Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Oomen, Adrianus Johannes

Janus Oomen
A.J. Oomen 29-01-1909.jpg
Volledige namen Adrianus Johannes
Geboortedatum 29-01-1909
Geboorteplaats Tilburg
Adres Veenstraat 17
Woonplaats Molenschot
Burgerlijke staat gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Maria Adriana Brigitte Boemaars
Beroep landbouwer
Overlijdensdatum 12-05-1940
Plaats van overlijden Geldrop
Bijzonderheden omgekomen als militair


Kun je het levensverhaal van dit oorlogsslachtoffer aanvullen? Of heb je een foto gevonden die we kunnen digitaliseren? Op de hoofdpagina van portaal Gilze en Rijen zie je hoe te reageren. Wij nemen graag contact met je op!


Oomen, Adrianus Johannes geboren 29-01-1940, overleden 12-05-1940), zoon van Cornelis Hendrikus Oomen (1877 - 1968) en Maria Catharina van Gorp (1873 - 1950).


Achtergrond

Janus Oomen is geboren op 29-01-1909 in Tilburg. Hij was de zoon van Cornelis Hendrikus Oomen en Maria Catharina van Gorp. Beiden kwamen uit de gemeente Alphen ca. en woonden tijdens de geboorte van Janus in de wijk Korvel in Tilburg waar de vader van Janus winkelbediende was. Het gezin keerde kort na de geboorte van Janus terug naar Alphen ca. en verhuisde in 1916 met hun vijf kinderen naar Molenschot. Daar was de vader van Janus landbouwer en zij woonden aan de Veenstraat 17. Janus was van 1927 tot 1929 dienstplichtig. Daarna is hij nog vijf keer op herhaling geweest. Sinds 1939 was hij gemobiliseerd. Janus trouwde op 09-02-1939 met de 24 jarige Marie Boemaars uit Molenschot. Het echtpaar Oomen kreeg op 28-10-1939 een tweeling: Kees en Piet.

Gebeurtenis

Soldaat A.J. Oomen (foto: familie Oomen)

Twee maanden na zijn huwelijk werd Janus op 11 april 1939 als dienstplichtig soldaat gemobiliseerd. Hij was gelegerd in Delft. Janus vertrok eind oktober naar het veldleger. Hij maakte onderdeel uit van het 30e regiment infanterie, IIe bataljon, 2e compagnie en verbleef eerst in Asten en later in Neerkant. Aan zijn legeronderdeel werd op 8 mei 1940 de verdediging toevertrouwd van een gedeelte van de Peel-Raamstelling bij Meijel en Neerkant. De stelling bevond zich achter de Maaslinie, variërend van 9 km tot 21 km van elkaar. De stelling begon aan de Maas, ter hoogte van Grave om via Mill, door de Peel en langs de Zuid-Willemsvaart aan de Belgische grens bij Weert te eindigen.

De Peel-Raamstelling (Bron: Wikipedia, made by Niels Bosboom)

Op 10 mei vlogen de eerste Duitse gevechtsvliegtuigen over, maar met de aanwezige lichte mitrailleurs kon de eenheid van Janus niets uitrichten. De afwezigheid van doeltreffende afweermiddelen had een negatieve invloed op de gemoedstoestand van de manschappen. In de avond van de 10e mei naderden de eerste Duitse troepen de stelling nabij Meijel. Met zijn knieën op de grond in de stelling schreef hij die avond nog een brief aan zijn vrouw. "Zo lang ik leef zal ik streven om bij u te komen en aan u denken”. Dat waren zijn slotwoorden terwijl de Duitse vliegtuigen boven zijn hoofd ronkten.[1] Daarop volgde het bevel van de legerleiding om de stelling te verlaten. Het legeronderdeel waar Janus deel van uitmaakte moest nu de westzijde van de oever van de Zuid Willemsvaart gaan verdedigen. Maar toen de Duitsers de Zuid Willemsvaart overtrokken en ook Someren bezetten volgde op 11 mei een bevel tot verdere terugtocht richting Heeze. Tijdens deze terugtocht door grotendeels onbegaanbaar terrein raakten de manschappen gedesoriënteerd en uitgeput.

In de vroege ochtend van 12 mei is Janus met drie andere soldaten doorweekt en onder de modder aangekomen in het buurtschap Hout bij Geldrop. Vermoedelijk kwamen ze van de Strabrechtse heide en zijn ze wadend of zwemmend de Dommel overgestoken om zo uit Duitse handen te blijven. Op het moment dat ze in Hout de weg overstaken naderden vanaf Heeze twee Duitse militairen op een motor, mogelijk om de zaak te verkennen. De achterop zittende militair schoot op de Nederlandse soldaten. Janus Oomen raakte dodelijk gewond aan het hart door waarschijnlijk het enige Duitse schot dat in Geldrop zowel bij de bezetting als tijdens de bevrijding viel; in Geldrop werd niet gevochten tijdens de oorlog. De drie andere soldaten konden ontsnappen. Omwonenden hebben Janus de stal van hun boerderij binnengedragen, waar hij korte tijd daarna is overleden, hij is dan 31 jaar. In de tussentijd is Janus nog van de Heilige sacramenten voorzien. Daarna is hij met de lijkenbakfiets naar het lijkenhuisje in het Sint Anna ziekenhuis gebracht.

