Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Over 't Kasteel

Vijftiende boek in de grote serie van het Schrijversteam van Heemcentrum 't Schoor, juni 2011.

Voorwoord:

Wij schrijven maart 2011 en ja, bijna zijn er sinds de bouw van Kasteel De Strijdhoef 250 jaren voorbij gegaan. Vele mensen van hoog tot laag hebben door al die jaren heen op De Strijdhoef gewoond, gewerkt en hun lief en leed gedeeld.

Voor u ligt een beschrijving van wat er al die jaren op en rondom De Strijdhoef is gebeurd, wat de bewoners hebben meegemaakt, de tijd waarin zij leefden en de omstandigheden waar zij mee te maken hadden. Dit alles geeft u een indruk van een specifiek stukje Nederlandse historie.

Natuurlijk is het voortbestaan van een landgoed als De Strijdhoef niet altijd zonder problemen verlopen. Vele mensen hebben zich door de eeuwen ingezet voor de ontwikkeling en het behoud van architectuur, cultuur en natuur. Zoals u uit de diverse beschrijvingen in dit boek ook zult opmerken, is dit niet altijd even gemakkelijk geweest. Onder andere familiale en erfrechtelijke geschillen waren in vroegere jaren vaak oorzaak van problemen, die ook het voortbestaan van een landgoed als De Strijdhoef in het geding brachten. Op dit moment spelen deze problematieken nog steeds. Onze maatschappij is daarnaast echter ook veel complexer geworden. Zo is er voor diegenen die een landgoed beheren gedurende de laatste decennia een belangrijke factor bijgekomen in de vorm van onze overheid, die zowel op gemeentelijk, provinciaal, nationaal als Europees niveau naar buiten brengt met het behoud van ons culturele erfgoed sterk “begaan” te zijn. Helaas is dit vaak een “papieren” liefdesrelatie, die vergezeld gaat van veel regelgeving en niet altijd is gebaseerd op een praktische kennis van zaken over wat er op een landgoed speelt. Het beheer van een monument is namelijk geen “negen tot vijf”-job en daarnaast zeker ook geen baan die kan worden uitgevoerd door middel van het invullen van formulieren. Monumenten zoals De Strijdhoef vereisen, of wellicht beter gezegd, verdienen “24/7”-aandacht, en zijn daarmee afhankelijk van mensen die veelal op vrijwillige basis en op ieder uur van de dag beschikbaar kunnen en willen zijn. Een monument is in dat opzicht te vergelijken met een oude-van-dagen: in het geval van problemen is zorg acuut vereist. Het beheer van een monument en zeker het onderhoud daarvan is vandaag de dag niet – zoals zovelen denken – romantiek, doch een harde administratief/economische werkelijkheid.

Zoals u uit bovenstaande zult begrijpen gaat het niet in de eerste plaats om het beheersen van ons cultureel erfgoed, doch om het beheren daarvan. Grammaticaal gezien slechts een klein verschil, doch in de dagelijkse werkelijkheid een wereld van verschil. Beheren vereist betrokkenheid of misschien beter gezegd een zekere liefdesverhouding; beheersen kenmerkt zich veel meer door een gezagsverhouding. Wellicht strijk ik met bovenstaande opmerkingen mensen tegen de haren. Indien dat zo wordt ervaren, dan mijn excuses; het is niet zo bedoeld. De boodschap is namelijk niet gericht aan personen, doch is wel gericht op de in onze maatschappij ontstane structuren en systemen die er bijna per definitie van uitgaan dat beheersen en controleren de voornaamste taken zijn voor de instandhouding van ons culturele erfgoed. Beide kunnen en dienen natuurlijk onderdeel te zijn van overheidsbeleid, doch mogen niet de boventoon voeren. Meedenken en ondersteunen verdienen hernieuwde aandacht. Het overgrote deel van de mensen, die zich voor het behoud van ons nationale erfgoed inzetten, doet dit niet uit economische motieven. U kunt zich afvragen wat zijn dan wel de beweegredenen van al deze mensen om vrijwillig hun tijd en veelal ook persoonlijke middelen in ons cultureel erfgoed te steken? Om eerlijk te zeggen: Ik weet het ook niet. Ik denk vanuit mijn persoonlijke gevoel dat het een wens is om iets over te dragen aan de generaties na ons.

