Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Roos, Fritz Siegfried

Fritz Siegfried Roos
Afbeelding gewenst
Volledige namen Fritz Siegfried Roos
Geboortedatum 07-11-1869
Geboorteplaats Chemnitz (DE)
Adres Nieuwe Bosscheweg 94
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Elisabeth Culp
Beroep Directeur van een tricotagefabriek
Overlijdensdatum 15-03-1945
Plaats van overlijden Polen

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Roos, Fritz Siegfried (Chemnitz (DE) 07-11-1889, Polen 15-03-1945), fabrieksdirecteur. Zoon van Bernhard Roos (Offenbach/Glan (DE) 11-05-1849, Brussel (BE) 20-10-1917) en Metha Strauss (Barchfeld (DE) 25-07-1867, Amsterdam 03-03-1938)(1849–1917). Hij was getrouwd met Elisabeth Culp (1893–1944). Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren. Fritz Roos overleed op 15-03-1945 'ergens in Polen'.

Achtergrond

Fritz Siegfried Roos werd op 7 november 1889 in Chemnitz (Duitsland) geboren als zoon van Bernhard Roos en Metha Strauss.
Hij was getrouwd met Elisabeth Culp . Zij kregen twee kinderen, Bernd (1922–1945) en Anita (1925–2003).

Het gezin Roos kwam met hun kinderen Bernd en Anita in september 1933 vanuit Wuppertal naar Tilburg. Fritz Roos richtte met financiële middelen van zijn broer Julius op 25 september 1933 aan de Diepenstraat de Brabantsche Tricotagefabriek op. Julius Roos, voormalig bankier in Duitsland, was eigenaar van tricotagefabriek 'Tricota' in Amsterdam. De Brabantsche Tricotagefabriek was een dochteronderneming daarvan. In 1939 verkocht Julius Roos de Brabantsche Tricotagefabriek aan Robert Salomon, eigenaar van confectiebedrijf Nikor in Amsterdam. Julius Roos emigreerde naar Canada, Fritz bleef directeur van de Brabantsche Tricotagefabriek.

Deportatie

In 1942 werd de Brabantsche Tricotagefabriek als Joodse onderneming onteigend. Het bedrijf kreeg een Verwalter en Fritz Roos werd op een zijspoor gezet. Omdat Roos functionaris was van de Nederlandse Israëlitische Gemeente Tilburg was zijn gezin ‘gesperrt’ (voorlopig vrijsgesteld van deportatie).

In maart 1943 werd de woning van het gezin Roos aan de Nieuwe Bosscheweg 94 toegewezen aan NSB-kringleider Pitz, maar het gezin Roos was al op 24 februari 1943 ondergedoken, evenals de inwonende schoonmoeder Sofie Culp-Fränkel. Fritz Roos, zijn vrouw Elisabeth en de kinderen Bernd en Anita werden op 2 augustus 1944 – samen met vier andere Joodse onderduikers – in de woning van illegaal werker Jef van Bebber aan de Korenbloemstraat 137 gearresteerd.[1]

Op 15 augustus is het gezin Roos overgebracht naar Westerbork (barak 67) en op 3 september 1944 gedeporteerd naar Auschwitz. Fritz Roos kwam op 15 maart 1945 ‘ergens in Polen’ om het leven. Hij werd 55 jaar.[2]

Gebeurtenis

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Literatuur

  • Anita Mayer, Als ik Hitler maar kan overleven (Nieuwkoop 1981).
  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
  • J. Bader, Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken (Soesterberg 2018).

Externe links

Noten

  1. Die vier andere onderduikers waren Kaatje Gersons-Hartog, Louis van Leeuwen, Alexander van Leeuwen en Henriëtte van Leeuwen-Gerson. Henriëtte overleefde de Shoah.
  2. Zijn vrouw Elisabeth werd op 6 september 1944 in Auschwitz vermoord, zijn zoon Bernd kwam eveneens in 1945 ergens in Polen om het leven, alleen dochter Anita overleefde de Shoah. Zij schreef hierover het boek Als ik Hitler maar kan overleven.