Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Preekstoel

Toen de Lambertuskerk op 7 oktober 1841 plechtig in gebruik werd genomen, was er nog geen preekstoel. De weduwe van Heiliger van Iersel, Johanna Maria van Abeelen, schonk een bedrag van 2000 gulden om een preekstoel aan te schaffen. De opdracht voor het ontwerpen en uitvoeren ervan ging naar de Antwerpse beeldhouwer Jan Jozef Peeters. De weduwe had een zoon, die pastoor was in de St.-Jacobus de Meerdere-kerk in Den Dungen. Daar stond een houten neo-barokke preekstoel, gemaakt door de Antwerpse beeldhouwer Jan Baptist van Hool. De weduwe heeft net zo’n preekstoel gewild in de nieuwe Udenhoutse kerk. En via haar en haar zoon kwam de Antwerpse beeldhouwer Jan Jozef Peeters in beeld. De preekstoel is uitgevoerd in massief eikenhout en donker gebeitst. Het belangrijkste onderdeel van de preekstoel is de kuip, de plaats waar de priester stond. Onder de kuip, op de vloer van het middenschip, bevindt zich een plateau , waarop een levensgroot beeld staat van Johannes de Doper. Hij wordt afgebeeld als de boetegezant, levend in de woestijn, waar hij sprinkhanen en honing van wilde bijen at. Hij preekte en trad op als de “Voorloper van de Heer” met als hoogtepunt de doop van Jezus in de Jordaan. In de linkerhand draagt Johannes een kruisstaf, een teken van herderlijke macht. Met de rechterhand maakt hij een wijzend gebaar naar boven. De kuip is rond met aan de voorkant een cirkelvormige afbeelding (tondo) van de Bergrede. Deze toespraak, waarin Jezus de ‘grondwet van de liefde’ verkondigde, is ook bekend als de ‘zaligsprekingen’. Christus wijst met zijn rechtervinger omhoog. Hij zit als leraar in het midden van een groep toehoorders, mannen, vrouwen en kinderen. Onder de toehoorders zien we een man met staf met daaraan een kruikje, een man met een helm en een man met een tulband, een vrouw met een kind op haar schoot, vier naaktfiguren en een oudere man spreekt een kind aan dat het moet opletten. Het tafereel getuigt van grote aandacht van de verschillende toehoorders. Links en rechts van het tondo zijn twee zuiltjes aangebracht, bekroond met de symbolen van de evangelisten Marcus en Lucas; links is dat de leeuwenkop (Marcus) en rechts de runderkop (Lucas). De symbolen voor de twee andere evangelisten zijn aangebracht op de onderrand van de kuip: de adelaarskop (Johannes) en het mensenhoofd (Mattheüs). Een passende versiering van een preekstoel, vanwaar het evangelie wordt verkondigd. Het rugbeschot van de kuip is een paneel, waarop zich een medaillon bevindt met een kelk met hostie, een anker en een kruis. Dit zijn de symbolen van de drie theologische deugden: geloof (kelk en hostie), hoop (anker) en liefde (kruis). Boven deze afbeelding is weer een krans van laurierbladeren te zien, eronder twee lelietakken. Dit deel van de kuip wordt ook door twee zuiltjes (voluten) afgesloten. Boven de kuip is een rond klankbord aangebracht met een grotere doorsnede dan de kuip. De omlijsting (entablement) wordt aan de voorkant onderbroken, zodat er plaats is voor een afbeelding van de Salvator Mundi, Christus afgebeeld als de redder van de wereld. In zijn linkerhand draagt hij de rijksappel (de wereldbol) en met zijn rechterhand maakt hij een zegenend gebaar.