TIJSC Tilburg Trappers
In 1938 werd de Tilburgsche IJssportsclub (TIJSC) Tilburg Trappers opgericht. In 1939 werd de eerste officiële wedstrijd gespeeld tegen een team uit Brussel. De thuishaven van Tilburg Trappers was een kunstijsbaan in de Elzenstraat. In 1947 werd de ijshockeyclub voor de eerste keer landskampioen. In 1952 werd de ijsbaan aan de Elzenstraat gesloten en brak er een ijshockeyloze periode aan. In 1963 werd een nieuwe openluchtbaan in de wijk Theresia geopend, waarop Tilburg Trappers weer actief werd. In 1969 werd op dezelfde plaats de Pellikaanhal in gebruik genomen en volgde er een bijzondere periode. Vanaf de seizoenen 1970-1971 tot en met 1975-1976 werd Tilburg Trappers zes keer opeenvolgend landskampioen, won de club vijf maal de nationale beker en speelde ze in de halve finale van de Europacup. Legendarische spelers en internationals uit die periode waren onder anderen Jerry en Wenzel Tuma, Guus Bakker, George Petrnousek (rugnummer 9), John MacDonald, Hans Christiaans sr, Huub van Dun (2), Klaas van den Broek (15), Jerry Göbel (30), Johan van de Ven en Joe Simons (10). De hier genoemde rugnummers werden uit eerbetoon aan deze spelers na hun carrière uit de roulatie genomen. Die eer viel later ook Martin Trommelen (31) en Frank Jacobs (17) te beurt. In de jaren tachtig werden geen landskampioenschappen of nationale bekers gewonnen. De nieuwe topjaren waren 1993 tot en met 1997, waarin de club drie keer landskampioen werd en drie keer de nationale beker won. In 1998 verhuisde Tilburg Trappers naar een nieuwe ijsbaan op Stappegoor. Sinds 2000 volgden nog drie landskampioenschappen en vier bekerwinsten. Bekende namen uit een recenter verleden zijn onder anderen Joe Buchly, Theo van Gerwen, Doug Mason en Dave Livingston. Tilburg Trappers is de meest succesvolle club uit de Nederlandse ijshockeyhistorie.