Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Over d'n Oven

Dertiende boek in de grote serie van het Schrijversteam van heemcentrum 't Schoor, september 2009

Voorwoord:


De steenfabricage in Udenhout is niet meer. Ruim honderd jaar heeft het op industriële schaal maken van metselbaksteen een prominente plaats ingenomen in het Udenhoutse leven van alledag.

Al in de zeventiende en achttiende eeuw werden er in ons dorp op kleine schaal stenen gemaakt en afgestookt. Sommige boeren van Udenhout en Biezenmortel deden dit ambacht erbij als nevenbedrijf. In de grond zat goede leem, die op eenvoudige wijze was te winnen. Men had uiteraard al eerder ontdekt dat er met de grondstof leem iets bijzonders aan de hand was. Die was plakkerig, je kon het kneden als je er water bij deed en je kon er een bepaalde vorm mee maken. Liet je de leem in de zon drogen, dan werd het hard. Vroeger gebruikte men leem om er wanden mee af te smeren. De grondstof had men bij de hand. Men hoefde maar een gat in de bodem te graven en het was zomaar gratis beschikbaar.

Dan, na 1890, nadat in de periode van de Industriële Revolutie ondermeer de stoommachine is ontwikkeld, ontstaan in Udenhout twee steenfabrieken op een industriële basis: de Steenfabriek Udenhout en de Steenfabriek Sint-Joseph. Bij de keuze voor de locatie tussen de spoorlijn Tilburg – Den Bosch en de Kreitenhei zal zeker hebben meegespeeld dat er in Udenhout een spoorlijn en een station waren. De steenfabrieken werden uitgerust met de nieuwste steenpersen en kunstmatige drogerijen en men was op de hoogte van het nieuwste type ovens voor het bakken van de stenen. Belangrijker voor het dorp was, dat er vreemde mensen kwamen wonen met andere leefgewoonten. Het dorp Udenhout was nauwelijks in staat om vaklieden te leveren voor de ‘stinoven’, ondanks het feit dat men al enigszins bekend was met het ambacht van stenen maken en afbakken. Op hoogtijdagen werkten er wel 260 mensen op de steenfabrieken. Het was hard werken. Mensen spraken van slavenarbeid. Dat was het niet, maar omdat de arbeiders op tarief stonden en daardoor zelf voor een deel het loon konden bepalen, werd er wel heel hard gewerkt. Het is merkwaardig, dat de beide oprichters van de Steenfabriek Udenhout, Bartje de Rooij en Wilhelmus Weijers, eerst samen optrokken en later elkaar beconcurreerden. Gelukkig zat er genoeg leem in de bodem.

Het is moeilijk in te schatten hoeveel stenen beide fabrieken in de loop van ruim honderd jaar hebben gemaakt. Een voorzichtige schatting leert ons dat het er een paar miljard moeten zijn geweest. Dat betekent dat er nu nog heel veel huizen, overheidsgebouwen, kerken en kloosters in Nederland, België en Duitsland staan, gebouwd met stenen van de steenfabrieken in Udenhout.

Over enkele jaren wandelen we door een natuurgebied waar eens de steenfabrieken stonden. Opa’s kunnen dan hun kleinkinderen vertellen wat zich vroeger op deze terreinen afspeelde, mede dankzij het voorliggende prachtige boek “Over d’n Oven”.

André van der Lee