Uver
(of nuver), m., geestdrift; vooral in de zegswijzen: den (n)uver is eraaf, het eerste enthousiasme is voorbij, en en den uver is niet groo:t. Misschien identiek met iever en ijver (nijver).
(of nuver), m., geestdrift; vooral in de zegswijzen: den (n)uver is eraaf, het eerste enthousiasme is voorbij, en en den uver is niet groo:t. Misschien identiek met iever en ijver (nijver).