Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Slachtoffers in de schaduw van het vliegveld

Dodenherdenking in Gilze en Rijen

Elf doden uit Rijen, zeventien uit Hulten, vijf uit Molenschot en 55 uit Gilze. Dat was de droeve optelsom van vijf donkere oorlogsjaren. De kerkhoven geven nog steeds een indruk van het leed dat in de Tweede Wereldoorlog bij al die families is aangericht. In Gilze staat een speciaal monument en ook in Hulten liggen nog enkele oorlogsgraven. Namen, leeftijden en overlijdensdata spreken boekdelen. Maar ook de stompe kerktorenspits in Molenschot en de herdenkingskapelletjes in Rijen en op Verhoven herinneren ons nog aan deze periode.

Door de nabijheid van het vliegveld hebben de inwoners van Gilze, Rijen, Hulten en Molenschot extreem veel geleden in de Tweede Wereldoorlog. In de tweede helft van mei 1940 installeerde zich op de bovenverdieping van het raadhuis in Gilze de kern van de zogenaamde Bauleitung, een groep Duitse vliegveldbouwers. Zij maakten een begin met de aanleg van een nieuw vliegveld. Het bestaande vliegveld Molenheide en het in aanleg verkerende vliegterrein Nerhoven moesten samensmelten tot één groot Duits militair vliegveld. Dit vliegveld zou bekend worden onder de naam Fliegerhorst Gilze-Rijen. Een groot deel van de slachtoffers in onze gemeente kwam om door bommen, eigenlijk bedoeld voor deze operationele Duitse vliegbasis midden tussen de vier kerkdorpen. Vooral Gilze en Hulten kregen het te verduren. Ook lieten enkele inwoners het leven in Duitsland waar ze in het kader van de Arbeitseinsatz tewerk waren gesteld. We staan in deze herdenkingsperiode weer even stil bij de ernstigste incidenten van destijds.

Duitse bommenwerper in de Nieuwstraat

Hotel de Kronen (Beeldarchief Heemkring Molenheide)

Begin september 1940 was de Fliegerhorst Gilze-Rijen gereed en landden er vanwege de Slag om Engeland een groot aantal Duitse bommenwerpers. Die werden afgetankt met kerosine, voorzien van de nodige munitie, mitrailleurs en bommen. Op 4 september ’s-avonds om 10.00 uur vertrokken ze richting Engeland. De achtste volgeladen bommenwerper die opsteeg, een Heinkel 111, kon niet voldoende hoogte krijgen. In een poging om naar het vliegveld terug te keren, is hij in de vroege nacht van 5 september neergestort in de Nieuwstraat in Gilze. De familie Van Wezel was op dat moment in diepe slaap verzonken en bij de overburen, de familie Vermeulen in hotel De Kronen werden de laatste voorbereidingen getroffen om ook een einde aan de dag te maken. Toen brak de hel los. Een gierend geluid gevolgd door een daverende klap. Het toestel boorde zich in de woning van Van Wezel, alles met zich meesleurend wat er in was. Met woeste kracht sloegen de balken, dakpannen, stenen en stukken metaal ook door de ramen van het nabijgelegen De Kronen naar binnen en zette het hotel in lichterlaaie. Zeven inwoners van Gilze en de bemanning van het vliegtuig kwamen hierbij om het leven. Zes slachtoffers waren er in het gezin Van Wezel te betreuren. Alleen zoon Jan overleefde het. Hij sliep op de bovenverdieping en kwam met bed en al op straat terecht. Jan Vermeulen, herbergier van De Kronen overleed later aan zijn verwondingen. Zijn zus, die de ramp zag gebeuren, overleed aan een hartaanval.

Geallieerde bommen op Hulten

Meerdere formaties geallieerde bommenwerpers vielen op 19 augustus 1943, aan het begin van de avond, het vliegveld aan. Deze aanval maakte deel uit van de operatie ‘Mission 85’. Het grootste deel van de afgegooide bommen viel niet op het vliegveld, maar op het gebied ten noorden van de Rijksweg, bij Stad Parijs. Daar in het broek bij Hulten speelde zich een drama af. Veel boerenfamilies waren op dat tijdstip nog druk aan het werk op de velden en er was weinig beschutting te vinden. Zij werden getroffen door het geweld. Er vielen ook slachtoffers in een passagierstrein afkomstig uit Tilburg, die door het bombardement moest stoppen op de spoorlijn. Huub Weterings uit Rijen zat als kind in die trein toen die abrupt stopte en zijn oom riep: “Deur open, in de sloot!” Mensen die te laat uit de trein sprongen, werden geraakt door de vliegtuigen. In totaal waren er 23 doden te betreuren waarvan 17 uit Hulten. Er was heel veel materiële schade. Vier boerderijen werden totaal verwoest en verschillende andere boerderijen, woonhuizen en cafés werden beschadigd. De slachtoffers werden vier dagen later op het kerkhof in Hulten begraven.

