Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Napoleon, dienen in het leger

Inleiding

Door het massaal digitaliseren van archieven kunnen we tegenwoordig achterhalen of een van onze voorouders verbonden was met een grote gebeurtenis uit het verleden. Zo is er tegenwoordig op de website van het Ministerie van Defensie inzage in welke Nederlanders soldaat zijn geweest in het leger van Napoleon. Dat waren er velen, ook jongens uit Udenhout en Biezenmortel.

De dienstplicht onder Napoleon

Op 1 juli 1810 tekende Lodewijk Napoleon zijn abdicatie en op 9 juli 1810 werd het koninkrijk Holland ingelijfd bij Frankrijk. Vanaf die tijd kreeg men ook in onze streek te maken met de Franse wetgeving. Omdat in Frankrijk de dienstplicht gold, werd die ook in Nederland ingevoerd. De wet op de dienstplicht gold voor ongehuwde mannen in de leeftijd van 18 tot 25 jaar. Of opgeroepen dienstplichtigen ook daadwerkelijk in het leger belandden, hing af van een aantal factoren. Wie te klein was of een te zwak gestel had, was niet geschikt. Daarnaast konden sommige jongens een beroep doen op een bijzondere regeling, omdat zij een oudere broer hadden die al in het leger diende, of de oudste zoon waren van een weduwe en bijdroegen aan haar levensonderhoud. Alle twintigjarige jongemannen die niet binnen deze regelingen vielen, moesten deelnemen aan een door de civiele autoriteiten georganiseerde loting. Dat was een openbaar gebeuren, dat zich vaak afspeelde in een herberg. Wie een laag nummer trok, moest opkomen voor het leger. Wie een hoog nummer trok, ontsprong voorlopig de dans. In vredestijd moest een dienstplichtige vijf jaar dienen, maar in oorlog was de diensttijd onbeperkt. Werd men ingeloot, dan was er voor jongens met welgestelde ouders nog een uitkomst. Zij kochten die dienstplicht af door een vervanger in te huren, een zogenaamde remplaçant. De bedragen die men betaalde aan zo’n vervanger varieerden van 300 gulden tot 1000 gulden. Jongelui probeerden op alle mogelijke manieren de dienstplicht ten tijde van Napoleon te ontduiken, maar de Franse soldatenronselaars stroopten de pastorieën af en eisten de doopboeken op voor gegevens van jongens tussen 18 en 25 jaar. De ronselaars hadden leergeld betaald: als ze langs de huizen trokken en een jongeman zagen lopen, klein van stuk, dan zei de moeder: “Hij is pas 16”, maar was hij groot en lang: “Hij is 27”. Manieren om de dienstplicht te ontlopen waren trouwen voor je 18de en ook het verminken van het eigen lichaam, bijvoorbeeld door het afhakken van de rechterwijsvinger, beschadigingen aan benen of voeten of het uitbreken van tanden waardoor het openscheuren van de cartouche (patroon) onmogelijk werd.

14 jongens uit Udenhout en Biezenmortel

Uiteindelijk werden er door de Napoleontische dienstplicht toch 30.000 - 35.000 Nederlandse jongens onder de wapenen geroepen vanaf begin 1811 tot aan de nazomer van 1813. Velen zouden nooit meer terugkomen naar hun ouderlijk huis. Uit Udenhout hebben 13 personen in het leger van Napoleon gediend. In het destijds veel grotere Loon op Zand waren dat rond de 60 personen.

