Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Scheffer, Cees

BalkTiu.jpg

Scheffer.jpeg

Cornelis Franciscus (Cees) Scheffer (1911-1979) is rector geweest van Tilburg University in de periode 1963-1964 en van 1968-1973. Scheffer, geboren in Oudenbosch, doorloopt de HBS en de Hoogere Handelsschool in Bergen op Zoom. Daarna studeert hij economie in Tilburg, waar hij in 1935 zijn doctoraalexamen behaalt.

Vanaf 1936 werkt hij bij een effectenkantoor en vervolgens als directeur bij de Nederlandse Middenstandsbank (NBM) in Venlo en Den Bosch. Promotie naar een positie in een belangrijker kantoor als Amsterdam en Rotterdam zitten er voor een katholiek niet in, dus grijpt Scheffer in 1949 de gelegenheid aan om in Nederlands-Indië medewerker te worden bij de Generale Thesaurie in Jakarta. Ondertussen werkt hij aan het proefschrift ‘Het bankwezen in Indonesië̈ sedert het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog’ waarop hij in 1951 in Tilburg bij professor J.M. Pieters promoveert. In 1953 wordt Scheffer, na een voorafgaand tweejarig lectoraat, hoogleraar aan de Universiteit van Indonesië̈ in Jakarta. Twee jaar later keert hij terug naar Nederland en wordt hij in Tilburg hoogleraar Bedrijfshuishoudkunde, in het bijzonder het financiewezen van de onderneming. In 1956 wordt Scheffer benoemd tot directeur van het Economisch-Sociologisch Instituut van de Tilburgse hogeschool. Hij blijft hoogleraar in Tilburg tot hij in 1977 met emeritaat gaat.

Bestuurder in de jaren zestig

Scheffer is rector tijdens de roemruchte bezettingen van de hogeschool in 1969. Door zijn compromisbereidheid slaagt Scheffer er echter in om de bestuurlijke rust enigszins te herstellen en de hogeschool na ruim een week weer te openen. De inrichting en democratisering van het universitair bestuur blijven thema’s gedurende zijn gehele rectoraat, evenals de samenwerking met het hbo, de Technische Hogeschool Eindhoven en de ontwikkeling van de hogeschool tot universiteit (inclusief medische faculteit*). In zijn ogen lag het voor de hand dat bij de vorming van een Brabantse universiteit de hogeschool haar katholieke signatuur zou opgeven. Zelf is Scheffer “nog ternauwernood geëngageerd katholiek”. Nationale politiek en kerkelijk gesteggel noemt hij “klein gedoe”.

De grotere toestroom van studenten tot hoger onderwijs juicht Scheffer toe. Wel heeft hij bezwaren tegen massaliteit en het gedrag van sommige studenten (bijvoorbeeld teksten in “vunzige studentenblaadjes”). Hij is voor beperking van de studieduur met behoud van het studentenleven en voor een selectieve rol van de propedeuse. Zijn collega-hoogleraren roept hij op niet zomaar allerlei politiek-maatschappelijke manifesten te ondertekenen, maar zich bij hun vak te houden.

Econoom

Zijn betekenis als econoom ligt vooral in zijn non- conformistische opvatting tegenover de destijds heftig polemiserende Amsterdamse en Rotterdamse richtingen in de bedrijfseconomie. Hij verricht baanbrekend werk door de financieringstheorie niet alleen te bezien als het probleem van de vermogensbehoefte, maar ook als vraagstuk van investeringsselectie. Bovendien bekijkt Scheffer vraagstukken ook vanuit de optiek van handelsbanken. Scheffer heeft een forse lijst publicaties en een tweetal promovendi afgeleverd.

Maatschappelijke functies

Scheffer vervult veel bestuurs- en adviesfuncties. Zo wordt hij in 1965 de eerste bestuursvoorzitter van het Bureau Krediet Registratie in Tiel, een functie die hij tot aan zijn dood vervult. Daarnaast is hij onder meer vicevoorzitter van de Academische Raad, lid van het International University Contact for Management Education, commissaris van de Nationale Investeringsbank en lid van het bestuur van de Coöperatieve Centrale Rabobank en later van de raad van beheer van de Centrale Rabobank.

Scheffer werd bij zijn overlijden herinnerd als een formele, lastig te doorgronden man, onberispelijk gekleed en met een enorme gedrevenheid voor zijn vak.