Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Slaafjes vrijkopen

Een bijzonder testament lieten Cornelis en Cornelia van de Pas na. Zij waren broer en zus en woonden samen op een boerderij in de Winkelsehoek in Biezenmortel. Cornelis was kerkmeester. Na de dood van Cornelis (in 1911) liet Cornelia op 26 oktober 1912 bij notaris Vroemen een testament opmaken. Eerst staan er een heleboel bepalingen in, die voor die tijd gebruikelijk zijn. Dat gaat over de plechtigheid van de begrafenis, de plaats van het graf, het bestemmen van 250 gulden voor een graftombe, erfenissen voor meid en knecht, wat voor de pastoor en de wens om op de dag van de begrafenis voor 200 gulden brood uit te delen aan de armen in het dorp. Daarnaast staat er de volgende wens in: “Een som van vijftig gulden, volgens door mij gegeven instructies voor het genootschap van de H.-Kindsheid in de vreemde missies, tot vrijkoping van twee slaafjes, die bij de doop de namen zullen ontvangen van Cornelia en Cornelis van Udenhout”. Cornelia van de Pas overleed in 1919. Het genootschap ontving 50 gulden en heeft daarmee ergens in de missie twee slaafjes vrijgekocht.