De oorlog

Het begon voor de Udenhoutse jongens met de Ruslandcampagne van Napoleon. Aanvankelijk waren Frankrijk en Rusland bondgenoten, maar onduidelijkheden in het verdrag van Tilsit in 1807 en het niet nakomen van de daarin bepaalde voorwaarden, zorgde dat men op een conflict afstevende. Vanaf februari 1812 maakt het Franse leger zich op om op te trekken naar Rusland. De Udenhoutse jongens gingen eerst via verzamelpunten op weg naar hun onderdelen. De meeste waren gelegen in Noord-Franse plaatsen zoals Abbéville, Amiens, Givet en Saint-Omer. Deze reis was te voet en na aankomst kregen ze hun opleiding. Ze gingen al vlug richting Rusland om daar aan te sluiten bij de Grande Armée van Napoleon. Van dit enorme Franse leger van 680.000 soldaten overleefden maar 40.000 mannen. Vier belangrijke veldslagen waren die bij Borodino op 7 september 1812, bij de rivier Berezina van 21 tot 29 november 1812, bij Dresden op 26 en 27 augustus 1813 en bij Leipzig van 16 tot 19 oktober 1813. Het kan niet anders of daar zijn ook Udenhoutse jongens gesneuveld.

Het 126e regiment, waarin Adriaan Hamers diende, dat eerder bij gevechten in Rusland al was gekrompen van 1887 tot 346 man, verloor op 27 november 1812 bij de verdediging van de bruggen over de Berezina nog eens 206 man aan gesneuvelden en gewonden. Een dag later werden de resterende 140 man krijgsgevangen gemaakt.

Soldaten uit Udenhout en Biezenmortel

Een overzicht op volgorde van de legeronderdelen waar zij dienden.

Dépôt des conscrits

Blijkbaar een verzameldepot van dienstplichtigen voordat men naar een onderdeel ging. Hier diende Petrus Witlox, gedoopt 30 januari 1789 te Udenhout zoon van Laurentius Arnoldus Witlox en Margaretha Petrus van der Zande. Zijn lot onbekend.

De infanterie

De infanterie was gegroepeerd in bataljons, die zich afhankelijk van de omstandigheden op het slagveld in verschillende formaties opstelden. Gebruikelijk was dat de opstelling in linie was. Men stond zij aan zij tegenover de vijand en vuurde op de vijand die ook in linie stonden. Vervolgens trad de tweede rij naar voren. Ook weer zij aan zij om te vuren. Ondertussen konden de soldaten van de eerste rij hun geweren laden. De infanteristen hadden het zwaar op het slagveld. Ze stonden in linie opgesteld en de artillerie van de vijand vuurde op hen met massieve ijzeren ballen, zesponders en twaalfponders. Die stuiterden over het slagveld en sloegen zo door drie, vier vijf zes rangen mensen heen. De bewapening was een geweer met een vuur-steenslot, je kon één keer schieten, dan moest je herladen dat moest je staande doen met de laadstok, en dan kon je weer schieten. En als soldaten van de infanterie vlak bij de vijand waren, dan ging men elkaar te lijf met de bajonet, wat leidde tot grote slachtpartijen.

27e regiment Infanterie

Gerard Nouwens, gedoopt 27 augustus 1793 te Udenhout, zoon van Petrus Reinerus Nouwens en Walthera Jacobus Leermans. Zijn lot is onbekend. Adriaan van der Plas, gedoopt 27 februari 1793 te Udenhout, zoon van Adriaan van der Plas en Anne Maria Adrianus van Bavel. Komt ook voor bij het 43e Regiment. Zijn lot is onbekend.

33e regiment Infanterie

Dit regiment had zijn thuisbasis in Givet in de Franse Ardennen tegen de Belgische grens, de stad is gelegen aan de rivier de Maas. Andries Pieren, gedoopt 22 februari 1789 te Udenhout, zoon van Petrus Andreas Pieren en Marie den Ouden. Andries overleefde de oorlog en huwde met Marie van Helvert, Andries overleed te Dongen op 28 januari 1866. Hij was van beroep leerlooijer. Nicolaus de Wert (de Weert), gedoopt 7 december 1789 te Udenhout, zoon van Johannes de Wert en Johanna van der Plas. Zijn lot onbekend.

