Peletier & Comp.
Deze fabriek is onderzocht door Meer, Peter van. Ingevoerd door Vorst, Willem van de
| Peletier & Comp | ||
| Afbeelding gewenst | ||
| Type bedrijf | Wollenstoffenfabriek | |
| Vestigingsadres | Sint Josephstraat | |
| Datum oprichting | 28-12-1858 [1],[7],[8] | |
| Datum opheffing | 20-8-1873 [2],[5] | |
| Eigenaars / oprichters | - Henri Peletier | |
| Opvolging | Geen | |
| Familieverbanden | n.v.t. | |
| Herkomst eigenaars / oprichters | Zaltbommel | |
| Herkomst vreemd kapitaal | Onbekend | |
| Innovatieve aspecten | n.v.t. | |
| Reikwijdte van het bedrijf | Onbekend | |
Algemene omschrijving
In 1871 wordt faillissement aangevraagd. Na een doorstart op 11-10-1871 komen daar de volgende personen bij:
- Cornelis Willem August van Rinsum, Amsterdam, commissionair in effecten
- Abraham Carel Wertheim, Amsterdam, commissionair in effecten
- Laurens Augustus Bruijn, Amsterdam, commissionair in effecten en lid van de firma G.F. Bruijn & Zoon
- Diedrich Arnold Mauritz Luchsinger, Amsterdam, koopman
- Fredrik Willem Oervel, Amsterdam, koopman
Maar deze 5 bemoeien zich niet met de gang van zaken; zij zijn slechts vennoten bij wijze van geldschieting of 'en commandite' (wat inhoudt dat die nergens vermeld wordt maar wel gelijke voordelen geniet).
Bedragen zijn nergens terug te vinden. Wel leent Peletier bij de broers Ignatius en Franciscus Wouters van de firma C.J. Wouters een bedrag van fl 30.000 met als waarborg het huis, de fabriek en verdere gebouwen en grond die kadastraal te boek staan als de nummers 1659 en 1660 in sectie L [4].
Nadat Coos Schotel in november 1858 uit zijn vennootschap Peletier & Schotel met Henri Peletier is getreden en Peletier verder gaat onder de firmanaam Peletier & Co verkoopt Schotel per 1 januari 1959 aan hem fabriek en grond [3],[7],[8].
Peletier gaat voortvarend te werk. In 1863 krijgt hij een octrooi voor de duur van vijf jaar om op een nieuwe manier gekeperde blauwe en rode baai te vervaardigen [9].
Maar helaas was niet iedereen overtuigd van de kwaliteit van het product van Peletier. Een mededeling in het Venloosch weekblad van 4-2-1865 laat niets aan duidelijkheid te wensen over.
In 1866 had hij een inzendingen voor de Algemeene Tentoonstelling van Nederlandsche Nijverheid en Kunst in het Paleis voor volksvlijt in Amsterdam. Hij presenteerde korenblauw, ponceau en oranje buckbaai, korenblauw en kraprood friesch baai, mengelbever en parelbever, duffel, tricots en castorine en won een getuigschrift [10].
Peletier was met zijn bedrijf de eerste Tilburgse hofleverancier. In 1869 kreeg hij dat predicaat van koning Willem III.
1871 wordt een roerig jaar voor Peletier. Allereerst wordt het bedrijf in mei failliet verklaard. In juni en juli komen de schuldeisers tweemaal bij elkaar en in augustus keurt de arrondissements-rechtbank in Den Bosch een akkoord tussen Peletier en zijn schuldeisers goed [12],[13].
Daarom is het opmerkelijk dat in oktober bij onderhandse akte het bedrijf wordt voortgezet, nu met als vennoten 3 commissionairs in effecten en 2 kooplieden, allen uit Amsterdam. Toch heeft deze samenwerking niet lang stand gehouden, want in augustus 1873 vorderen de Amsterdamse vennoten met onmiddellijke ingang 'op minnelijke of geregtelijke wijze' de opheffing van de vennootschap [5].
Drie maanden later verhuist Henri Peletier met zijn gezin naar Zaltbommel [6].
Daarmee is het verhaal nog niet ten einde, want in mei 1874 worden zijn bezittingen geveild. De stoomwollenstoffenfabriek met lakenpers, spinnerij en weverij op het ene perceel en het mooie herenhuis op het andere perceel brengen samen fl 35.850 op en worden eigendom van Willem Mathijsen. Die ging er met zijn firma W. Mathijsen-Van Gils van start [5].
Gezinskaart
Bronnen
- Onderhandse akte dd 28-12-1858
- Onderhandse akte dd 20-8-1873
- Regionaal Archief Tilburg Toegang 115 notaris Verschure akte 2 dd 10-1-1859
- Regionaal Archief Tilburg Toegang 115 notaris Verschure akte 5 dd 10-1-1867
- Regionaal Archief Tilburg Toegang 115 notaris Daamen nr 161/175/176 dd 7/20/21-5-1874
- Bevolkingsregister Tilburg 1870-1880 1406/204
- De Noord-Brabanter 1-1-1859
- Algemeen Handelsblad 1-1-1859
- Nieuwe Rotterdamsche Courant 20-11-1863
- Nieuwe Rotterdamsche Courant 21-8-1866
- Tilburgsche Courant 7-8-1869
- Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant 27-5-1871
- Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant 12-8-1871