“Vliegend fort” en “vliegende doodskist” verwoesten Gilze

De langeafstand bommenwerper Boeing B17 stond bekend als het “vliegend fort”. Deze zware bommenwerpers misten op 5 juli 1944 doel en hun lading kwam buiten het terrein van het vliegveld neer. Het centrum van Gilze werd zwaar getroffen en de kern van het dorp was één grote ravage. Kraters van wel 5 tot 6 meter diep, overal lag puin en mensen liepen ontredderd op straat. Het dorp zat zonder gas, water, telefoon en elektriciteit. Straten en wegen waren onbegaanbaar. Er vielen 21 burgerslachtoffers en de gezinnen Timmermans, In ’t Ven en Sikkenga kwamen daarbij haast volledig om. De volgende dag begroef Gilze alle overledenen in een gemeenschappelijk graf. Een maand later op 7 augustus was het weer raak. Toen misten vijftien B24 Liberators bij een aanval op het vliegveld opnieuw doel. Dit toestel werd door de bemanning de “vliegende doodskist” genoemd. De bommen van deze moordmachines vielen nu op de buurtschappen Moleneind en Verhoven. Er werden hierbij vijf burgers en één Duitse militair gedood en meerdere boerderijen verwoest of beschadigd.

Op de valreep gesneuveld tijdens de bevrijding van Rijen

Bevrijding van Rijen (Beeldarchief Heemkring Molenheide)

Nadat de Duitsers zich op 27 oktober 1944 hadden teruggetrokken uit Gilze, en daarbij de kerktoren hadden opgeblazen, volgden er hevige gevechten bij de bevrijding van Rijen. Nog diezelfde dag vielen Engelse en Poolse troepen Rijen aan en veroverden het dorp gedeeltelijk. Op 28 en 29 oktober stuitten de Engelsen, die het inmiddels van de Polen hadden overgenomen, op een taai Duits verzet. Het dorp kwam enkele dagen onder zwaar vuur te liggen van zowel de Duitse als de Engelse artillerie. De zwaarste offers bij de bevrijding van het dorp werden gebracht door de Engelsen en de vijf burgers die omkwamen als gevolg van beschietingen bij de Laagstraat, in de Pastoor Oomenstraat en in de Heikantsestraat. De schade was ook aanzienlijk in de straten eromheen, met name de Kerkstraat (nu Hoofdstraat), de Heistraat en de Pastoor Gillisstraat. Ook de kerk kreeg ontelbare voltreffers en vooral de toren moest het zwaar ontgelden. Overigens gebruikten de Duitsers die toren als artilleriepost. Opblazen van de kerk door de Duitsers werd op het allerlaatste moment verhinderd en de soldaten die de post bezetten werden overmeesterd. Piet Pijnenburg, ambtenaar ter secretarie van de gemeente Gilze en Rijen, schreef in januari 1945 in zijn dagboek: “Louis Smeulders, mijn chef, is twee dagen na de bevrijding in Rijen, terwijl hij op straat naar een geallieerde tank stond te kijken, door een Duitsche granaat omgekomen. Hij laat een vrouw en drie kleine kinderen achter. Zoals gezegd: na de bevrijding. Wel een bijzonder tragische dood. Hij was een vriendelijke, zachtaardige man, en een prettige chef.”

Bevrijd en toch getroffen: V-1 in de Lange Wagenstraat

Voortdurende dreiging (Beeldarchief Heemkring Molenheide)

Zuid-Nederland was bevrijd, maar de oorlog was nog niet voorbij. De Duitsers hadden een vergeldingswapen ontwikkeld in de vorm van onbemande vliegende bommen (V-1 en V-2). Ze waren gericht op Antwerpen, maar ze wilden nog wel eens haperen en te vroeg neervallen. Aan het geluid dat de raketmotor maakte, hoorden de inwoners of de V-1 een technisch mankement had. Dat bracht enorme paniek met zich mee, vooral ’s nachts, als niet te zien was waar de bom precies uithing. Dan was het angstig wachten op het moment dat hij neerkwam en ontplofte. In onze gemeente gebeurde dat maar liefst 23 keer. Ook op 26 februari 1945 toen een V-1 zich in twee huizen in de Lange Wagenstraat in Gilze boorde. In totaal vielen er negen slachtoffers (twee volwassenen en zeven kinderen). Het gezin Weterings verloor twee dochters, in het gezin Broeders vond een dochter de dood en het gezin Segers moest moeder en twee kinderen naar het graf dragen. Door de klap stortte ook de voorgevel van de zuivelfabriek tegenover de twee huizen in. Zo’n honderd kinderen stonden daar op dat moment op een warme maaltijd te wachten.


Ook na de Tweede Wereldoorlog zijn er inwoners van Gilze en Rijen het slachtoffer geworden van oorlogshandelingen. In de periode 1946-1949 werden er militairen uit de gemeente ingezet in voormalig Nederlands Indië. Tijdens de politionele acties daar sneuvelden vijf van hen. Bij de begraafplaats in Gilze en in de kapel in de Hoofdstraat in Rijen worden zij herdacht. Daarnaast werden er de afgelopen decennia dorpsgenoten als militair op vredesmissie uitgezonden naar conflictgebieden. Eén van hen overleed tijdens zijn uitzending en één militair van de vliegbasis Gilze-Rijen kwam om bij een noodlottig helikopterongeval.




Tekst: Kees van der Heijden; Fotoredactie: Piet Weterings Bronnen: www.heemkringmolenheide.nl; www.tijdmachinegilzerijen.nl; www.wikimiddenbrabant.nl (portaal Gilze en Rijen); De historische canon van Gilze en Rijen; (foto)archief Heemkring Molenheide.

Dit artikel is in april 2021 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide.