Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Textielindustrie

De wolnijverheid kwam al vanaf de dertiende eeuw in Tilburg tot ontwikkeling (wolnijverheid in vroegere tijd). Het weven en de voorbereidende werkzaamheden vonden grotendeels plaats bij thuiswevers. Zij werkten zelfstandig en/of in opdracht van fabrikanten. Deze situatie bestond, naast de fabrieksmatige productie, tot vroeg in de twintigste eeuw. Een van de oudste grote fabrieken, Pieter van Dooren, introduceerde in 1827 als eerste een stoommachine en richtte zich geheel op een fabrieksmatige productie. In 1875 werden 142 fabrieken geteld, waarvan de meeste bestonden uit een bescheiden thuiswerkplaats. Nadien volgde er een geleidelijke afname, enerzijds omdat de export door hoge buitenlandse invoerrechten werd belemmerd, anderzijds omdat velen geen moderne machines konden aanschaffen. In 1890 waren er nog 116 textielfabrieken, waarvan 55 met stoomkracht. Na een slappe periode brak vanaf 1910 een gunstige tijd aan, mede dankzij toename van de welvaart, de importstagnering van buitenlandse textielproducten en grote orders van het tijdens de Eerste Wereldoorlog gemobiliseerde leger. Vanaf de jaren twintig verdwenen de thuiswevers vrijwel geheel. Ook brak er een zware tijd aan omdat, zo beweerden de fabrikanten, de Nederlandse textielindustrie niet bestand was tegen de concurrentie van lage-loonlanden. Ook kwam de export naar inflatielanden als Frankrijk, België en Duitsland stil te liggen. Pas met de devaluatie van de gulden in 1936 zette zich een herstel in en tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er omvangrijke legerorders. Na de oorlog kende de textielindustrie nog een bloeiperiode, maar vanaf 1957 tot 1980 moesten ruim vijftig textielfabrieken en aanverwante bedrijven de productie stopzetten. Wederom werd de moordende concurrentie met lage-loonlanden als voornaamste reden aangevoerd, maar ook wordt beweerd dat de fabrikanten te lang hadden volhard in verouderde bedrijfsopvattingen. Zeker is dat er vanaf 1957 bijna 8500 mensen (voorlopig) op straat stonden en dat de belangrijkste Tilburgse bedrijfstak vrijwel volledig verdween.

Het Geheugen van Tilburg

Verhalen over de textielindustrie

Externe link

Tilburgse textielindustrie in Wikipedia