Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Notariële akte van 1 juli 1811

Voor Izaac Bles geadmiteerd (met toestemming)openbaar notaris te Tilburg reciderende zijn verschenen de volgende getuigen nagenaamd,
(1)Francis van de Waal, wever
(2)Jaantje Haaneveer, huisvrouw van Adriaan Peeters, spinster
(3)Helena Mulders, huisvrouw van Ariaan Geerts, spinster
(4)Adriaan Geerts, wever
(5)Adriaan Adraans van Ierland, Wever
(6)Lucia Spanings , huisvrouw van Henri Wouter Bekkers
(7)Willemina Verhoof, dienstmaagd bij hendrik Wouter Bekkers
(8)Annemie van Tal(?), spinster
(9)Peter Cornelis Reijnen,wever
(10)Anna Maria Imber(?),huisvrouw van Wouter Gerts Basters,spinster
(11)Hendricus Scheijvens, arbeider
(12)Wouter Gerts Bastens, arbeider
(13)Cornelis Janisbaptist Mutsaers, Bouwman

Allen zijn van competente ouderdom en wonen allen in de wijk de Reijd, behalve Peter Cornelis Reijnen, die in de wijk Hoeven woont.
Allen zijn verschenen ter requisitie van Hendricus Wouter Bekkers,inwoner van Tilburg, thans gedetineerde in Tilburg.(In de Franse vertaling staat hier Den Bosch vermeld.)
Allen verklaren klaar en waarachtig te zijn.-dat zij de requirand kennen als voor een braaf en eerlijk man en dat voornoemde requirant bij hun niet als een dronkaard bekend is.

De 2e, 3e, 4e, 6e, 7e, 8e, 10e, 11e en 12e getuige verklaren dat zij de 'requirand' in de avond van 16 juni jl zeer dronken of beschonken gezien hebben.

De 5e,6e, 7e, 10e, 11e, 12e, van de getuigen verklaarden gezien te hebben dat Jan Meijnaars en Hendricus Wouter bekkers, de 'requirant'in deze zich in de avond van de 16e juni laatsleden bevonden hebben op de Weijde van Meijnaarsachter des (? ) huis Dat voornoemde Meijnaars de requirant sloeg. Zonder nochthans te weten waarmede.

De 7e getuige, Wilhelmina Verhoof verklaarde afzonderlijk dat ? Mijnaars en Bekkers zich in den avond van de 16e juni laatstleden op de Wijde achter te huis van gezegden Mijnaars bevonden gehoord te hebben de 6e getuige Lucia Spanings, de meervoorgenoemde Mijnaars toeriep gaat heen gij ziet dat mijn man dronken is.

De 6e en 7e getuige verklaren dat omstreeks half 3 uuren op de achtermiddag van de 16e juni laatleden gehoord te hebben dat de ? genoemde Jan Meijnaars tegen de requirant zeide. Ik zoek nu geen ruzie, maar wij zullen maar een uur bepalen. Dat den meetvoornoemden Hendrikus Wouter Bekkers/Zijnde als dan zeers beschonken of dronken /daarop zeide Wel nu 3,4 of 5 uur, dat voornoemden mijnaars zulks beantwoordde in deze voegen (in dier voege: op deze manier)(?), neen maar wij zullen het hedenavond op negen uren bepaald houden.
De 3e , 4e en 7e getuigen verklaren de requirant zeer bebloed aan hoofd en hand naar zijn woonhuis gebracht te hebben
De 2e, 6e en 8e verklaren de requirant mede bebloed aan hoofd en hand bevonden te hebben.

De 2e, 3e, 4e, 6e, 7e, 8e, 10e, 11e en 12e getuige verklaarden zoals hier voor hebbende gezegd dat de hiervoorgenoemde Hendrikus Wouter Bekkers in de avond van de 16e juni jl dronken of beschonken was en wel zo dat zij met een gerust geweten kunnen zeggen, dat niet alleen de ?genoemde Jan Mijnaars maar alles anderen, de requirant in die avond uit hoofde van zijn dronkenschap zeer gemakkelijk kon ontgaan hebben.

De 11e getuige Hendrikus Scheijvens verklaart nog afzonderlijk dat in de namiddag van de 16 juni laatstleden tussen 3 en 4 uur, in zijn woonhuis is gekoemen de requirant in deze Hendrikus Wouter Bekkers verzoekende hem de getuige om mee te gaan naar huis en herberg van Cornelis den Raak alhier in de Hasselt zeggende aldaar een boodschap te hebben, dat hij getuige met voornoemde Hendrikus Wouter Bekkers daar onmiddelijk naar toe is gegaan en aldaar verbleven tot in de avond.Circa kwart over zeven uren dat hij Bekkers ofschoon dronken zich gedurende al die tijd rustig en vreedig heeft gedragen en met hem ,de getuige is gegaan tot aan het huis van de getuige.Vanwaar Bekkers naar zijn woonhuis is gegaan.

Eindelijk verklaren alle getuigende voornoemde Jan Meijnaars op de 16e juni jl gezien en bevonden te hebben dat hij nuchter en onbeschonken was.

Eindigende zij, de getuigen hiermede hun gegevene verklaring naar redenen van welwetenschap als in de ? hun alle hetzelfde nog in goede en dessen geheugenissen te zijn en zijn na aandachtige voorlezig daar bij gebleven.

Aldus gedaan en geparafeerd binnen Tilburg ten kantore mijns notaris ter presentie en ten overstaan van Andries de Waal, Laake berijder en Godefridus Bornman Droogscheerder beide wonende alhier in de wijk de kerk als getuigen daar toe verzocht. En hebbende alle getuigen, Uitgenomen de 11de en de 13e getuige, hebben de anderen verklaard niet te kunnen schrijven. De 11e en 13e getuige hebben getekend beneven voornoemde getuigen en mij notaris na gedane voorlezing ondertekend op heden de eerste juli 1811.

Terug naar Cornelia Bekkers