Nieuwkerk is een gehucht en een gelijknamig landgoed dat deels op Nederlands, deels op Belgisch grondgebied ligt. Het valt onder de gemeenten Goirle en Ravels (Poppel). De naam is ontleend aan de grenskerken die de Tilburgse en Goirlese katholieken hier hadden. De Tilburgse grenskerk kwam in 1650 tot stand, die van Goirle al in 1639. De katholieken van Tilburg en Goirle zagen zich hiertoe gedwongen na de val van Den Bosch in 1629. De Staten van Holland verboden alle uitingen van het katholieke geloof. Op de plaats waar de Goirlese grenskerk (Gôolse Kluis) stond, werd rond 1810 de nog bestaande grenskapel gebouwd. Hier vlakbij staat het langgerekte Wit Huis met de jaarankers 1657. Hier verbleven de geestelijken die de Tilburgse noodkerk bedienden. Tevens was het de pleisterplaats van Tilburgse kerkgangers. In de buurt ligt een grafkelder die in 1823 werd gebouwd op last van Diederik van
Hogendorp van Hofwegen. Hij nam dit initiatief, omdat zijn familie door de teruggave van de
Heikese kerk door de protestanten aan de katholieken niet meer over het praalgraf in deze kerk kon beschikken. Tussen 1839 en 1853 werden drie personen in de grafkelder bijgezet. In 1861 zijn de stoffelijke resten overgebracht naar Dordrecht.
