Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Oprichting Boerenbond Udenhout

Boerenbond

Boerenbond25jaar.jpg

Feestmaaltijd bij het 25 jarig bestaan van
de Boerenbond in 1947

In 1896 werd, mede op initiatief van Pater Gerlacus van den Elsen, de gewestelijke NCB opgericht door 30 plaatselijke Boerenbonden. In de ogen van Van den Elsen moest de NCB de tegenhanger worden van de liberale Noord Brabantse Maatschappij van Landbouw. In deze Maatschappij zaten veel katholieke voormannen die tevens grootgrondbezitter waren. Dit was dus geen vereniging van gewone boeren. Toen de bisschoppen zich achter de NCB schaarden, konden de pastoors hieraan ook makkelijker steun geven. Aanvankelijk hadden de bisschoppen bedenkingen, omdat Van den Elsen zowel katholieken als protestanten in de bond wilde opnemen. Hij wilde dat om meer tegenwicht te hebben tegenover de liberalen. Van den Elsen trok naar alle hoeken van Brabant om boeren aan te sporen zich te verenigen. Hij gaf aan, dat de boeren veel te afhankelijk waren van de gevestigde kalver- en boterhandel en dat het ontbrak aan landbouwbeleid bij de Overheid. Verder vond hij de belastingen, de pachtprijzen en de rente te hoog voor de boeren. Hij zag een oplossing door het ter plaatse oprichten van Christelijke Boerenbonden. Met bundeling van krachten via die bonden wilde hij de Overheid dwingen maatregelen te nemen om de situatie van de boeren te verbeteren. In Berkel zat een vooruitstrevende burgemeester, die belangstelling had voor de boeren. Deze burgemeester, Brenders, was ook betrokken bij de oprichting van de NCB en zat in het hoofdbestuur daarvan. Op zijn initiatief kreeg Berkel in 1896 al een Boerenbond, waarvan ook een aantal Udenhoutse boeren lid was. Gezamenlijk kocht de Berkelse Boerenbond veevoeders en kunstmest aan. Van den Elsen zag het liefste dat er per parochie een Boerenbond kwam. Op aandringen van de energieke nieuwe burgemeester Van Heeswijk, kwam er in Udenhout op 9 december 1902 een eigen Boerenbond.

Kunstmest en andere geleverde zaken door de Boerenbond In 1906 bouwde de Boerenbond een pakhuis om vanuit voorraad te kunnen leveren. Een jaar later was de omzet van de Boerenbond al gestegen tot 53 wagons met klötjes. Inmiddels kwamen er ook veranderingen in het boerenbedrijf. De eerste kunstmest die op de markt kwam, was Guano, droge, versteende vogelmest uit Zuid Amerika die gemalen werd geleverd. Daarna kwam de eerste echte kunstmest: Chilisalpeter. Toch was men in eerste instantie huiverig voor kunstmest, zo laat de volgende Unentse uitspraak zien: “De beste mest is gescheten mest”, zei Willeke Martens alias Willeke Petere. Een promotor van de kunstmest was pastoor Roes uit Deurne, die met het maandblad “Rust Roest” het moderne boeren bevorderde. In het verslag van de Boerenbond Udenhout van 1911 staat dat er een abonnement werd genomen op dit blad. In de avonduren gingen de medewerkers van het Pakhuis de boer op om deze boekjes te verkopen voor de prijs van 30 cent. De verkoop van kunstmest nam geleidelijk toe. Verder kocht de Boerenbond voor de leden eiwitrijke producten aan zoals soja, grondnoten, lijnzaad en dergelijke. Dat was voor het vee een goede aanvulling op het zetmeelrijke graan van het eigen bedrijf. Met behulp van Rijkslandbouwconsulenten groeide de aandacht voor de verbetering van de rundvee- en varkensfokkerij. Daarnaast verbeterden de werktuigen zoals de ploeg en handgereedschappen en kwamen de eerste met paardenkracht aangedreven dorsmachines. Deze veranderingen verliepen echter heel langzaam.

Zie ook