Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Torenuurwerk Gertrudiskerk

Torenuurwerk voor de restauratie

In de toren van de Geertruidskerk bevindt zich een bijzonder torenuurwerk. Het is het oudste torenuurwerk met carillontrommel van Nederland, tussen 1536 en 1540 vervaardigd door Henrik Steijman uit Turnhout. In 1540 werd het uurwerk in de toren geplaatst en gaf sindsdien niet alleen de tijd aan via de wijzerplaat op de buitenzijde van de toren, maar speelde ook een melodie en stuurde de luidklokken aan. In de twintigste eeuw raakte het uurwerk in verval, omdat het geen dienst meer deed. Het werd omstreeks 1950 vervangen door een moderne elektrische installatie. Verroest en incompleet stond het jarenlang in de kerktoren. In 2011 restaureerden vijf vrijwilligers de historische installatie. Een operatie die twee jaar duurde. Daarna kon het torenuurwerk in 2013 terug geplaatst worden in de toren, waar het een museale opstelling kreeg. Dat wil zeggen dat bezoekers er nu niet alleen naar kunnen kijken, maar dat ook de werking ervan gedemonstreerd kan worden.

Torenuurwerk na de restauratie

In feite is het torenuurwerk een heel groot horloge, bestaande uit een complex geheel van raderen. Een ongelooflijk knap staaltje middeleeuwse techniek, waaraan in de loop van de tijd volop gesleuteld is om de werking ervan te verbeteren, het nauwkeuriger te laten lopen of het opwinden te vergemakkelijken. Deze aangebrachte veranderingen zijn nog steeds herkenbaar in het Bergse uurwerk, waardoor de geschiedenis van de techniek zichtbaar wordt. Het torenuurwerk in de Geertruidstoren bestaat uit drie delen in één raamwerk. Aan één kant bevinden zich de opwindas en de raderen van het ‘gaand werk’ voor het meten en weergeven van de tijd. Aan de andere kant sturen raderen, die opgewonden worden door middel van een opwindas, de klokken aan. In het midden bevindt zich de speeltrommel, waarmee een carillonmelodie ten gehore gebracht werd. Het raamwerk waarin de drie onderdelen geplaatst zijn, is het oudste onderdeel van dit geheel. Het is zelfs mogelijk dat in 1540 het bestaande raamwerk van een ouder uurwerk dat in de toren stond, is hergebruikt, waardoor de ouderdom van de smeedijzeren stellage in ieder geval gedateerd kan worden op 1436. Uit archiefstukken blijkt namelijk dat toen reeds sprake was van een torenuurwerk, dat in genoemd jaar overigens kapot bleek te zijn. Waarschijnlijk is dat de reden waarom het bestuur van Geertruidenberg in 1536 contact zocht met Henrik Steijman om een nieuw uurwerk te maken. Torenuurwerken werden, in een periode dat de mensen zelf nog geen horloge of klok bezaten, een onlosmakelijk deel van het dagelijkse leven. Op ieder uur, half uur of kwartier konden de bewoners horen hoe laat het was en werd de ordening van het leven zichtbaar: het tijdstip waarop de handel op de markt gestart kon worden, de stadspoorten open of gesloten werden of de arbeidsdag ten einde was.