Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Melis, Petrus Henricus

Petrus Henricus Melis
Afbeelding gewenst
Volledige namen Petrus Henricus Melis
Geboortedatum 01-02-1889
Geboorteplaats Tilburg
Adres Voetbalweg 2
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) ‘Inlandsche vrouw’ genaamd Minah
Beroep Wever / Soldaat infanterie
Overlijdensdatum 18-09-1944
Plaats van overlijden Op zee bij Benkoelen, Sumatra (ID)
Bijzonderheden Overleden als gevolg van de torpedering van de Junyo Maru, een Japans transportschip dat krijgsgevangenen vervoerde.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Melis, Petrus Henricus, geboren in Tilburg op 01-02-1889, gehuwd met Minah (1891). Wever en soldaat bij de infanterie. Zoon van Arnoldus Melis (1850-1913) en Clasina Catharina Bergmans (1849-1903). Petrus Melis is op 18-09-1944 gestorven in de Indische Oceaan ter hoogte van Benkoelen op Sumatra ID). Hij was aan boord van het Japans transportschip Junyo Maru. Het schip vervoerde krijgsgevangenen en was op weg naar de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra toen het werd getorpedeerd.

Achtergrond

Petrus Henricus Melis wordt geboren op 1 februari 1889 in Tilburg. Zijn ouders heten Arnoldus Melis (Tilburg 1850-1913) en Clasina Catharina Bergmans (Tilburg 1849-1903). Vader Arnoldus is fabriekswerker, net als zijn eigen vader. Moeder Clasina, kleermakersdochter, is voor haar huwelijk dienstmeid. Arnoldus en Clasina trouwen in 1872 in Tilburg. Zij krijgen negen kinderen, twee dochters en zeven zonen, die allen in Tilburg worden geboren. Petrus is het achtste kind. Een van de zoontjes wordt doodgeboren en een ander zoontje sterft in zijn tweede levensjaar. In 1903 overlijdt moeder Clasina aan een hartaandoening. Vader Arnoldus hertrouwt in 1904 in Tilburg met de schoenmakersdochter, weduwe en winkelierster Pieternella Kornelia Bartels (Tholen 1850 – Etten-Leur 1933). Uit het tweede huwelijk worden geen kinderen geboren. Het gezin van vader Arnoldus Melis woont in Tilburg onder meer op de Piusstraat, Heuvel 11, Veemarktstraat 26 en 23 en tenslotte Hesperenstraat 17b.[1]

Prins Hendrik Kazerne in Nijmegen (Koloniale Reserve)
Prins Hendrik Kazerne.jpeg
Bron: geschiedenislokaal024.nl
SS ‘Prinses Juliana’
SS Prinses Juliana.jpg
Bron: Stichting Maritiem Historische Data
SS ‘Tabanan’
SS Tabanan.jpg
Bron: Stichting Maritiem Historische Data
SS ‘Johan de Witt’, 1920
SS Johan de Witt.jpg
Bron: Stadsarchief Amsterdam.
Het MS ‘Dempo’, 1939
MS Dempo.jpg
Bron: Universiteit Leiden, KITLV
Interneringskaart van Petrus Henricus Melis
PH Melis interneringskaart.jpg
Bron: Nationaal Archief 2.10.50.03