Janus Oomen is aanvankelijk begraven op de RK begraafplaats aan het Bogaardseind en daarna is hij in oktober 1966 herbegraven op de begraafplaats ’t Zand in Geldrop. Belangstellenden kunnen zijn graf daar nog vinden: vak G, rij 11 nr. 2. Hij is nooit naar een ereveld verplaatst omdat de familie daar geen verzoek voor heeft ingediend. Aan Janus is postuum het Oorlogsherinneringskruis met de Gesp toegekend.[2]

Familieomstandigheden

Bidprentje (beeldarchief Heemkring Molenheide)

Zo heeft de oorlog voor Janus Oomen slechts twee dagen geduurd. Maar voor zijn vrouw Maria Oomen-Boemaars duurde de oorlog veel langer. Ze hoorde pas na de begrafenis dat Janus gesneuveld was. Marie was nu oorlogsweduwe, maar bovenal, ze was geen boerin meer. Ze had met Janus op de voorouderlijke boerderij gewerkt, maar zonder man was daar voor haar geen plek meer. Met haar twee zonen moest ze terug naar haar ouders. “Over het verlies van vader was moeder stil”, zei Piet Oomen in een interview met de oorlogsgravenstichting in 2019. “Ik weet daarom maar weinig van hem. De eerste vijftien jaar van mijn leven heb ik er misschien wel nooit over gepraat. Moeder is in 1947 hertrouwd en uit dat huwelijk zijn nog vier kinderen voortgekomen. Toch denk ik dat de glans uit haar leven was verdwenen. Er was geen onmin in de familie, maar ik denk dat het haar altijd pijn heeft gedaan dat ze de boerderij had moeten verlaten.” Marie Oomen kreeg aanvankelijk een uitkering van Defensie, maar dat hield op toen ze hertrouwde. Dat was ten onrechte en uiteindelijk werd de uitkering weer hersteld. Met terugwerkende kracht.

Piet Oomen ging zich pas uitgebreider met zijn vader bezig houden toen er in zijn gemeente sprake van was dat er straten zouden worden vernoemd naar oorlogsslachtoffers. Zijn vader was ook slachtoffer. Maar omdat goede gegevens ontbraken concludeerde de gemeente dat het niet ondenkbaar was dat Janus was doodgeschoten terwijl hij vluchtte. En naar een vluchter kun je natuurlijk geen straat vernoemen. “Toen ik dat hoorde heb ik het uitgeschreeuwd. Woede. Onmacht. Het was wel mijn vader om wie het ging. Mijn vader. Ik ging me daarom uitgebreid in de materie verdiepen. Daarbij ontdekte ik dat uit stukken van Defensie bleek dat er geen sprake was van vluchten maar van een bevel tot terugtrekken omdat ze in de Duitse vuurlinie lagen. Dat bevel is opgevolgd en daarbij is mijn vader om het leven gekomen.” Een Adrianus Oomenstraat is er in Molenschot niet gekomen. Maar er staat nu wel een boom die zijn naam draagt en het door hem gebrachte offer in herinnering houdt.

Herinneringsboom A.J. Oomen in Molenschot (foto: familie Oomen)

Het is niet zo dat Piet Oomen gelukkig is met de wijze waarop dit hele proces is afgelopen. “Maar het is wel goed dat het is gelopen. Mensen moeten hun voorgeschiedenis niet laten lopen. Daar krijg je later spijt van. Voor mijzelf is het belangrijk dat ik mijn vader heb kunnen rehabiliteren. Omdat ik vaders geschiedenis heb leren kennen, heb ik ermee in het reine kunnen komen.”[3]

Externe links

Graf A.J. Oomen (oorlogsgravenstichting)

Bronnen en literatuur

  • Nationaal Archief
  • Nationaal Instituut voor Militaire Historie (NIMH)
  • Informatie familie Oomen
  • Heemkring Molenheide (beeldarchief, bidprentjes)
  • Historisch Documentatiecentrum Geldrop-Mierlo (hdc-geldrop-mierlo.nl)
  • Eindhovens Dagblad (07-08-2023)
  • Regionaal Archief Tilburg (bevolkingsregister)
  • Leeuw, A.J. de, Gevallen voor Nederland. Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940, Soesterberg, 2012.

Noten

  1. Eindhovens Dagblad
  2. Brabantse gesneuvelden
  3. Oorlogsgravenstichting