123e regiment Infanterie

Dit regiment had zijn thuisbasis in Saint-Omer (Sint-Omaars), een stad in Noord Frankrijk, gelegen aan de rivier de Aa en de Nieuwegracht (Canal de Neufossé). Adriaan Hamers, gedoopt 10 augustus 1791 te Udenhout, zoon van Adrianus Adrianus Hamers en Maria Laurentius Witlox. Zijn lot is onbekend.

125e regiment Infanterie

Dit regiment had zijn thuisbasis in Amiens in Noord-Frankrijk. De stad ligt circa 115 km ten noorden van Parijs. Martinus van de Ven, gedoopt 2 april 1790 te Udenhout, zoon van Arnoldus van de Ven en Johanna Maria Verhoeven. Martinus overleefde de oorlog en overleed op 8 april 1820 te Udenhout. Hij was van beroep dagloner. Hij was gehuwd met Hendrina Geert van Rooij. Arnoldus Verhoeven, gedoopt 27 februari 1790 te Udenhout, zoon van Martinus Arnoldus Verhoeven en Barbara Adriaan Witlox. Arnoldus overleefde de oorlog en overleed ongehuwd te Oisterwijk op 25 februari 1851. Hij was toen van beroep dagloner. Leonardus Monet, gedoopt 19 juni 1791 te Udenhout, zoon van Arnoldus Monet en Anna Maria de Boef. Vader Arnoldus Monet was een Fransman, afkomstig van Grasse. De naam van moeder werd ook geschreven als De Bous, De Beef. Debout en De Bef. Van Leonardus ontbreekt ook elk spoor in de archieven. Zijn lot is onbekend.

126e regiment Infanterie

Dit regiment had zijn thuisbasis in Luik België. Adriaan Hamers, gedoopt 10 augustus 1791 te Udenhout, zoon van Adrianus Adrianus Hamers en Maria Laurentius Witlox. Eerder actief in het 123ste regiment. Zijn lot is onbekend.

11e regiment Huzaren

Henricus van den Bosch, gedoopt 1 april 1784 te Udenhout, zoon van Johannes van den Bosch en Adriana Bakker. Staat in het doopboek als zoon van Joannes van den Bosch en Digna Joannes Beckers met als doopdatum 22 maart 1784. Zijn lot is onbekend. Adriaan Heessels, gedoopt 22 juli 1782 te Udenhout, zoon van Antonius Martinus Heessels en Johanna Henricus van Iersel. Adriaan is een van de weinigen die terugkeerden. Hij overleed op 23 augustus 1841 te Udenhout, hij was van beroep kleermaker en was gehuwd met Adriana Bouwens.

14e regiment Kurassiers

Andreas Remie, gedoopt 24 november 1783 te Udenhout, zoon van Henricus Remie en Maria Johannes van Esch. Hij was remplaçant voor Josephus van Iersel, zoon van Heiliger Adriaan van Iersel en Joanna Maria Joost van Abeelen. Deze is gedoopt op 8 december 1792, de datum die in de Franse administratie staat vermeld als de doopdatum van Andreas Remie.

