Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Rivaliteit tussen Gilze en Rijen

Gaan vrijen op de Rijen en voor ’t donker thuis in Gilze

Aandacht hebben voor alle vier de dorpen van onze gemeente in onze publicaties en onderzoeken. Daar proberen we bij de heemkring altijd op te letten. Want we weten uit de geschiedenis dat de onderlinge verhoudingen nog wel eens gevoelig liggen. Vooral de rivaliteit tussen Gilze en Rijen stak bij tijd en wijle stevig de kop op. Nu wordt hier tegenwoordig vooral met een grap en een grol aan herinnerd, maar toch is het wel eens aardig om – juist in deze Kerstmaand van vrede en meer begrip - naar dit onderwerp te kijken. Waar komt die spreekwoordelijke rivaliteit tussen Gilze en Rijen toch vandaan? Wat is er gebeurd in het verleden?

Oud-gemeentesecretaris Adriaan Hoevenaars vroeg het zich in heemblad De Mulder van januari 1994 ook al af. Hij was geboren in Gilze, maar woonde jarenlang in Rijen (!) en noemde het verschijnsel de ‘naijver’ tussen de twee dorpen. Maar haastte zich eraan toe te voegen dat die vooral ‘vroeger’ speelde. Bovendien, zo stelde hij, was het bijna algemeen gebruikelijk dat inwoners van de ene plaats zich wat spottend uitlieten over die van de andere. Zo zeiden ze vroeger in Gilze dat achter Chaam de wereld was dichtgeplakt met ‘kraanten en spekzwoertjes’. En van Oosterhout is al heel lang bekend dat daar ‘Eerst eten’ voorop staat.


Industriedorp Rijen

Tussen Rijen en Gilze begon het volgens hem allemaal halverwege de 19e eeuw, toen Rijen met de komst van een station, leerlooierijen, schoenfabrieken en een steenbakkerij, langzamerhand ‘groter groeide’ dan Gilze en van karakter veranderde. Terwijl het altijd maar een kleine wijk of buurtschap van het ‘moederdorp’ was geweest. Van agrarisch buurtschap werd het een industriedorp met veel fabrikanten, wat middenstanders en veel arbeiders, inclusief de bijbehorende standsverschillen. Terwijl Gilze veel meer het dorp van de middenstand, de grotere boeren en ambachtslieden bleef, die gemoedelijker met elkaar omgingen en een groter saamhorigheidsgevoel hadden.


Tweedehands tegels

Een gevolg van dat groter groeien was dat Rijen niet alles meer ‘pikte’. Neem de kwestie van de straatverharding. Die was in Gilze in de 18e eeuw met enkele tientallen meters op gang gekomen en vorderde langzaam. Maar de buurtschappen waren nog lang niet aan de beurt, toen Rijen industrialiseerde. Het dorp moest knokken om die bestrating bij de Gilse wethouder Verhoeven voor elkaar te krijgen. Ook bij burgemeester Van Poppel (1901—1933) had Rijen het gevoel aan de achterste mem te hangen. Toen het dorp voor het eerst een verhard trottoir zou krijgen, wilde het gemeentebestuur nieuwe tegels kopen voor Gilze, om de oude in Rijen te kunnen leggen…. Om dat ‘voortrekken van Gilze’ een halt toe te roepen, richtten Rijenaren in 1919 Rijens Belang op, een belangenvereniging die zich tot 1964 sterk zou maken voor dorpszaken als een huisarts, betere wegen, gasvoorziening, bouw van een bejaardenhuis en komst van een sportpark.


Gilzer vlaai

Na de oorlog keerden de rollen langzamerhand om. En kwamen er actiegroepen in Gilze om voorzieningen voor elkaar te krijgen. De fabrikantenkring Gilze bijvoorbeeld moest begin jaren vijftig de Commissaris van de Koningin om tussenkomst vragen om de Tilburgsebaan verhard te krijgen. Want met de stemmen van alle Rijense leden tegen, had de gemeenteraad daar nee tegen gezegd. Uiteindelijk lukte dat, met instemming van de hele raad, maar in diezelfde vergadering werd meteen gesproken over uitbreiding van de riolering in Rijen en reconstructie van de Dongenseweg en het noordelijk deel van de Hoofdstraat. Als het ene dorp een voorziening kreeg, dan het andere ook. Actiegroep ‘Gilzer vlaai’ ging in 1970 nog wat verder. Om de ‘discriminatie’ van Gilze onder de aandacht te brengen, eiste de groep in een open brief aan Provinciale Staten een ‘echtscheiding’ van Rijen. En in december 1971 kwam uit 'de ontevredenheid die in Gilze onder brede lagen van de bevolking leeft' de politieke werkgroep Leefbaar Gilze voort. De groep kwam tot stand in samenwerking met de raadsfractie Van Gool, de voorganger van Kern ‘75. In 1992 nog was het de initiatiefgroep 'Gilze en Molenschot Groen' die zich afvroeg of de navelstreng met Rijen niet beter doorgeknipt kon worden. De groep wilde aansluiting bij de groene kernen Alphen, Baarle-Nassau, Chaam en Nieuw Ginneken.