Nederlands-Indië

In 1908 neemt Petrus Melis dienst bij het Nederlandse leger. Hij verlaat het ouderlijk huis op Heuvel 11 en verhuist naar de Waalkazerne in Nijmegen. Waarschijnlijk vertrekt hij vanuit deze stad voor de eerste keer naar Nederlands-Indië. De Waalkazerne is een van twee kazernes in Nijmegen -de andere is de Valkhofkazerne- waar op dat moment het Korps Koloniale Reserve is gehuisvest. Het korps is een werfdepot en een opleidingscentrum voor Nederlandse vrijwilligers van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en gaat in 1911 over naar de Nijmeegse Prins Hendrik Kazerne. Petrus heeft een lengte van 1,65 meter en heeft geen merkbare tekenen. Hij tekent bij de Koloniale Troepen en krijgt daarvoor een premie van 225 gulden, waarvan de helft wordt ingelegd bij de Rijkspostspaarbank. Zijn verbintenis wordt meermaals maal verlengd, telkens voor een aantal jaren. Petrus is soldaat 1e klasse bij de infanterie van het KNIL. In mei 1922 komt hij met het SS ‘Prinses Juliana’ terug naar Nederland. Hij heeft verlof en vaart in september 1922 met het SS ‘Tabanan’ weer naar Nederlands-Indië. In mei 1926 is Petrus opnieuw in Nederland. Hij woont in Tilburg in bij een van zijn broers op Voetbalweg 2 en vindt werk als wever. Eind 1927 gaat hij van Voetbalweg 2 naar de Koloniale Reserve in Nijmegen. Hij tekent voor drie jaar bij de overzeese dienst en krijgt een premie van 50 gulden. Inmiddels heeft Petrus een lengte van 1,676 meter en is hij getatoeëerd op beide armen. In 1929 raakt hij gewond bij een auto-ongeluk, wat een hernieuwde verbintenis bij het KNIL niet belemmert. Hij trouwt dat jaar in Bandoeng op Java (Nederlands-Indië) met de ‘inlandsche vrouw’ Minah, van wie verder alleen bekend is dat zij in 1891 in Malang is geboren. Het huwelijk is voor zover bekend kinderloos. In 1934 krijgt hij als infanterist 1e klasse nogmaals verlof. Hij reist met het SS ‘Johan de Witt’ naar Nederland en keert in januari 1935 met het MS ‘Dempo’ naar Nederlands-Indië terug. In februari 1936 wordt zijn verbintenis met het leger nog eenmaal verlengd, ditmaal voor een jaar. In februari 1937 wordt hij in Bandoeng uit de militaire dienst ontslagen en krijgt hij pensioen.[2]

Locatie van de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra
Locatie Pakan Baroe Spoorweg.jpg
Bron: nos.nl/bevrijdingsjaar/
Hell Ship ‘Junyo Maru’
Junyo Maru.jpg
Bron: City of Vancouver Archives (foto van Walter E. Frost)
Kaart met de reis van ‘Junyo Maru’
Kaart reis Junyo Maru.jpg
Bron: tracesofwar.nl
Onderzeeboot HMS ‘Tradewind’
HMS Tradewind.jpg
Bron: Imperial War Museum

Japanse bezetting en krijgsgevangenen

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert Nederland, wat de volgende dag bekend wordt gemaakt. Nederlands-Indië komt onder Japans bewind en de militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine worden krijgsgevangen gemaakt. Van de gevangengenomen Indonesische KNIL-militairen laten de Japanners een groot deel vrij. De 38.386 overige krijgsgevangenen zijn vrijwel allen van Nederlandse en Nederlands-Indische afkomst; 7552 van hen komen door hun gevangenschap om. Van de Koninklijke Marine zijn 3847 Nederlanders als krijgsgevangenen afgevoerd; 648 van hen komen te overlijden.[3]

Krijgsgevangenkampen in Nederlands-Indië en daarbuiten

Verspreid over Nederlands-Indië richt de Japanse bezetter krijgsgevangenkampen op. Dit gebeurt op Java, Sumatra, Molukken, Flores, Celebes en Borneo. De kampen zitten in uiteenlopende gebouwen waaronder ziekenhuizen, loodsen, scholen en gevangenissen. Krijgsgevangenen komen ook elders in Oost-Azië in kampen terecht zoals in Japan, Malakka, Indochina, China, Korea, Birma en Thailand. Onder deze krijgsgevangen zijn behalve Nederlanders ook Britten, Amerikanen en Australiërs.[4]