2e regiment Garde d’Honneur

Na zijn nederlaag in Rusland riep Napoleon extra troepen op in de bezette landen. In Rusland waren zojuist grote verliezen geleden aan manschappen. Op 3 april 1813 keurde de Senaat in Parijs het besluit goed om twee nieuwe lichtingen militaire dienstplichtigen uit het hele keizerrijk op te roepen. De eerste lichting van 80.000 man werd opgeroepen in datzelfde jaar; de tweede lichting van 90.000 man in het daaropvolgende jaar. Naast deze via dienstplicht geworven troepen werd besloten tot de oprichting van een geheel nieuw legerkorps van 10.000 man, Garde d’ Honneur geheten. “Een zodanige garde, samengesteld uit zonen van goeden huize tussen 19-30 jaar, voegt aan de waardigheid van de keizerlijke troon toe", staat te lezen in de toelichting van de Senaat. Remplacering – vervanging tegen betaling – zoals die bij de in 1810 ingevoerde dienstplicht mogelijk was en waarmee tot nu toe de meeste van deze (jonge) mannen uit het Napoleontische leger wisten te blijven, was bij dit elitecorps niet mogelijk. Volgens het keizerlijke decreet van 5 april 1813 moesten “de leden van de Garde d’Honneur zich op eigen kosten kleden en equiperen. Uit Udenhout was een persoon die deel uit maakte van deze garde het was: Adrianus van Iersel, gedoopt op 22 januari 1788, zoon van Heiliger Adriaan van Iersel en Joanna Maria Joost van Abeelen. Adriaan keerde terug naar Udenhout, bleef ongehuwd en overleed te Udenhout op 1 april 1835.

Moeilijke jaren voor de familie

In totaal hebben vanuit Udenhout en Biezenmortel 13 jongens gediend in het leger van Napoleon. Acht van hen keerden niet terug.

Het moet voor de ouders en andere familieleden, die hun dierbare zagen vertrekken, een groot leed zijn geweest. In die tijd hoorde men niks over het verloop van de strijd. Een enkeling schreef brieven naar huis, anderen konden niet schrijven. Achterblijvers hoorden in de meeste gevallen nooit meer iets. Maar er zal altijd hoop zijn geweest als men verhalen hoorde over mannen die na maanden of jaren terugkeerden. Een onverwachte klop op de deur gaf jarenlang hoop en menig moeder zal turend in de verte over het stoffig pad als er een onbekend persoon aan kwam lopen, hoop hebben gekregen dat het héél misschien haar zoon zou zijn.

Bronnen en literatuur

• Ministerie van Defensie. Databank Nederlandse militairen in het leger van Napoleon. De database is samengesteld door de heer W. Oteman met gegevens uit de stamboeken en officiersdossiers aanwezig bij de Service historique de la Défense (SHD), in het Château de Vincennes nabij Parijs. De database bevat vrijwel alle registers van het landleger uit de Napoleontische tijd. Niet opgenomen zijn de stamboeken van het 146e en 147e Regiment Infanterie van Linie (deze zijn bij een brand in de Pruisische legerplaats Wesel verloren gegaan). • Regionaal Archief Tilburg (R.A.T.) datums van dopen, geboorten, huwelijken en overlijden. • Delpher Historische Database (kranten, boeken en tijdschriften van NL) • “De hel van 1812”, Bart Funnekotter ISBN 978 90 351 3950 3 • “Naar Moskou! Naar Moskou!” Willem Oosterbeek ISBN 978 90 253 0757 8 • Familiearchief L.E.N. van Gorkum • Wikipedia, onder andere legersterktes van het leger van Napoleon • Website Wie Was Wie • Nationaal Militair Museum Soest. • Johan Herman Isings (1884-1977) was een Nederlandse tekenaar en illustrator. Vooral bekend door zijn grote kleurplaten van de vaderlandse geschiedenis voor het lager onderwijs. • “Vermiste Noordbrabanders die dienden in het leger van Napoleon”, J. van Gils in Brabantse Leeuw jaargang 38. Blz. 30. • Historisch Nieuwsblad, artikel van Joost Welten augustus 2008. • “Lotgevallen. De beleving van de dienstplicht door de Nederlandse bevolking in de negentiende eeuw”, Eddie van Roon, Academisch Proefschrift, Universiteit van Amsterdam, 2013. • Elf generaties Moonen door Leo Adriaenssen. Artikel Brabantse Leeuw 1970 jaargong 19. • Jan Hoynek van Papendrecht (1858-1933) Nederlands kunstschilder. • Overheersing en Vrijheid, door Johanna W.A. Naber, pagina 146. • De Tijdspiegel 1906, jaargang 63.