Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Spreuken, jaarkalender

  • Januari zonder sneeuw en regen brengt de boer geen zegen.
  • Februari is nooit zo koud of zo fel, of het levert zijn drie zomerse dagen wel.
  • Is februari zacht, de lente brengt vorst bij nacht.
  • Is februari zacht en stil, dan komt de noordenwind in april.
  • Blazen de muggen in februari alarm, houdt in maart de oren warm.
  • Daar is geen maart zo goed, of ’t sneeuwt op d’n boer z’n hoed.
  • Wil maart reeds donder, dan is sneeuw en ijs geen wonder.
  • Wie tuinbonen wil eten mag maart niet vergeten.
  • Goei week kaoi weer! Laot Paosen, laot kaoi weer!
  • Een droge maart is geld waard, als het in april maar regenen wil.
  • Een droge maart en een natte april, dan doet de landman wat hij wil.
  • Een bie in maart is een kwartje waard, maar een bie in mei is meer waard ès een ei.
  • In april heldere maneschijn, zal de bloesem schadelijk zijn.
  • Verschaft april mooie dagen, dan pleegt de mei de last te dragen.
  • Avonddauw en zon in mei, brengen karren gras in de wei.
  • Als het dondert in mei valt er dikwijls hagel bij.
  • Is het weer in mei te mooi, dan ziet de schuur maar weinig hooi.
  • Is de eerste juni regenachtig, de hele maand is twijfelachtig.
  • Vorst in september, zacht in december.
  • Is oktober warm en fijn, het zal een strenge winter zijn.
  • Blinkt oktober in zonnegoud, de winter volgt dan snel en koud.
  • Brengt december kou en sneeuw in ’t land, dan groeit er koren zelfs op ’t zand.