Dwangarbeid

Vanaf het najaar van 1942 gebruiken de Japanners de krijgsgevangenen als arbeidskrachten. Ze moeten vliegvelden, wegen en spoorwegen aanleggen of in mijnen en op scheepswerven werken. Voor dit doel gaan de krijgsgevangenen op transport naar kampen die over Oost-Azië zijn verspreid. De werkdagen van de krijgsgevangenen zijn lang en hun leefomstandigheden zijn slecht. De voeding is gering en van slechte kwaliteit. Gevangenen lijden aan tropische ziektes, worden mishandeld en terechtgesteld. Berucht is het werk aan twee spoorwegen. Het werk aan de Pakanbaroe-spoorweg tussen Pakanbaroe en Moearo op Sumatra leidt tot zo’n 700 doden onder de Nederlandse krijgsgevangenen. Bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg tussen Birma en Thailand komen ongeveer 3000 Nederlandse krijgsgevangenen om.[5]

Krijgsgevangene

Vanwege de Japanse inval in Nederlands-Indië komt Petrus Melis opnieuw onder de wapenen. Hij is reservist bij het infanterie-reservekorps in de rang van soldaat, wanneer de Japanners hem op 9 maart 1942 op Java gevangen nemen. Hij komt op Java terecht in een krijgsgevangenkamp in Malang en later in kamp ‘10e Bataljon’, dat een doorgangskamp is voor krijgsgevangenen die op transport gaan naar Sumatra, Singapore, Birma, Thailand, Indochina en Japan.[6]

Pakanbaroe-Spoorweg

De Japanners bestemmen Petrus Melis voor dwangarbeid aan de Pakanbaroe-spoorweg. Tussen maart 1943 en augustus 1945 laat de Japanse bezetter op Midden-Sumatra van noordoost naar zuidwest deze spoorweg aanleggen, met een lengte van ongeveer 220 kilometer. De Japanners hebben de spoorweg nodig voor hun oorlogsinspanningen, met name om steenkool te vervoeren uit de mijnen op Sumatra. Het tracé van de spoorweg loopt van Pakanbaroe richting Padang naar Moearo. Voor de aanleg zijn naar schatting 20.000-30.000 Romusha’s (Indonesische werksoldaten) en 5000 krijgsgevangenen ingezet. Onder de krijgsgevangenen zijn vooral Nederlanders, maar ook Britten, Australiërs en Amerikanen. Van de Romusha’s sterft ongeveer 80% en van de krijgsgevangenen zo’n 12% onder de zware werk- en leefomstandigheden.[7] De spoorweg is niet gebruikt.[8]

Dood op zee

Petrus Melis verlaat op 15 september 1944 kamp ‘10e Bataljon’ in Batavia, samen met de andere krijgsgevangenen die moeten werken aan de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra. Zij vertrekken naar de haven van Tandjong Priok bij Batavia, waar zij aan boord gaan van de ‘Junyo Maru’. Het schip is een van de transportschepen voor krijgsgevangenen die ‘hell ships’ worden genoemd vanwege de slechte omstandigheden voor de gevangenen. Op 16 september 1944 zet de ‘Junyo Maru’, begeleid door twee kleine oorlogsschepen (korvetten), koers naar Padang op Sumatra, van waaruit de gevangenen naar de Pakanbaroe-spoorweg moeten gaan. Het schip vervoert Nederlandse, Britse, Amerikaanse en Australische krijgsgevangenen en Romusha’s. Dit transport wordt aangeduid als ‘Java Party 23’, het 23e overzeese transport van krijgsgevangenen vanaf Java. Het schip bereikt zijn bestemming niet; op 18 september 1944 onderschept de patrouillerende Britse onderzeeboot HMS ‘Tradewind’ het schip voor de westkust van Sumatra. De onderzeeër vuurt torpedo’s af; twee daarvan raken de ‘Junyo Maru’ en het schip zinkt ter hoogte van de plaats Benkoelen. De ondergang van het schip wordt beschouwd als een van de dodelijkste scheepsrampen tijdens de Tweede Wereldoorlog: ruim 5600 van de naar schatting 6500 opvarenden komen om. Petrus Melis is een van hen. De overlevenden worden overgebracht naar Padang. Het televisieprogramma ‘Andere Tijden’ heeft in 2003 een aflevering gewijd aan de ondergang van de Junyo Maru.[9]

