Philip Eijlander Diversity Program
Aan Tilburg University heeft emancipatie vanaf de start in 1927 een grote rol gespeeld. De Roomsch Katholieke Handelshoogeschool, zoals de instelling toen nog heette, was een gevolg van de katholieke emancipatie, die vanaf het midden van de negentiende eeuw vorm kreeg. Na eeuwenlange benadeling door een protestants landsbestuur werd het voor katholieken mogelijk om ‘eigen’ onderwijsinstellingen in het leven te roepen. Daarmee zou er een einde moeten komen aan de achterstelling van het toen nog omvangrijke katholieke volksdeel.
Die ontwikkeling kwam aanvankelijk vooral mannen ten goede: aan de hogeschool waren vrijwel uitsluitend mannelijke docenten verbonden en vrouwelijke studenten waren op de vingers van één hand te tellen. De studenten waren doorgaans afkomstig uit wat de ‘betere’ milieus werd genoemd, met vaak ouders (lees: een vader) die een hogere opleiding gevolgd hadden. Dat veranderde na de Tweede Wereldoorlog toen in de periode van de wederopbouw van het land, onderwijs werd bestempeld als ‘een hoeksteen’ voor economische ontwikkeling. Het hoger onderwijs speelde daarin een belangrijke rol en de studentenaantallen namen vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw enorm toe. Veel van de studenten kwamen uit gezinnen waar niemand gestudeerd had en zij droegen zo bij aan een tweede vorm van emancipatie: die van de middenklasse. Universiteiten spelen sindsdien een vitale rol bij verscheidene vormen van emancipatie, zoals die van vrouwen of van studenten met een niet-Nederlandse herkomst. Onze universiteit is getransformeerd tot een pluriforme onderwijs- en onderzoekinstelling met medewerkers en studenten van meer dan 130 nationaliteiten. Studentes vullen meer dan de helft van de collegebanken en behalen bovendien in een hoger tempo een gemiddeld beter studieresultaat. Wie kijkt naar de top van de instelling, naar hoogleraren en bestuurders, ziet echter nog steeds aanmerkelijk meer geleerde mannen dan geleerde vrouwen.
Het Philip Eijlander Diversity Program (PEDP) is een stimuleringsfonds voor vrouwelijke wetenschappers. Het fonds is vernoemd naar de rector magnificus van 2008 tot 2015. Het programma heeft de instroom van vrouwelijke academici vergroot door extra posities te creëren op het niveau van hoogleraar, universitair hoofddocent en universitair docent. Kwaliteit, inclusie en betrokkenheid gaan hier hand in hand. De prestaties van vrouwelijke wetenschappers op het gebied van onderzoek, onderwijs en impact zijn van grote waarde en laten zien hoe vruchtbaar de beweging naar inclusie is.