Ongeluk 3 kapucijnen Biezenmortel
21 december 1944. Op die donderdag waren de studenten van het Kapucijnenklooster van Biezenmortel vanwege de traditie van de Ongelovige Thomas. Het feest gaat gepaard met buitensluiting van de leraren in het eerste lesuur, waarna de hele dag vrijaf werd gegeven. De studenten waren overal in huis bezig, toen ze plotseling werden opgeschrikt door een luide knal, die deed denken aan een bom of zoiets. Er was juist een grote schoonmaak achter de rug, waarbij enige in het gebouw gevonden kisten met militaire goederen in het gangpad waren opgestapeld. Enkele studenten dachten dat in een van de kisten een batterij zat en namen de kist mee naar de studentenklas. De gedachte dat het een batterij zou zijn was niet zo vreemd. De weken rond de bevrijding was de elektriciteitsvoorziening dikwijls uitgevallen, zodat men zich had moeten behelpen met kaarsen. De Duitsers beschikten over batterijen die na gebruik weer werden opgeladen. Iemand vertrouwde het onbekende kistje niet en wist de jonge studenten te overtuigen het naar buiten te brengen. Buiten gekomen werd de kist op een trapje gezet vlakbij de serre aan de zuidkant van het gebouw. De studenten haalden pater Angelinus, hun leraar kerkrecht, erbij. Hoe het precies gebeurd is weet niemand, maar plotseling explodeerde de kist met als inhoud een Duitse tankmijn. Het gevolg was verschrikkelijk. De pater en twee studenten vlogen de lucht in. De drie monniken waren op slag dood. Pater Onesimus raakte ernstig gewond, verloor veel bloed, maar na enkele dagen trad het herstel in. Enkele andere studenten werden licht gewond. Er was veel glasschade en de serre was geheel verwoest. De oorlogsslachtoffers pater Angelinus, frater Calixtus en frater Facundus werden op zaterdag 23 december begraven op het kloosterkerkhof te Biezenmortel.