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V, Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010
  • J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985;
  • Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8. Martinus Nijhoff, Den Haag 1969.
  • Militaire Spectator jrg. 1941 nr. 1, jrg. 1986 nr. 3, jrg. 1995 nr. 8, jrg. 1998 nr. 3, jrg. 2011 nr. 5.
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.
  • Lachlan Grant, They called them ‘Hellships’. Prisoners at sea faced an uncertain future, Wartime, no. 63, pp. 30-36, 2013.

Externe links

Noten

  1. Regionaal Archief Tilburg 565, map 233 P.H. Melis; Oorlogsbronnen P.H. Melis; Oorlogsgravenstichting P.H. Melis; Tweede kamer der Staten-Generaal Erelijst van gevallenen 1940-1945 P.H. Melis; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 1.2.1889 akte 121; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 30.5.1850 akte 192; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 15.9.1849 akte 297; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand huwelijken Tilburg 11.1.1872 akte 3; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand huwelijken Tilburg 26.9.1904 akte 265; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 22.7.1913 akte 462; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 21.12.1903 akte 919; Regionaal Archief Tilburg 16 Overlijdensverklaringen 1903 C.C. Bergmans; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1870-1880 f162; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1870-1880 f323; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1880-1890 f219; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1890-1900 f83; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f17; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f33; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f60; BHIC 405 Burgerlijke Stand overlijden Etten-Leur 23.9.1933 akte 102; Gemeente Archief Tholen 002 Bevolkingsregister Tholen 1862-1875 f70; Zeeuws Archief 25 Burgerlijke Stand geboorten Tholen 18.7.1850 akte 47.
  2. Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f176; Regionaal Archief Tilburg 565 map 233 P.H. Melis; Oorlogsgravenstichting P.H. Melis; Nationaal Archief 2.10.09 Administratie Indische Pensioenen 1815-1939; Nationaal Archief 2.10.50 Suppletiefolio's Oost-Indië; historien.nl; wikipedia.org; Historiek.nl.
  3. oorlogsbronnen.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischekamparchieven.nl; Militaire Spectator jrg. 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016.
  4. Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  5. J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016; Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; oorlogsbronnen.nl; pekanbarudeathrailway.com.
  6. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP) Stamboekgegevens KNIL-militairen met Japanse Interneringskaarten 1942-1996, P.H. Melis; Regionaal Archief Tilburg 565 map 233 P.H. Melis; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  7. In de bronnen lopen de aantallen voor de krijgsgevangenen en Romusha’s uiteen; met name het aantal ingezette Romusha’s kan een onderschatting zijn.
  8. oorlogsbronnen.nl; indischhistorisch.nl; tracesofwar.nl; pekanbarudeathrailway.com; japansekrijgsgevangenkampen.nl; H. Neumann en E. van Witsen, De Sumatra Spoorweg, een documentatie van gegevens, in en direct na de oorlog verzameld, Studio Pieter Mulier, Middelie, 1985 (in: Militaire Spectator jrg. 155 1986 nr. 3); niod.nl; J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; Brabantse Gesneuvelden P.H. Melis; roll-of-honour.org.uk.
  9. roll-of-honour.org.uk; Brabantse Gesneuvelden P.H. Melis; Regionaal Archief Tilburg 565 map 233 P.H. Melis; Oorlogsbronnen.nl; Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP) Stamboekgegevens KNIL-militairen met Japanse Interneringskaarten 1942-1996, P.H. Melis; japansekrijgsgevangenkampen.nl; wikipedia.org; powresearch.jp; tracesofwar.nl; iwm.org.uk; niod.nl; Lachlan Grant, They called them ‘Hellships’. Prisoners at sea faced an uncertain future, Wartime, no. 63, pp. 30-36, 2013; Kobes, Gerrit en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg, 2003 (THR 11).