Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Spier-Bendien, Justine Leonie

Tineke Spier-Bendien
Tineke spier bendien.jpg
Tineke Spier-Bendien (bron: Joods Monument)
Volledige namen Justine Leonie Bendien
Geboortedatum 21-11-1920
Geboorteplaats 's-Gravenhage
Adres Burgemeester van Meursstraat 5
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Franz Robert Spier
Beroep secretaresse
Overlijdensdatum 19-03-1945
Plaats van overlijden Mauthausen (AT)

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Spier-Bendien, Justine Leonie (Den Haag, 21-11-1920, Mauthausen (AT) 19-03-1945), secretaresse, dochter van Louis Levie Bendien (1878–1954) en Maria Andriette Schoorel (1884–1977). Gehuwd met Franz Robert Spier (1913–1942). Zij hadden geen kinderen.

Achtergrond

Justine Leonie (Tineke) Bendien wordt op 21 november 1920 in Den Haag geboren als dochter van Louis Levie Bendien (Stad Almelo 17-10-1878, Den Haag 23-01-1954), handelaar in chemische producten en de niet-Joodse Maria Andriette (Mies) Schoorel (Purwakarta, Java (ID), 31-03-1884, Den Haag 02-06-1976). Tineke is het zesde kind uit een gezin van zeven met twee oudere zussen en vier broers.[1] Tineke trouwt op 6 januari 1940 in Den Haag met Franz Robert (Bobby) Spier, lederfabrikant. Hun huwelijk blijft kinderloos.
Na hun huwelijk betrekt het paar het huis aan de Burgemeester van Meursstraat 5 waar Bobby Spier al sinds 8 januari 1938 woont.

Deportatie

Tineke en haar man Bobby doen eind 1941 een poging om samen met hun vrienden Bertram Polak en Fred de Wit per boot naar Engeland te ontkomen. Op 9 december reizen ze met de trein naar Den Haag.[2] Daar worden ze opgewacht door twee Haagse agenten en de SD-er Kurt Bläse. Ze zijn in de val gelokt door het duo Willy Kramer en Jacoba Menso.[3] De werkzaamheden van het ijverige duo leidden tot de arrestatie van een groot aantal leden van de Tilburgse Oranje Garde (...) het uitleveren van een aantal Engelse piloten en (Joodse) onderduikers. Deze laatste slachtoffers werden in de val gelokt met een zogenaamde vlucht naar Engeland. Hiervoor moesten zij flinke bedragen neertellen. (...) Onderweg werden zij vervolgens aangehouden, gearresteerd en uitgeleverd aan de Gestapo. Geen van de Joodse personen heeft het overleefd.[4] Het viertal wordt als ‘Schützhäftling’ overgebracht naar de strafgevangenis in Scheveningen (‘Oranjehotel’). Op de muren van cel 362 zijn hun namen ingekrast: ‘Spier 9-12-’41’, ‘Polak 9-12-’41’, ‘De Wit 9-12-’41 Scheveningen’, ‘Mevr. Spier-Bendien 9-12-’41’, ‘Spier 2-4-’42 transport-???’
Op 2 februari 1942 zijn de drie mannen overgebracht naar Kamp Amersfoort (Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort) waar ze mishandeld worden. Op 16 juli 1942 gaan ze op transport naar Auschwitz.[5] Tineke blijft voorlopig achter in Scheveningen. Op 28 september 1942 is zij naar het ten noorden van Berlijn gelegen vrouwenkamp Ravensbrück overgebracht. Daar wordt zij ingeschreven als politiek gevangene nr. 13423. Reden voor haar deportatie was ‘illegales Verhalten’ (namelijk de vluchtpoging). Vanaf 4 november 1943 werkt zij tien tot elf uur per dag als ‘Mechanikerin’ voor het elektronicaconcern Siemens. In oktober 1944 gaat zij voor de kampleiding werken (vermoedelijk vanwege haar secretaresseopleiding), maar vanaf januari 1945 werkt zij weer voor Siemens. Begin maart 1945 is zij met circa 2000 gevangenen – waaronder 37 Nederlandse vrouwen – van Ravensbrück naar het in Oostenrijk gelegen Mauthausen overgebracht. Een treinreis van vier dagen in een overvolle goederenwagon.[6] Daar is zij op 6 maart 1945 ingeschreven als gevangene 2582 NL. De komst van het Rode Kruis naar Mauthausen op 22 april 1945 zou zij niet meer meemaken. Tineke Bendien sterft, 24 jaar oud, op 19 maart 1945 om half negen ’s avonds.[7]

Gebeurtenis

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Literatuur

  • Bader, J., Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken (Soesterberg 2018).
  • Beer, Ad de en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002)
  • Bijsterveld, Arnoud-Jan, House of Memories: Uncovering the Past of a Dutch Jewish Family (Hilversum 2016).
  • Bijsterveld, Arnoud-Jan, Ons huis. Op zoek naar een Joodse familie in Tilburg (Hilversum 2020).
  • Bijsterveld, Arnoud-Jan, ‘Gedenkteken voor slachtoffers en overlevenden. Het verhaal achter de “struikelsteen” voor Bertram Polak (1918-1942)’, Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur 29 (2011) nr. 1, 3-14
  • Brouwer, Florentine, Een ghetrouwe helt. Kees van Holst Pellekaan (1922-1942) (Den Haag 2022).
  • Helm, Sarah, Ravensbrück. Geschiedenis van het concentratiekamp voor vrouwen (Amsterdam 2015).

Externe links

Noten

  1. Zij was ook het eerste kind Bendien dat in Nederland geboren werd, haar oudere broers en zussen zijn alle in Batavia (ID) geboren.
  2. Joden mochten toen nog reizen.
  3. Willy Kramer (Den Haag 1908, Venray 1943) en Jacoba Menso (Den Haag 1904, 1970).
  4. Zie Brouwer (2022), 111, 112.
  5. De man van Tineke wordt geselecteerd als ‘arbeitsfähig’ met Häftling Nummer 48360 (getatoeëerd op de rechter onderarm) en komt in Birkenau (ook wel bekend als ‘Auschwitz II’) terecht waar hij dwangarbeid verricht. Daar overlijdt hij, 29 jaar oud, op 17 augustus 1942. Naar alle waarschijnlijkheid is hij tegelijk met Bertram Polak vergast. Fred de Wit komt uiterlijk september 1942 in of rond Auschwitz om het leven.
  6. Ongeveer de helft van dit transport bestond uit Sinti en Roma-vrouwen
  7. De ouders van Tineke overleven de Shoah, evenals haar broers en zussen. Haar zus Louise (Batavia (ID) 1915) was stewardess; zij komt in 1945 om in Frankfurt bij een helikopterongeluk.