl; www.historischnieuwsblad.nl

Dit artikel is in juli 2020 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide.