Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Plaatsnamen in Gilze en Rijen

Gillesela, Ten Rijen, Mueleschot en Holten; waar komen de namen Gilze, Rijen, Molenschot en Hulten vandaan?

Voor ons zijn de namen van de dorpen in de gemeente vanzelfsprekend. Toch moeten ze ooit anders geklonken hebben. Zeker is dat ze anders geschreven werden en ook dat veranderde in de loop van de tijd nog al eens. De eerste schrijfwijzen brengen ons het dichtste bij de oorsprong en kunnen iets vertellen over waar de plaatsnamen vandaan komen. Maar een waterdichte verklaring is niet altijd te geven, vooral niet als er heel veel tijd overheen is gegaan. Het is dan een kwestie van interpretatie en een enkele keer is het gewoon gissen. (zie ook: Waar komen de namen Gilze, Rijen, Molenschot en Hulten vandaan?)

Gillesela

Boomput opgegraven in Gilze in 1994

Gilze is een van de oudste plaatsen in het Land van Breda. De naam duikt voor het eerst op in een schenkingsacte uit het jaar 992. In deze acte schenkt Hilsondis, gravin van Strijen, haar bezittingen, aangeduid met ‘villa Gillesela’ ofwel ‘het dorp Gilze’, aan de abdij van Thorn. Er is wel één ‘maar’. Dit document van Hilsondis wordt al tientallen jaren voor onecht gehouden, maar inhoudelijk toch als waar aangemerkt. Hoe zit dat precies? Dat ‘onecht’ heeft te maken met de vorm, niet met de inhoud. De abdij van Thorn heeft volgens deskundig onderzoek de oorkonde pas in latere tijd opgesteld, maar wat er in staat wordt als waar aangenomen omdat het door andere bronnen wordt ondersteund. Zo is daar de kroniek van bisschop Thietmar van Merseburg, die van 975 tot 1018 leefde. Hij geeft ons informatie, onder andere over Thorn en Gilze, waaruit het jaartal 992 redelijk kan worden afgeleid. Dat Gilze meer dan duizend jaar oud is blijkt bovendien uit een boomput uit die tijd, die in 1994 in het centrum van Gilze opgegraven is. Het domein van Hilsondis, en na de schenking van de abdij van Thorn, bestond uit een groep hoeven, waarvan er één het hoofdhof was. De centrale hoeve heeft tussen de huidige kerk en de Heuvel gestaan. Hier kwamen vijf wegen samen en daar heeft Gilze zijn stervormige dorpsstructuur aan te danken. Vóór 1200 werd de naam van het dorp Gilze ook geschreven als ‘Gilisa’ of ‘Gillesa’. Waar de oorspronkelijke benaming precies van is afgeleid is onzeker. Gilze is ontstaan op een zandplateau ten westen van het beekdal dat door de Grote Ley is gevormd. In de oude naam van Gilze gaat mogelijk een waternaam schuil, die overging op de nederzetting. Het kan zijn dat de naam van dat water later is veranderd waardoor de benaming Gilze nu niet meer valt te herleiden. De naam van het dorp werd in de loop van de middeleeuwen ook geschreven als ‘Ghilse’ of ‘Gilse’. In de 18e eeuw kreeg de naam vaste vorm: Gils en uiteindelijk Gilze.

Holten

De naam Hulten komen we in de geschriften het eerst tegen in 1293, het werd toen geschreven als ‘Holten’. Het element holt of hout komt veel voor in nederzettingsnamen, ook in onze omgeving. Denk aan Heusdenhout, Den Hout en Oosterhout. Het verwijst naar een ‘bos met hoogopgaande bomen’. De natuurlijke omgeving is overgegaan op de plaatsnaam en zo betekent Holten ‘nederzetting bij het hoogopgaande bos’. Later schreef men de plaatsnaam ook als Hoilten en vanaf de 18e eeuw werd het definitief Hulten. De kern van Hulten lag oorspronkelijk ongeveer ter hoogte van het kruispunt Hultenseweg / Keizersakker en de belangrijkste boerderij was de daar vlakbij gelegen ‘hoeve te Holten’. Het gebied behoorde toe aan de abdis van Thorn. Uit een akte van 1368 weten we dat Wouter van Diedeghem de leenman was die het leengoed Hulten heeft verkocht aan Jan van Polanen, Heer van Breda. Zo kwam Hulten later via huwelijkspolitiek in handen van de Oranje-Nassaus en veranderde de naam ‘hoeve van Holten’ in ‘Prinsenhoef’.

Mueleschot

Het driehoekig plein in de kern van het dorp bestaat als grondplan van een nederzetting vermoedelijk al heel lang. In 1299 wordt gesproken van ‘Mueleschot’ en we weten dat de abdij van Tongerlo in 1311 -en vermoedelijk ook al eerder- grondgebied bezat in Molenschot. In latere jaren komen we nog verschillende schrijfwijzen tegen zoals ‘Molenscoet’ en ‘Meulenschot’. Ook voor de naam Molenschot bestaat geen eenduidige verklaring. Het blijft een kwestie van interpretatie. Het eerste deel van de naam Molenschot is uiteraard het ons bekende woord molen. Onmiddellijk duikt dan de vraag op: welke molen? Uit de archieven is over een molen van Molenschot niets bekend. Vermoedelijk is er een watermolen geweest die al voor het eind van de Middeleeuwen verdwenen is. Het tweede deel van de naam Molenschot is het element schot, een veel voorkomend bestanddeel van plaatsnamen. In onze omgeving kennen we Baarschot, onder Dorst. Voor schot bestaan verschillende interpretaties. Het meest in aanmerking komt ‘afdamming in het water’ of, ‘waterkering’. Bij een watermolen past deze betekenis van schot goed. Molenschot zou dan betekenen: ‘de afdamming in het water bij de molen’.

Ten Rijen

Acte met zegels uit 1404

De bebouwing van Rijen is van recentere datum. De naam wordt voor het eerst genoemd in een akte uit 1404 waarvan de zusters Norbertinessen het origineel bewaren in het archief van het klooster St. Catharinadal in Oosterhout. Er wordt dan gesproken van ‘Ten Rijen’. De dorpelingen bouwden daar hun boerderijen langs de verbindingsweg die over de zandrug liep van Gilze via Rijen naar Dongen. Deze weg werd de ‘Hoogstraet’ genoemd in tegenstelling tot de ‘Leeghstraet’, in het lagere en veel nattere gedeelte. Deze omstandigheden hebben er ook toe geleid dat Rijen een zogenaamd lintdorp is geworden. De naam Rijen is afgeleid van de waterlopen in de omgeving van het dorp. Kleine waterlopen werden in het verleden aangeduid als rijten, reien of r(e)ijen. Het water heeft ondertussen een andere naam gekregen, maar het element rijt is bewaard in de naam van de nederzetting. De schrijfwijze van de plaats Rijen wisselde nog al eens in de loop van de geschiedenis: 'Ten R(e)ijen', 'Ten Ryden', 'Die Rien', 'Die Reijen' en 'Reijen'. Uiteindelijk schreef het gemeentebestuur in 1895 aan Gedeputeerde Staten dat de hier gevolgde schrijfwijze Gilze en Rijen was en niet, zoals wel werd verondersteld, Gilze en Reijen. Op enkele landkaarten tussen 1570 en 1795 vinden we de naam ‘Dieren’ terug voor het gebied tussen het huidige Rijen, Dongen en Tilburg. Vaak is aangenomen dat dit de oorspronkelijke naam van Rijen was, maar dat berust op een misverstand. De naam ‘Dieren’ is een foutieve overname van de namen ‘Die Reijen’ of ‘Die Rien’ vanaf oude kaarten door de cartograaf.


Tekst: Kees van der Heijden

Bronnen: Heemkring Molenheide; tijdmachine; canon van Gilze en Rijen.