Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Tiny Hamers

Tiny Hamers werd geboren in de Kreitenmolenstraat op 16 december 1921. Als jongen speelde hij vaak op de boerderij van de familie Mathijssen schuin tegenover zijn woonhuis waar hij als een eigen kind werd gevoed en opgevoed. Daar leerde hij de eerste beginselen van de boerenarbeid, onder andere melken. Dat zou hem in Duitse gevangenschap goed van pas komen. Toen de oorlog uitbrak, werkte hij in Tilburg. Hij werd werkeloos en kreeg een oproep om voor de Duitsers te gaan werken op het vliegveld in Gilze Rijen. Hij heeft die oproep genegeerd en dook onder. Kort daarna vroeg molenaar Coppens hem om graan van bakker Boom naar de molen te brengen en gemalen graan (bloem) naar de bakker. Dat was een zwaar en risicovol karwei. Het moest heel vroeg in de morgen, tussen 4 en 5 uur, over smalle paadjes met een zak van 50 kg op zijn rug. Hij heeft dat 5 à 6 maanden gedaan, niet iedere dag, maar wel regelmatig. Zijn vader waarschuwde hem voor het gevaar van oppakken. Op zekere dag werd hij, als gevolg van verraad, 's morgens om 4 uur van zijn bed gelicht. Hij werd op de eerste de beste trein gezet richting Duitsland. In Kaldenkirchen werden de verzamelde arrestanten uitgesorteerd in timmerlieden, metselaars, electrici¬ns, schoenmakers en landbouwers. Tiny meldde zich als landbouwer en werd doorgestuurd naar Frankfurt om puin te ruimen omdat daags tevoren de stad zwaar gebombardeerd was. 7 Weken heeft dat geduurd. Daarna naar Keulen om puin te ruimen. Toen pas kregen de ouders bericht waar Tiny was. Toen het puinruimen achter de rug was werd hij teruggestuurd naar Kaldenkirchen naar een barak van waaruit de boeren in de omgeving werden gebeld dat er aanvoer was van hulpkrachten op de boerderij. Tiny werd door een boerin aangewezen om bij haar op de boerderij te komen werken. Zo kwam hij op een afstand van ongeveer 10 km van Kaldenkirchen, in Breil, op een boerderij te werken. Daar kwam zijn melkkunst goed van pas. Na een half jaar werd hij overgeplaatst naar Süchteln. Daar is hij maar 3 dagen geweest. Hij vluchtte terug naar Kaldenkirchen en meldde zich bij het arbeidsbureau, dat hem naar Süchteln had gestuurd. Hij kreeg verlof om te herstellen van een zieke arm. Nadat hij hersteld was werd Tiny tewerkgesteld bij een andere boer in de omgeving, waarvan de schoonmoeder een Nederlandse was. Hij heeft het daar niet slecht gehad. Deze boer kreeg echter een oproep om in militaire dienst te gaan. Indien hij zijn knecht, Tiny, offerde, mocht hij zelf thuis blijven. Zo kwam Tiny bij een andere boer, in dezelfde buurt, terecht waar hij de melk bij de boeren moest ophalen en naar de fabriek brengen. Dat heeft hij gedaan tot aan het einde van de oorlog. Enkele dagen voor het einde van de oorlog werd een bezoek aan de tandarts hem bijna noodlottig. Door de luchtdruk van een neerstortende V1 werd hij weggeslingerd. Er waren veel doden in de straat en in een hotel dat door de V1 werd verwoest. Toch was hij zwaarder gewond dan hij aanvankelijk dacht. Thuis bij de boer werd hij ziek. In het ziekenhuis werd hij twee weken behandeld en hij dacht aardig opgeknapt te zijn. Kort daarna capituleerde Duitsland. Tiny kreeg opdracht te voet naar Kaldenkirchen te gaan, over kleine wegen en paden. Hoe dichter hij bij Kaldenkirchen kwam hoe meer Hollandse jongens kwamen aanlopen. In Kaldenkirchen moesten zij inleveren wat zij hadden, ook hun zakgeld dat zij gedurende hun verblijf in Duitsland opgespaard hadden. Na een globale keuring en preventieve injecties werden zij met open vrachtwagens naar Tilburg gebracht. Hij is te voet naar huis gegaan. Toen hij thuis aankwam floot hij zijn gebruikelijk deuntje. Zijn moeder hoorde hem maar kon haar oren niet geloven. Een blij weerzien na 4 jaar Duitsland. Nog was voor hem de ellende niet voorbij. Door de luchtdruk van de V1 waren zijn ogen beschadigd. Hij heeft 11 maanden in het St.-Elisabethziekenhuis in Tilburg gelegen, waarvan 6 maanden met beide ogen dichtgeplakt en 5 maanden met een oog dichtgeplakt. Na zijn ontslag is hij nog in behandeling geweest bij een oogarts in Nijmegen. Deze gaf hem een afdoend advies. Na nog een jaar thuis geweest te zijn, was hij genezen. Hij kreeg een baan bij de Nederlandse Spoorwegen. Daar heeft hij 38 jaar, tot aan zijn pensioen, gewerkt.