Pestepidemie en Udenhout 1604
Na de grote lange periode dat de zwarte dood heerste van 1473 tot einde 15e eeuw, keerde de epidemie terug in 1533, 1574, 1585 en 1599 om daarna weer toe te slaan in 1603 en 1604. In het tijdsbestek van een jaar stierven in Oisterwijk 143 personen, waarvan 105 vanwege de pest. Onder de doden was ook kapelaan Dyrcks op 13 februari 1604 en de pastoorsmeid Willemken Henrix op 18 juli van dat jaar. De pastorie was ongetwijfeld ongewenst terrein, een lange periode was het onmogelijk om te trouwen. Onder de doden waren ook de molenaar van de Oisterwijkse molen op Kerkhoven op 8 januari 1604 en Anna, de dochter van Jan de molenaar van de Udenhoutse Kreitenmolen, eveneens op 8 januari 1604.