Schouw
(schaaw), zn., schouw, schoorsteen. Voor de tijd van de kachels stookte men in huis, in den herd, een open vuur, zoals op de foto te zien is met Anne Schapendonk-van Diessen erop. Daarboven bevond zich een open schouw met een rookkanaal naar de schoorsteen. Op de schoorstêenmaantel werden vaak borden geplaatst ter versiering. In de schouw werden de worsten, het spek en de hammen gerookt als de boer had geslacht. Op de foto zitten Jos en Tina Verschuren onder de schouw. Je kunt zien, dat die niet meer als zodanig gebruikt wordt, omdat er een potkachel in gezet is.