Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Gemeentelijk Slachthuis

Al in 1887 werd door A. Festen uit Heeswijk en J. Godfernaux uit Parijs een concessie aangevraagd bij het gemeentebestuur voor het exploiteren van een openbaar slachthuis in Tilburg. Het is onbekend of dit plan doorgang heeft gevonden. Wel is zeker dat het gemeentebestuur in 1917 de behoefte uitsprak voor de vestiging van een abattoir, dat in 1919 een noodabattoir werd opgericht en dat plannen voor een definitief gemeentelijk slachthuis in dat jaar verder werden uitgewerkt. Het duurde echter nog tot 1924 eer het ontwerp van Bartholomeus Ruigvoorn daadwerkelijk was gerealiseerd. Het oorspronkelijke complex aan de Enschotsestraat bevatte een hoofdgebouw (slachterij), ambtenaarswoningen (hoek Lovensekanaaldijk), twee administratiegebouwen, een directeurswoning (rechts van het slachthuis), een was- en kleedlokaal, veestallen, een slachthal voor ziek vee, een darmslijmerij, een huidenzouterij, een verbrandingsoven en honden- en wagenremises (stallingen). Tevens was er een buitenplaats voor de gemeentelijke veemarkt gereserveerd, die hier vanaf 1926 werd gehouden. Het complex werd in de loop der tijd meerdere malen uitgebreid, verbouwd en gerenoveerd. In het Tilburgse slachthuis, dat tegenwoordig deel uit maakt van het VION-concern, worden alleen nog runderen geslacht.

Zie ook

't Abattoir

Het Geheugen van Tilburg