Dit geldt ook voor al diegenen die – verenigd in het zogenaamde “Schrijversteam ’t Schoor” – de realisatie van dit boekwerk hebben mogelijk gemaakt. Zij hebben allen het afgelopen jaar een groot deel van hun vrije tijd besteed aan het doornemen van honderden documenten, door Nederland gereisd voor het vergaren van informatie, interviews afgenomen, opnames gemaakt en al wat daarnaast nog nodig was om de ingrediënten voor dit boekwerk bij elkaar te krijgen. Vervolgens diende dit alles nog in een leesbaar document te worden omgezet. U zult begrijpen een taak die vele maanden in beslag heeft genomen. Persoonlijk vind ik het jammer dat ik vanwege mijn werkzaamheden in het buitenland slechts weinig bij de overlegvergaderingen, die meestal op De Strijdhoef op zaterdag plaatsvonden, aanwezig kon zijn.

Ik ben hiermee toegekomen aan een woord van dank aan en respect voor al die mensen die zich in heden en verleden voor De Strijdhoef hebben ingezet. Eigenlijk een onmogelijke taak omdat je nimmer recht kunt doen aan allen. Echter toch een poging: Om te beginnen een woord van dank voor al die mensen die in het verleden hebben bijgedragen aan de bouw, het beheer en onderhoud van De Strijdhoef en die dit monument aan ons hebben nagelaten. Van de mensen die ik daarvan persoonlijk nog heb gekend, denk ik daarbij vooral aan mijn opa, oma en mijn tante Clotilde. Van de mensen in het heden gaat mijn woord van speciale dank uit naar Hein van den Berg, onze “rentmeester”, voor zijn nimmer aflatende energie om de zaken op en rondom De Strijdhoef te organiseren en daarnaast om mij – waar ik ook op de wereld verblijf – te herinneren aan wat er allemaal nog op De Strijdhoef dient te gebeuren. Helaas, de lijst wordt ieder jaar langer. Zijn vertrek is dus nog niet in zicht. Harry en Marijke Smits – Van den Berg voor hun algemene inzetbaarheid om te hulp te schieten bij allerhande praktische zaken. Echter meer specifiek voor hun kwaliteiten om de trouwpaartjes te begeleiden die in de kapel van De Strijdhoef elkaar het ja-woord geven. Gerard van Alem voor de kennis en kunde waarmee hij vele antieke meubelen op De Strijdhoef heeft voorzien van een nieuw leven. Frans Verhoeven voor zijn jaren lange liefde en zorg voor alles wat op De Strijdhoef leeft, bloeit, groeit, dartelt en spartelt. Jan van Heesewijk (Monumentenwacht Noord-Brabant), die ons al jaren met raad en daad bijstaat bij alles wat er gerepareerd en gerestaureerd dient te worden. Het schrijversteam van Heemcentrum ’t Schoor voor de totstandkoming van dit boek. De leden hebben vele uren op De Strijdhoef doorgebracht en zich verdiept in de historie. Zij zijn intussen een stukje historie en familie van De Strijdhoef geworden.

Ik heb het hiervoor al gezegd: Ik vergeet natuurlijk vele mensen te vermelden, niet in de laatste plaats mijn echtgenote, Sandra, die het vanwege mijn activiteiten voor De Strijdhoef, vele avonden en weekeinden zonder mijn aanwezigheid heeft moeten doen. Sandra komt van oorsprong uit Schotland en haar kennis van de Nederlandse taal is bescheiden. Ik hoop dat u na lezing van dit voorwoord haar vertelt, dat ik in dit boek heb vermeld haar dankbaar te zijn voor haar begrip.

Ik wens u veel leesplezier.

Drs. A.L.M. Leijten Kasteel “De Strijdhoef” Udenhout