Dat deed zeer in Gilze

Een brief uit 1950 van het Comité Gilze aan Gedeputeerde Staten over de verplaatsing van het gemeentehuis en bestuurlijke splitsing tussen Rijen en Gilze
Na jarenlang ‘gedoe’ tussen de twee dorpen viel in 1950 het besluit: na zes raadhuizen in Gilze zou het zevende in Rijen komen te staan. In 1961 werd het geopend


Maar politiek meest ingrijpend was de zogenaamde raadhuiskwestie, die zich na de oorlog rond de nieuwbouw van het gemeentehuis afspeelde en zich jaren voortsleepte. Het raadhuis op Nerhoven was door de Duitsers zwaar beschadigd en herbouw was niet mogelijk. Waar moest het nieuwe gebouw komen? Weer in Gilze of in het grotere Rijen? Ontelbare vergaderuren, beschreven bladzijden, stencil- en drukwerk waren nodig om deze knoop door te hakken. Ook de Commissaris van de Koningin en onderzoek door het Economisch Technologisch Instituut moesten eraan te pas komen. Conclusie: historisch en psychologisch gezien kwam Gilze in aanmerking, maar bij nieuwbouw was Rijen aannemelijker. Alle mogelijke emoties kwamen langs. In een overvolle raadzaal stemden op 12 oktober 1950 negen raadsleden vóór en zes tegen het voorstel om in Rijen te bouwen. En daarmee was de kogel door de kerk: na zes raadhuizen in Gilze zou het zevende in Rijen staan. En dat deed zeer in Gilze. Enkele inwoners richtten daarom het Comité Gilze op, met daarin zelfs wat raadsleden en een wethouder uit Gilze. Ze stuurden een rekest naar Gedeputeerde Staten (GS) om het raadsbesluit te vernietigen en een bestuurlijke splitsing tussen de beide dorpen voor elkaar te krijgen. Een boze burgemeester Van Mierlo hield de raadsleden voor, dat zij de eed hadden afgelegd en daarmee hadden beloofd de belangen van de héle gemeente te behartigen. De Gilzer raadsfractie trok zich terug uit het comité en de burgemeester liet GS weten dat splitsing van de twee kerkdorpen niet in het belang van de gemeente en haar bevolking was.


Wie op de Rijen wil gaan vrijen

Natuurlijk deden al die dorpsontwikkelingen en politieke strubbelingen iets met de inwoners en hun sentimenten. En dat uitte zich bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse kermissen. Dat waren bij uitstek de gelegenheden waarbij de emoties nog wel eens wilden oplopen en het op vechtpartijen onder jongeren uitdraaide. Gingen Gilse jongelui naar de Rijense jaarmarkt, dan moesten ze om problemen te voorkomen, voor donker thuis zijn. Omgekeerd gingen er weinig of geen jongelui naar de Gilse kermis, want ook dat liep te vaak op ruzie uit. Het verhaal gaat dat de spoorlijn een grens was voor beide ‘partij en'. Dat Gilse jongeren tot zover mochten komen als ze in Rijen uitgingen. Het verhaal gaat ook dat de meisjes van Rijen deze grens overschreden en doorliepen tot aan het café van Martien van Enschot aan de ingang van het vliegveldje Molenheide. Ze konden dan samen met de Gilse jongens die langs de grindweg (de vroegere Rijensedijk) richting Rijen kwamen, de zondagmiddag doorbrengen. Ze trokken zich niets aan van het Gils liedje: ‘Wie op de Rijen wil gaan vrijen , Die moet hebben een knol (oud horloge) op zak, Want de meskes van de Rijen Hebben niks dan kale kak. Kale kak en kale zwiet (lef, bravoure) Is al wat ge op de Rijen ziet’


Derby’s

EVV ca 1970 team en bestuur.


Ingespannen kijkende supporters op de RAC-tribune rond 1938. Een derby tegen VV Gilze misschien?


VV Gilze behaalde in 1932/1933 de kampioenstitel in de 2e klasse. Het team had kunnen promoveren naar de 1e klasse, maar daar was niet genoeg geld voor; de reiskosten waren te hoog.


En dan hebben we natuurlijk dat andere volksfeest, carnaval. Waarbij ‘de Dringers’ van het kleinere Gilze een veel langere optocht wisten en weten te produceren dan de Hangijzers en Hangijzerinnekes van het grotere Wringersgat. En de sauwelaars in hun ton nog steeds dankbaar gebruik maken van die rivaliteit en over en weer de nodige kwinkslagen en spotternijen uitdelen. Wat zouden ze zonder die ‘naijver’ moeten? Intussen weten al die carnavalsverenigingen al wél jarenlang, samen met de burgemeester, tot een gezamenlijke sleuteloverdracht te komen. Die burgemeester wil ook nog wel eens een kijkje nemen bij de geruchtmakende derby’s, de voetbalwedstrijden tussen de teams van VV Gilze en VV Rijen (vóór 2003 RAC en EVV). Sportieve uitdagingen voor de twee rivalen die er altijd weer uitspringen. En juist door die extra spanning hebben deze derby’s voor voetballers en publiek eigenlijk alleen maar meerwaarde; kunnen we ze intussen misschien zelfs onder de ‘gezonde rivaliteit’ scharen. Bovendien doen ze vast en zeker iets met het saamhorigheidsgevoel. En ook dat kunnen we in deze tijd best gebruiken.

Tekst: Mariëlle van Hezewijk; Fotoredactie: Piet Weterings

Bronnen: Kwartaalblad De Mulder nrs. 49 en 65; www.tijdmachinegilzerijen.nl; beeldbank Heemkring Molenheide; ‘Over de kiesdrempel – Honderd jaar kiesrecht in Gilze en Rijen’; www.heemkringmolenheide.nl.

Dit artikel is in december 2021 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide