Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Spaanse griep in Gilze en Rijen

Die andere pandemie van honderd jaar geleden; wat deed de Spaanse griep in Gilze en Rijen?

We worden hard getroffen door het corona virus. Een al langer gevreesde pandemie die werkelijkheid is geworden. Hebben we dit in de moderne tijd eerder meegemaakt? Ja, ruim honderd jaar geleden brak in 1918 de Spaanse griep uit. En die ging ook aan Gilze en Rijen niet voorbij.

Niet uit Spanje

Anders dan de naam doet vermoeden kwam de ziekte niet uit Spanje. Vermoedelijk begon de epidemie in maart 1918 op een Amerikaanse legerbasis in Kansas.

Amerikaanse soldaten met Spaanse griep op de legerbasis van Kansas

Soldaten werden daar klaargestoomd voor de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog en via hen bereikte de ziekte het westelijk front in Frankrijk – en reisde verder. De eerste berichten over de ziekte stuurden journalisten vanuit Spanje de wereld in. De kranten in het neutrale Spanje werden niet gecensureerd. In de oorlogvoerende landen wél, daar werd slecht nieuws uit de kranten gehouden om het moreel van de manschappen en de burgers niet te ondermijnen. Zo kon het gebeuren dat het virus pas laat onder de bevolking bekend werd.

Advertentie in de Noordbrabantsche Provinciale Courant 04-12-1918

Er was in het voorjaar van 1918 nog geen paniek. Mensen werden wel ziek, maar de griepverschijnselen waren niet ernstig. In de zomer ebde de epidemie weg, maar sloeg in oktober met verhevigde kracht weer toe. Het lijkt alsof het virus in de tussentijd muteerde naar een ernstiger vorm. Bij de griep voegde zich nu een longontsteking met een vaak dodelijk karakter.

Volgens huidige inzichten heeft de Spaanse griep twintig tot honderd miljoen dodelijke slachtoffers geëist. Weliswaar een grote marge, maar hoe dan ook een onvoorstelbaar aantal. Een veelvoud van de negen miljoen doden die als gevolg van de Eerste Wereldoorlog te betreuren waren.

Snelle verspreiding

In Nederland, dat buiten de Eerste Wereldoorlog bleef, was aanvankelijk weinig ongerustheid. Ook in Gilze en Rijen en omgeving. De Tilburgsche Courant meldde op 3 juli 1918 nog dat “tot dusver geen grond bestaat om zich ongerust te maken. Tot nu moet de ziekte een onschuldig karakter hebben”. Maar de mobilisatie van Nederlandse soldaten, rondreizende verlofgangers en vluchtelingen zorgden ook hier voor een snelle verspreiding van de Spaanse griep. Heeft het huidige corona virus haar brandhaard in Brabant, de Spaanse griep sloeg het eerste massaal toe in de arme veengebieden in het noordoosten van het land. Maar Brabant bleef niet gespaard en daar openbaarde de ziekte zich het eerst bij militairen in de steden, zo ook in Breda en Tilburg. Uiteindelijk overleden in Nederland ongeveer dertigduizend mensen aan dit influenzavirus. In het bij de oorlog betrokken België waren dat er bijna tien keer zoveel.

Een straf van God

Gelovigen zagen in de ziekte vaak een straf van God. Katholieken in het zuiden zochten hun toevlucht in bidden en offreren aan de kerk zodat de bevolking “bewaard moge blijven van den Spaanse griep”. Artsen wisten niet wat ze moesten beginnen; er waren geen geschikte medicijnen. Vaak zochten mensen hun heil in aangeprezen wondermiddeltjes, zoals in deze advertentie uit De Provinciale Noordbrabantsche Courant van begin december 1918.

Het lijkt er op dat Gilze en Rijen relatief mild getroffen werd door de Spaanse griep. Er is in 1918 (behalve de maand november), 1919 en 1920 geen piek te zien in de sterftecijfers. Deze jaren laten een sterftepatroon zien dat we van het Brabantse platteland in het begin van de twintigste eeuw nog gewend zijn, nl. een relatief hoge mortaliteit onder zuigelingen.

Bidprentje voor de kinderen Keusters

Dit was vaak het gevolg van onvoldoende hygiëne bij het voeden van baby’s met flessenmelk. Hierdoor traden vaak fatale maag- en darminfecties (gastro-enteritis) op. Ook de besmettelijke keelziekte difterie eiste veel slachtoffers onder de jong geborenen.

Gezinnen hard getroffen

Toch is de Spaanse griep aan Gilze en Rijen niet voorbij gegaan. Het virus trof vooral in november 1918 een aantal gezinnen hard. Er overleden in die maand tien kinderen in de leeftijd van twee tot zeventien jaar. In het gezin Keusters uit Gilze speelde zich een afschuwelijk drama af; tussen 19 en 28 november stierven er vier kinderen. Het bidprentje is hier na ruim honderd jaar nog een stille getuige van.

Het Dagblad van Noord Brabant geeft op 6 december 1918 een overzicht van het aantal overledenen in West-Brabant in de rampzalige maand november. De krant komt tot de conclusie dat de sterfte in Gilze en Rijen tweemaal zo hoog is dan in dezelfde maand een jaar eerder. In plaatsen als Zundert en Hooge en Lage Zwaluwe zijn de overlijdens verdrievoudigd en in Terheijden en Tilburg telt men bijna vijf keer meer sterfgevallen dan normaal. Dongen wordt in onze contreien het hardst getroffen, daar zijn maar liefst zeven keer meer doden te betreuren dan in november 1917.



Tekst: Kees van der Heijden; Fotoredactie: Piet Weterings; Bronnen: Krantencollectie Koninklijke Bibliotheek via www.Delpher.nl;Overlijdensaktes Gilze en Rijen, Regionaal Archief Tilburg; Collectie bidprentjes Heemkring Molenheide, met dank aan de genealogische werkgroep; Historisch Nieuwsblad 2/2018; www.Volkskrant.nl 15-03-2020; www.NRC.nl 20-03-2020; www.Historiek.net 16-03-2020.

Dit artikel is in april 2020 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide.